Salarisverschil tussen mannen en vrouwen daalt verder, maar kloof blijft
Het verschil tussen wat mannen en vrouwen verdienen is opnieuw kleiner geworden. Wel blijft in het bedrijfsleven het loonverschil nog groot, zo blijkt uit nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) over de uurlonen in 2022.
In het bedrijfsleven verdienden vrouwen vorig jaar 16,4 procent minder dan hun mannelijke collega's. Bij de vorige meting, in 2020, was dit verschil nog 17,3 procent. In harde cijfers verdienden mannen vorig jaar gemiddeld 23,30 euro per uur en vrouwen 18,90 euro.
De verschillen in salaris zijn daarmee nog altijd groot. Wel is het minder dan bij het begin van de tweejaarlijkse metingen in 2014. Toen verdienden vrouwen in het bedrijfsleven nog ruim 19 procent minder.
Bij de overheid zijn de loonverschillen tussen mannen en vrouwen een stuk kleiner dan in het bedrijfsleven. Vorig jaar was het verschil 5,1 procent: 29,70 euro per uur voor vrouwen en 31,30 euro voor mannen. Bij de meting in 2020 was het verschil nog 6,7 procent, in 2014 was het verschil 9,6 procent
Meer aan de top
De grootste loonverschillen zitten overigens bij de hoogste posities op de arbeidsmarkt. Bij bedrijven was vorig jaar jaar het verschil tussen de meest verdienende mannen en vrouwen 23,9 procent. Bij de overheid was dit met 9 procent minder groot. Onder laagverdieners verdienen vrouwen juist iets meer dan hun mannelijke collega's.
Als de loonverschillen worden gecorrigeerd naar soort werk, functie, opleiding en ervaring, dan blijkt dat de loonkloof tussen mannen en vrouwen in het bedrijfsleven met 6,9 procent gelijk is gebleven. Bij de overheid daalde het verschil naar 1,8 procent.
In oktober berekenden Intermediair en Nyenrode Business Universiteit dat in 2021 de loonkloof tussen mannen en vrouwen juist groter was geworden. Hierin werden naast het gewone salaris ook het gebruik van een auto van de zaak, tankpas, winstdelingen, dertiende maand en andere vergoedingen meegenomen.