Het WK-gevoel van Polman en Van Wetering is er weer: 'Wordt tijd voor een medaille'
"Gisteren zaten we met de groep bij elkaar", liet handbalster Estavana Polman woensdag voor een draaiende NOS-camera weten. "En toen keek ik om me heen en dacht: het is er weer! Het gevoel. Ik kan het niet uitleggen, maar het is er weer."
En dat belooft veel goeds voor het naderende WK, dat vanaf 29 november in Denemarken, Noorwegen en Zweden wordt gehouden. Polman heeft daar een goed gevoel over: "Ik kan het niet uitleggen, maar dit gevoel had ik ook in 2019. Dat gevoel is heel lang weggeweest. Nu is het er weer."
In de Nederlandse handbalwereld geldt 2019 nog altijd als een magisch jaar. Na zilver in 2015 en brons in 2017 - Polman was steevast van de partij - veroverden de Nederlandse vrouwen destijds goud bij het WK in Japan. Polman kreeg er nog een extra prijs bij: die van beste speelster van het toernooi.
Rust in hoofd en lichaam
Het is niet waarschijnlijk dat zo'n individuele trofee er opnieuw in zit. De 31-jarige Polman heeft de afgelopen jaren enkele knieoperaties ondergaan, waarvan eentje haar zelfs de Olympische Spelen van 2021 in Tokio kostte. "Na zulke zware blessures word je niet meer hetzelfde en ben je niet meer zo onbevangen als je was."
Maar fit is ze wel. "Ja, heerlijk. Lang geleden dat ik dat heb kunnen zeggen. Eindelijk. Ik voel me goed. Ik heb rust nu, rust in mijn hoofd, rust in mijn lichaam. Ik ben er gewoon weer. De laatste toernooien was ik er wel, maar eigenlijk ook niet."
Van Wetering gaat goede kant op
Zover is Bo van Wetering nog niet. De 24-jarige linkerhoekspeelster liep ruim twee maanden geleden een blessure aan de rechterschouder op, maar is daar bijna van hersteld. "Het gaat echt de goede kant op. Ik merk dat ik het af en toe nog wel voel, maar het is niet meer echt pijnlijk. Ik heb er na de trainingen ook geen last meer van."
Ze meldde zich zonder wedstrijdritme bij de selectie van bondscoach Per Johansson, maar daar zijn om te beginnen de oefenduels van dit weekeinde tegen Hongarije voor. De eerste leverde zaterdag een 25-23 overwinning op.
Daarna gaat de opbouw verder tijdens het WK, dat voor Oranje van start gaat met groepswedstrijden tegen achtereenvolgens Argentinië (30 november), Congo (2 december) en Tsjechië (4 december).
Het laat zich raden dat ze veel zin heeft in het titeltoernooi in Noord-Europa. "Ik heb er een goed gevoel over", durft ook Van Wetering hardop te zeggen. "Ik denk wel dat het voor ons heel belangrijk is dat we wedstrijd voor wedstrijd kijken. Maar we willen een medaille."
Van Wetering, die er vier jaar geleden in Japan ook bij was, begrijpt dan ook precies wat Polman met haar 'gevoel' bedoelt. "Ja, dat snap ik heel goed. Ik heb het gevoel dat we heel goed van elkaar weten wat we aan elkaar hebben en wat we van elkaar nodig hebben en wat we van elkaar kunnen verwachten."
Klaar om te schitteren
Allemaal het resultaat van veel gepraat met elkaar tijdens "teammeetings" en afspraken maken over zaken binnen het veld, maar ook zeker daarbuiten. "We willen het allemaal ook zo graag. Ik denk dat dat ook een positief gevoel geeft en we er daarom allemaal zo in geloven. Ik heb echt het gevoel dat we een medaille kunnen halen."
"Ja, het is heel gek", zegt ook Polman, "maar het wordt tijd voor een medaille. Ik voel dat dat erin zit. En niet alleen ik, wij allemaal, denk ik. We hebben de laatste jaren best wel gestruggeld met z'n allen. Het was zoeken naar een connectie met elkaar en mensen kregen andere rollen. Maar nu is er rust bij de meiden. En dat is lekker."
Dat geldt ook voor Polman zelf. "Ik voel me goed en mijn vorm is goed, denk ik. Dat moeten we nog zien, natuurlijk. Maar ik voel me rustig, en dat is het allerbelangrijkste. Daar begint het mee."
"Mijn knie is niet meer zoals in 2019 en ik moet echt wel rekening houden met de belastbaarheid. Maar ik voel me vrij en ben klaar om weer te schitteren. Ik hoop dat wij Nederland nog een keertje kunnen laten zien: kijk, dit is weer het team dat straalt en dat wat wil."