Iris Houben
Bureau Berlijn
Iris Houben
Bureau Berlijn
Voor de gevestigde partijen in Duitsland was het lang ondenkbaar, maar als er nu verkiezingen zouden zijn dan was de rechts-radicale partij Alternative für Deutschland (AfD) met 21 procent van de stemmen de tweede partij van het land.
En dat terwijl de omstreden partij sinds 2021 onder extra toezicht van de binnenlandse veiligheidsdienst staat. Een aanzienlijk deel van de leden is door de dienst aangemerkt als rechts-extremistisch. Ze worden onder andere verdacht van vreemdelingenhaat, islamofobie en de verspreiding van antidemocratisch gedachtegoed. Voor gevestigde Duitse partijen is daarom de Brandmauer, totale politieke uitsluiting, het enige antwoord op de alsmaar groeiende AfD.
De AfD is in Oost-Duitsland al volledig genormaliseerd
CDU-voorman Friedrich Merz kon dan ook op felle kritiek rekenen toen hij vorige maand in een tv-interview stelde dat samenwerking met de AfD op lokaal niveau mogelijk zou moeten zijn. Het interview leidde tot een golf van verontwaardiging, zowel binnen als buiten de CDU, die zo groot was dat Merz zijn uitspraken enkele uren na het interview op X (voormalig Twitter) nuanceerde.
Maar nu de eerste verkiezingssuccessen van de AfD een feit zijn en de partij in sommige deelstaten op wel 20 tot 30 procent van de stemmen wordt gepeild, is het nog maar de vraag hoe reëel die uitsluiting eigenlijk is. Volgens politiek deskundige David Begrich zijn de uitspraken van Merz een volgende stap richting een taboedoorbrekende samenwerking: "Laten we eerlijk zijn: de 'brandmuur' staat in de fik".
Politieke realiteit
De uitspraken van Merz waren weliswaar controversieel, in sommige gemeenten en districten is het al de politieke realiteit. In Duitse media zijn tientallen voorbeelden te vinden van politieke beslissingen op gemeentelijk niveau waarbij gevestigde partijen met de AfD hebben meegestemd, of andersom.
Hoezeer de 'brandmuur' nog staat, hangt ervan af wie je het vraagt, blijkt in het Thüringse district Greiz. Uwe Staps zit sinds 2019 namens de AfD in de stadsraad van Greiz. "Als wij een voorstel indienen wordt het per definitie al verworpen". En dat terwijl andere partijen het volgens hem op een aantal vlakken best met zijn AfD eens zijn: "Na een halfjaar komt de CDU met hetzelfde voorstel en dan komt het er wel doorheen".
Maar volgens Martina Schweinsburg, die al ruim dertig jaar namens de CDU district-burgemeester is in Greiz, is een samenwerking met AfD niet uitgesloten. "Op lokaal niveau gaat het om praktische problemen die een pragmatische oplossing vragen", legt Schweinsburg uit. "Hier worden concrete beslissingen genomen over straten, woonwijken of scholen. Partijprogramma's zijn daarbij volledig irrelevant".
Schweinsburg vindt de ophef over het interview van Merz dan ook overdreven: "Het uitsluiten van partijen op lokaal niveau is nonsens".
Normalisering en radicalisering
Politiek deskundige Begrich heeft meer moeite met de toenadering van Merz tot de AfD. "Op lokaal niveau wordt weliswaar geen ideologische politiek bedreven, maar ook lokale politici vertegenwoordigen de standpunten van de AfD", legt hij uit.
Hij maakt zich zorgen over radicalisering binnen de partij, zeker nu het recentste partijcongres van de AfD in Magdeburg duidelijk maakte dat de extremistische leden van de partij onder leiding van Bjorn Höcke een steeds prominentere rol krijgen toebedeeld. Zo werd een extreemrechtse kandidaat voorgedragen voor de Europese verkiezingen, en volgens de binnenlandse veiligheidsdienst werden op het congres rechts-extreme complottheorieën verspreid.
Begrich vreest dat lokale samenwerking de stap naar samenwerking op landelijk of deelstatelijk niveau vergemakkelijkt. "De AfD is in Oost-Duitsland al volledig genormaliseerd", legt hij uit. "En zowel de kiezers als de kandidaten zijn meegegaan in de radicalisering van de partij". Daarom vindt hij de uitspraken van Merz wel degelijk kwalijk: "Dit is geen beschrijving van de realiteit, maar een politieke boodschap die bijdraagt aan de normalisering van rechts-extremisme".
Grenzen aan samenwerking
De gevestigde partijen zullen zich daarom moeten afvragen hoe ver de samenwerking met de AfD mag gaan. "Ze zullen mogelijke steun per geval moeten bekijken en zich moeten afvragen of die steun gevolgen heeft voor de algemene politiek of binnen de gemeente blijft", zegt Begrich.
Wat het de CDU betreft ligt die grens bij de deelstaatpolitiek, zegt Mario Voigt, fractievoorzitter van CDU Thüringen: "Daar zijn duidelijke afspraken over: met deze mensen willen en zullen we niet samenwerken".
Of Voigt zich daaraan kan houden zal moeten blijken. Aankomend jaar mag Thüringen naar de stembus en volgens de peilingen zou de AfD daar zomaar eens de grootste kunnen worden. In Greiz gaat Uwe Staps met goede moed het verkiezingsjaar in: "De mensen hebben gezien dat ze niet meer zonder de AfD kunnen".