Het was weer in no-time op vorige maand: het STAP-budget waarmee Nederlanders subsidie kunnen krijgen voor het volgen van een opleiding. Ondanks de enorme populariteit van de regeling, verdwijnt die in 2024. De provincie Noord-Brabant heeft een geheel eigen versie op het STAP-budget ontwikkeld die wél een succes is.
Sinds twee jaar kunnen Brabanders zich aanmelden voor Brabant Leert. Via dat traject kunnen zij geld krijgen om een opleiding te volgen in sectoren zoals de horeca, techniek en de zorg. Sectoren waarin veel vraag is naar arbeidskrachten.
Het project is de Brabantse variant op de STAP-regeling. Via die landelijke regeling kunnen mensen op verschillende momenten in het jaar een subsidie aanvragen van maximaal 1000 euro voor het volgen van een cursus of opleiding. Tijdens de vorige ronde, op 1 mei, was het budget binnen drie uur vergeven. Van de 159.000 mensen die zich hadden aangemeld, hebben 38.000 mensen de vergoeding gekregen.
Nog voor die aanmeldronde begon kondigde de regering aan de regeling per januari 2024 te beëindigen als onderdeel van een reeks bezuinigingen. Afgelopen jaar was er veel kritiek op de regeling. Te veel mensen misbruikten de subsidie voor cursussen als bierproeven of erotisch yoga.
Inspelen op behoeften
Dat de regeling in Brabant wel een succes is, komt volgens Fred van der Westelaken, bestuursvoorzitter van het ROC Tilburg, doordat er goed wordt ingespeeld op regionale behoeften. "Die brengen we goed in beeld samen met werkgevers. En vervolgens hebben we een laagdrempelig systeem bedacht waar mensen snel een opleiding kunnen vinden."
Zo is er de cursus 'kleine medische handelingen' voor ouderenverzorgers. Die leren daar een aantal verpleegtechnische handelingen zodat ze meer kunnen op de werkvloer en dus breder inzetbaar zijn:
Dat STAP is mislukt, komt volgens Van der Westelaken doordat er te weinig regie was. "En het blijkt een hele opgave te zijn om landelijk te proberen het voor een regio aantrekkelijk te maken."
Waar de initiatiefnemers in Brabant wel tegenaan lopen, zijn de vele potjes waaruit ze moeten putten om het traject te financieren. "Het is een volledig oerwoud", zegt Marjolein Schooleman van Brabant Leert. "Het is geld van de overheid, van fondsen, van arbeidsmarktregio's, van de provincie Brabant. Onze oproep aan de minister is ook: zorg er nou voor dat er één regeling komt met één pot geld."
Geld genoeg
Dat zegt ook arbeidsmarktdeskundige Ton Wilthagen. Hij adviseert de politiek over het thema Leven Lang Leren. Volgens hem is er geld genoeg, maar zit het verstopt in tientallen potjes, verdeeld over drie ministeries. "Als je dat allemaal bij elkaar legt, heb je een enorm budget om te investeren. Ik denk dat we het dan over vele miljarden hebben die beschikbaar zijn."
Brabant Leert heeft sinds de start 6 miljoen euro gekost. Daarmee zijn volgens ROC-bestuurder Van de Westelaken 6000 studenten aan een opleiding gestart en duizend loopbaangesprekken gevoerd. Dat terwijl alleen al het opzetten van de STAP-regeling de regering 30 miljoen euro kostte.
Lappendeken aan potjes
"Je ziet dat je met kleine bedragen een heleboel kan doen", aldus Wilthagen. "Als je dit model landelijk zou uitrollen - een model dat dichter bij mensen, bedrijven en sectoren zit - kun je met het bestaande geld een heel eind komen. Maar dan moet je echt met die lappendeken aan potjes stoppen."
Minister van Sociale Zaken Karien van Gennip zegt in een schriftelijke reactie tegen Nieuwsuur dat ze enthousiast is over het initiatief in Brabant, maar dat ze geen geld heeft voor structurele financiering. Ze laat de Tweede Kamer binnenkort weten wat ze gaat doen met de 102 miljoen euro die over is van het STAP-budget.