De Peruaanse autoriteiten onderzoeken een zeeleeuw, die aan vogelgriep zou zijn doodgegaan
NOS Nieuws

Peru, Chili, Antarctica? Experts vrezen vogelgriepuitbraak in uiterste zuiden

  • Erika de Joode

    redacteur Online

  • Erika de Joode

    redacteur Online

Stinkdieren, zeeleeuwen, vossen: het zijn de meest recente slachtoffers van de vogelgriep, in een wereldwijde uitbraak die nu al anderhalf jaar duurt. Hoewel vrijdag duidelijk werd dat er effectieve vaccins bestaan tegen de huidige ziekmakende H5N1-variant, betekent dat niet dat die uitbraak binnenkort voorbij is. Experts maken zich zorgen over het toenemende aantal besmettingen onder wilde vogels, onder meer in Zuid-Amerika.

Op dat continent werd het vogelgriepvirus eind vorig jaar voor het eerst gesignaleerd, bij grote groepen pelikanen aan de westkust van Peru. Een keerpunt, denkt viroloog Thijs Kuiken van het Erasmus MC, die al meer dan twintig jaar onderzoek doet naar de vogelgriep. "Deze virusvariant, die in 1996 voor het eerst is waargenomen, was hiervoor nog nooit in Zuid-Amerika geweest. En nu is er dus een grote uitbraak, die via wilde vogels wordt verspreid."

Duizenden dode zeeleeuwen

Want na Peru werden in korte tijd ook andere landen getroffen door H5N1. De virusvariant komt inmiddels voor in onder meer Chili, Uruguay en Argentinië, en niet alleen bij vogels. Zo maakten de autoriteiten van Peru begin deze maand bekend dat in dat land tot nu toe al meer dan 3400 zeeleeuwen zijn gestorven aan de vogelgriep, iets meer dan 3 procent van de totale zeeleeuwenpopulatie daar.

De H5N1-uitbraak is doorgedrongen tot zo'n 42 graden zuiderbreedte, vlak bij het zuidelijkste puntje van Zuid-Amerika:

De Europese voedselveiligheidsautoriteit EFSA waarschuwt in een recent vogelgrieprapport voor het overspringen van de H5N1-virusvariant naar Antarctica. De kans is aanzienlijk dat dat gebeurt, staat in het anderhalve week geleden gepubliceerde rapport. Dat komt door de snelle verspreiding van het virus in Zuid-Amerika en doordat er veel bekende vliegroutes zijn van wilde vogels tussen Zuid-Amerika en Antarctica.

"Dat zou enorme gevolgen hebben", schetst viroloog Kuiken. "Naar schatting leven er zo'n 100 miljoen broedvogels op Antarctica, zoals pinguïns, albatrossen en allerlei andere soorten zeevogels. Om nog maar te zwijgen van alle zeezoogdieren in het gebied. Als het virus in zeevogels terechtkomt, kun je ervan uitgaan dat het ook in de zeezoogdieren terechtkomt."

Krabbeneters

Ook de EFSA verwacht dat het virus op zoogdieren overspringt als het eenmaal Antarctica heeft bereikt. De Europese waakhond noemt als voorbeeld de 15 miljoen krabbeneters op het zuidelijke continent, een zeehondensoort die alleen rond Antarctica voorkomt (en die overigens geen krabben eet, maar voornamelijk krill).

"Die zijn allemaal bevattelijk voor dit virus", zegt Kuiken. "Dus dit kan de ramp in de natuur nog groter maken." Ter vergelijking: in de Noordzee leven naar schatting 150.000 gewone (grijze) zeehonden.

Overigens staat niet vast dat de H5N1-variant van de vogelgriep ook tussen zoogdieren onderling kan overspringen. Onderzoekers vermoeden wel dat zoogdieren elkaar kunnen besmetten, bijvoorbeeld onlangs in een nertsenfokkerij in Spanje, maar hard bewijs daarvoor ontbreekt nog. "Maar er worden soms zo veel zoogdieren tegelijk dood gevonden, dat we niet uitsluiten dat het virus van zoogdier naar zoogdier is gegaan", legt Kuiken uit.

De vaccins waarmee dit artikel begon, kunnen de gevreesde sterfte onder wilde vogels niet voorkomen. Maar voor de pluimveesector biedt inenten grote voordelen, benadrukt Kuiken. Zo hoeven kippen op een besmet bedrijf niet meer allemaal geruimd te worden als ze zijn gevaccineerd. Ook zullen vaccinaties ertoe leiden dat het virus minder snel rondgaat in de pluimveesector, wat de kans verkleint dat de vogelgriep van pluimvee op mensen overspringt.

Maar het virus verdwijnt voorlopig niet, vat Kuiken samen. "Daarvoor is het te laat. Inmiddels heeft het virus zich aangepast aan wilde vogels en heeft het de pluimveepopulatie niet meer nodig om te overleven. De wetenschap helpt ons om bijna dagelijks te kunnen zien hoe het virus zich verspreidt, maar helaas niet om het virus tot stilstand te brengen."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl