Politieke plannen over rekeningrijden verschillen sterk, vragen over uitvoerbaarheid
Charlotte Klein
redacteur Economie
Charlotte Klein
redacteur Economie
Rekeningrijden, betalen naar gebruik, spitsheffing: het zijn verschillende termen van politieke partijen voor een kilometerheffing voor de auto. Het inmiddels demissionaire kabinet was het er in het coalitieakkoord eindelijk over eens: vanaf 2030 zou er een vorm van rekeningrijden komen. Maar het plan werd bij de val van het kabinet controversieel verklaard. De nieuwe partijplannen liggen wederom ver uit elkaar, en dus valt ook op dit thema wat te kiezen.
De meeste voorstanders zijn partijen aan linkerzijde, de meeste tegenstanders rechts - al zijn er ook uitzonderingen zoals de VVD, SP en Bij1. Wat willen de partijen en zijn hun plannen haalbaar?
Rekeningrijden, ook bekend onder de minder politiek beladen naam 'betalen naar gebruik', wordt al decennia gezien als een oplossing voor files en uitstoot. Zowel de files als de uitstoot van mobiliteit zijn toegenomen in Nederland. Ook blijkt uit ANWB-onderzoek dat bijna 70 procent van de Nederlanders betalen naar gebruik eerlijker vindt dan betalen naar bezit.
De Mobiliteitsalliantie, een samenwerkingsverband van 25 mobiliteitspartijen als de ANWB, Bovag en verschillende ov-partijen, vindt het jammer dat betalen naar gebruik weer ter discussie staat. De alliantie is al langer voorstander van betalen naar gebruik om Nederland "bereikbaar en schoon te houden".
Hoe werkt het?
Het idee is simpel: wie meer kilometers rijdt, moet meer betalen. In ruil voor deze kilometerbelasting zou de huidige motorrijtuigenbelasting komen te vervallen. Verder betalen autobezitters voor aanschafsbelasting (bpm) en brandstof (accijns).
De uitvoering is ingewikkelder, want wat telt mee en hoe wordt dat geregistreerd? Ideeën lopen uiteen van kastjes in de auto tot het doorgeven van de kilometerstand bij de apk.
De partijen voor een kilometerheffing zoeken hun argumenten veelal in klimaat en files. D66: "Wat je betaalt hangt af van de hoeveelheid CO2-uitstoot, het moment op de dag waarop je rijdt en de regio waar je bent. Gebieden waar mensen bijvoorbeeld afhankelijker zijn van een auto krijgen een korting. Zo verminderen we file en zorgen we voor schonere lucht."
GroenLinks-PvdA wil dat "de vervuiler betaalt", de Partij voor de Dieren wil sowieso minder autoverkeer. Ook ChristenUnie en Volt pleiten voor een kilometerprijs gedifferentieerd naar milieukenmerken, tijd en plaats.
De partijen zeggen dat de privacy gewaarborgd moet zijn: het moet niet zo zijn dat van alle auto's bekend wordt waar ze wanneer gereden hebben. Hoe al deze zaken gecontroleerd worden, terwijl tegelijkertijd de privacy gewaarborgd blijft, is niet helemaal duidelijk.
Ook de VVD is voorstander, maar verzet zich tegen een spitsheffing. "Het tarief is niet gebonden aan de tijd en de plek waar je de auto gebruikt."
Dat laatste is precies het argument waar tegenstanders mee schermen. CDA, BBB en NSC richten zich expliciet op de kiezer in de regio. "Wie op het platteland woont heeft minder alternatieven voor de auto dan iemand in de stad. We zijn daarom tegen", zegt het CDA. De partij is de enige van de huidige coalitie die zich weer tegen de plannen keert. Ook de SGP wil het rekeningrijden niet invoeren, want door de hoge brandstofprijzen en het slecht georganiseerde regionale openbaar vervoer wordt dat "een te grote opstapeling van negatieve gevolgen in landelijk gebied".
Bij1 richt zich in hun programma op mensen met een beperking, voor wie een auto noodzakelijk is. Daarbij vindt de partij dat de kosten van klimaatverandering niet bij de burger moeten komen te liggen. De SP vindt "mensen op hoge kosten jagen niet sociaal".
Denk profileert zich als dé autopartij. "Denk wil geen rekeningrijden, in welke vorm dan ook." Ook PVV, JA21 en Forum voor Democratie zijn faliekant tegen. "We betalen immers al per gereden kilometer via de torenhoge accijnzen en de btw op brandstoffen", aldus JA21.
Wat partijen daarbij niet meenemen, is het belastinggat dat er dreigt te ontstaan nu steeds meer auto's elektrisch rijden (inmiddels ruim 7 procent van het wagenpark), waardoor de inkomsten van de accijnzen op brandstof steeds meer afnemen. Vorig jaar inde de overheid bijna 7 miljard euro aan deze belasting. Daarbovenop pleiten veel partijen voor een vermindering van brandstofaccijnzen, wat nog minder inkomsten zal betekenen.