NOS Nieuws

Enquêteverhoren klaar: hoe de jacht van de overheid op fraudeurs uit de hand liep

  • Guus Dietvorst

    redacteur Politiek

  • Guus Dietvorst

    redacteur Politiek

"De waaromvraag, hoe hebben we het kunnen doen? Dat is mijn vraag ook." Met die woorden van ombudsman Reinier van Zutphen werden vandaag de openbare verhoren van de parlementaire enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening besloten.

De afgelopen vier weken zijn zo'n veertig (oud-)politici, ambtenaren, slachtoffers en andere betrokkenen verhoord - en Mark Rutte twee keer. Uit de gesprekken rijst het beeld van een systeem dat mensen eenvoudig kon vermalen, dat niet makkelijk kon worden bijgestuurd en dat vooral werd opgetuigd vanwege het bééld dat er veel fraude was.

Het anti-fraudesysteem paste prima in de politieke tijdsgeest, blijkt uit de verhoren, die veel gingen over de periode vanaf ongeveer een decennium geleden. Toen werd de Fraudewet ingevoerd om misbruik van uitkeringen tegen te gaan. Die wet is een belangrijk richtpunt voor de enquêtecommissie.

De Fraudewet leidde ertoe dat mensen torenhoge boetes moesten betalen als ze te veel uitkering kregen doordat ze bijvoorbeeld verkeerde informatie hadden opgegeven. Het doel was fraudeurs aanpakken, maar veel goedbedoelende uitkeringsontvangers kwamen erdoor in de problemen. Boetes werden verrekend met uitkeringen, waardoor mensen in de praktijk geen inkomen meer hadden.

Omkieperende economie

Het was een tijd dat de economie aan het "omkieperen" was, haalde demissionair premier Rutte (VVD) de bankencrisis aan. Dat maakte het extra belangrijk om belastinggeld goed uit te geven. En dus om streng op te treden tegen misbruik ervan. Voormalig minister Henk Kamp van Sociale Zaken (VVD) wees op "gevoelens uit de samenleving" dat er werd gesjoemeld.

Concrete cijfers over ernstig toegenomen fraude waren er niet. De Raad van State zei in zijn advies over het voorstel van de Fraudewet niet overtuigd te zijn "dat de omvang van de fraude zodanig is toegenomen dat daarom een forse verzwaring van het sanctieregime nodig is".

De wet kwam er toch en uitkeringsinstantie UWV zag al snel de keerzijde. De uitvoerder was verplicht hoge boetes op te leggen, vertelde oud-bestuursvoorzitter Bruno Bruins, aan mensen die niet bezig waren "de boel te flessen". Het ging om mensen "in een wiebelige periode in hun leven" die net hun baan kwijt waren.

Nieuwsuur vatte een groot deel van de verhoren samen:

Hoe de jacht van de overheid op fraudeurs uit de hand liep

Maar foutjes in aanvragen moesten worden afgestraft, want de Fraudewet bood volgens de uitvoerders geen ruimte voor coulance. Maatwerk "kon en mocht niet", schetste oud-UWV-directeur Felix Kemperman het beleid. Kamp weersprak dat overigens. Naarmate verwijtbaarheid van een overtreding minder groot was, konden de uitvoerders wel degelijk een lagere of geen boete opleggen, zei hij.

Bij de politiek kwamen desondanks al snel signalen binnen dat de Fraudewet niet zou werken. CDA-Kamerlid Pieter Heerma herinnerde zich "boze ambtenaren" die te weinig ruimte voelden om mensen fatsoenlijk te helpen. "Het kon niet goed gaan met deze wet," zei oud-SP-Kamerlid Sadet Karabulut.

Daarna waren nog een ferme uitspraak van de Centrale Raad van Beroep en een snoeihard rapport van de Nationale Ombudsman nodig om de wet minder streng te maken. Te laat, erkende toenmalig minister Lodewijk Asscher (PvdA) van Sociale Zaken. Het was een slechte wet die hem "buikpijn" gaf, memoreerde hij.

De feedbackloop

Rutte kijkt daar anders naar. Dat er mensen gedupeerd zijn, is te betreuren, maar dat de wet na bijna twee jaar werd versoepeld, laat juist zien dat de "feedbackloop" werkt, zei de demissionair premier. Dat was niet het geval bij het toeslagenschandaal, een andere belangrijke kernpunt van de verhoren.

De affaire kwam drie jaar geleden ook aan bod in de de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag, die het einde van kabinet-Rutte III inluidde. Een aantal hoofdrolspelers van destijds was er dit keer weer. Zo herhaalde oud-staatssecretaris van Financiën Frans Weekers (VVD) voor de commissie dat de Bulgarenfraude een belangrijke aanjager was voor de fraudejacht. Er ontstond een "enorme druk" om toeslagenfraude aan te pakken.

'Wakker worden is werken'

Dus dat deed de dienst Toeslagen, hoewel daarvoor niet goed toegerust en onderbemand. Crux van het anti-fraudebeleid was dat toeslagen helemaal moesten worden terugbetaald als er iets niet klopte aan een aanvraag. Ook hier kon dat een onbedoeld klein foutje zijn, in een voor veel mensen ingewikkeld systeem.

Bij de kinderopvangtoeslag kon dat leiden tot terugvorderingen van tienduizenden euro's of meer, en dat had vaak desastreuze gevolgen. Overigens speelde die problematiek ook al voordat de Bulgarenfraude speelde.

Een van de slachtoffers vertelde dat zijn moeder een terugvordering kreeg van een ton. Milton Moreira Moreno ging op zijn veertiende aan de slag om bij te dragen. "Ik wist gewoon: wakker worden is werken", zei hij. "Ik wou niet werken. Maar als ik het niet had gedaan, dan hadden we niks. Geen eten, geen kleding, geen voetbal, niks."

De moeder van Moreira Moreno werd onterecht als fraudeur bestempeld en dat had grote gevolgen voor zijn leven:

'Als ik niet was gaan werken, dan hadden we niks'

Moreira Moreno was slachtoffer van de inmiddels bekende alles-of-nietsaanpak, alles terugbetalen als er een ding niet klopt. Over hoe die aanpak in stand bleef, bleken de inzichten verdeeld. Er was "nou eenmaal" een strenge wet en de Belastingdienst moest ook nog eens een bepaald bedrag binnenhalen met fraudebestrijding, zeiden topambtenaren in verhoren. Dat liet weinig ruimte voor soepelheid.

Volgens betrokkenen was het ook hier niet zo dat keiharde cijfers de aanleiding waren voor de strengheid. "Het idee was dat er te veel aanvragen onrechtmatig doorheen kwamen", zei Monique van de Bospoort, van Toeslagen bij de Belastingdienst. "Maar dat was niet onze werkelijkheid".

Toch werd de fraudejacht geïntensiveerd, vertelde Van de Bospoort, onder meer als financiële targets dreigen niet te worden gehaald. Personeel wordt weggehaald bij de afdeling bezwaar om naar onregelmatigheden te speuren bij ouders die veel kinderopvangtoeslag kregen: daar valt het meest te halen.

Loyaal ambtenaar

Mensen gingen daaraan onderdoor en er waren ambtenaren die dat zagen. Dennis Blansjaar van de Belastingdienst zei in zijn verhoor gewaarschuwd te hebben voor "een bloedbad" dat het "volstrekt disproportionele" toeslagenbeleid zou veroorzaken. Oud-toeslagendirecteur Gerard Blankestijn seinde zijn politieke bazen ook in, zei hij. Maar er werd niet geluisterd en als "loyaal ambtenaar" ging hij door op de ingeslagen weg.

Een van die politieke bazen, Weekers, zei net als de vorige keer, dat hij helemaal niet is gewaarschuwd. Signalen dat het niet goed ging, bleven volgens hem hangen in een "leemlaag" tussen werkvloer en ministerie.

Een instantie die de situatie van toeslagenslachtoffers tegen de stroom in probeerde te verbeteren, was de rechtbank Rotterdam. Rechters volgden een koers die lijnrecht inging tegen de alles-of-nietsbenadering. Voormalig bestuursrechter Roeland Cooijmans en zijn collega's vonden de terugbetalingen "niet redelijk" en "niet proportioneel".

Spijtig en niet goed

Een tijd lang gaf Rotterdam ouders om die reden gelijk, maar dat hield geen stand, omdat de (hogere) Raad van State de kant van de overheid koos. De strenge toeslagenwetgeving was nou eenmaal dwingend. Pas jaren later kwam de Raad tot een ander inzicht. "Buitengewoon spijtig en niet goed", aldus voorzitter Bart Jan van Ettekoven van de Afdeling bestuursrechtspraak.

Veel ongehoorde of ongebruikte signalen dus, veel verwijzingen naar harde wetgeving en ook vingerwijzingen naar anderen die verantwoordelijk zouden zijn geweest. Aan de enquêtecommissie de taak om uit de verhoren en documenten die ze hebben ingezien de waaromvraag te beantwoorden. Ergens in januari moet het rapport af zijn.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl