Na zes dagen is er nog steeds geen zicht op wat het uiteindelijke dodental zal zijn van de aardbevingen in Turkije en Syrië. Het is zeker dat er 28.000 mensen zijn omgekomen, maar bij een bezoek aan het rampgebied zei VN-noodhulpchef Martin Griffiths dat hij ervan uitgaat dat dat aantal zeker nog zal verdubbelen.
Volgens persbureau AP zijn er in Turkije zeker 24.617 doden gevallen en in Syrië staat het dodental op minstens 3543. Vooral in Syrië is nog weinig zicht op hoeveel slachtoffers er werkelijk zijn. Griffiths zei dat de ramp de ergste is in het gebied in 100 jaar.
"Het is moeilijk om een precieze schatting te maken omdat er nog mensen onder het puin liggen, maar ik ben er zeker van dat het zal verdubbelen, of meer", zei hij gisteren, bij een bezoek aan Kahramanmaras, een Turkse stad dicht bij het epicentrum van de beving.
Volgens Griffiths is er nog niet echt een begin gemaakt met het tellen van de doden, omdat reddingswerkers zich tot nu toe vooral richtten op het bevrijden van overlevenden. "Het is schokkend, het idee dat er nog mensen zitten tussen deze puinhopen, sommigen nog levend."
Laatste dag Nederlands team
Griffiths erkende dat de kans op overlevenden na zes dagen steeds kleiner zal worden, omdat bij reddingsoperaties 72 uur de cruciale periode is. Inmiddels wordt er steeds meer ingezet op het bergen van omgekomen slachtoffers.
Nu de kans op het vinden van overlevenden steeds verder afneemt, gaan de leden van het Nederlandse zoek- en reddingsteam USAR in het Turkse Hatay vandaag voor het laatst op zoek in het puin. Maandag wordt het basiskamp afgebroken en dragen ze de werkzaamheden over aan andere teams.
Nieuwsuur ging de afgelopen dagen mee met het Nederlandse USAR-team. Bekijk hoe dat ging:
De Nederlandse USAR-leden raken fysiek en mentaal steeds meer vermoeid, laat het team in een persbericht weten. Er zijn ook steeds meer reddingsteams actief in het gebied. Daarom wordt het werk na vandaag aan hen overgelaten.
Het Nederlandse USAR-team reist maandag eerst naar het militair vliegveld in Adana. Vanaf daar vliegen de leden naar een onbekende locatie om te herstellen van "deze emotionele achtbaan en de vele dagen bijna onafgebroken zoek- en reddingsacties met weinig rustmomenten". Donderdag landt het team op Vliegbasis Eindhoven.
Baby van vijf maanden
Sinds ze in Turkije zijn, hebben de Nederlanders twaalf mensen en een hond gered. Vrijdag wist het team nog een 8-jarige jongen levend onder het puin vandaan te halen, 106 uur na de aardbevingen.
Hoewel dat steeds minder vaak gebeurt, vinden reddingswerkers dus nog steeds overlevenden. Gisteren werden er nog twaalf gered. In Kahramanmaras werd een gezin van drie personen levend gevonden. In Antakya werd een baby van vijf maanden gered.
De Verenigde Naties hebben gewaarschuwd dat ten minste 870.000 mensen in Turkije en Syrië dringend warme maaltijden nodig hebben. Alleen al in Syrië zijn mogelijk 5,3 miljoen mensen dakloos geworden. Ook zijn overlevenden bang voor de uitbraak van ziekten in het gebied.
Hulporganisaties zijn begonnen aan een gigantische klus: proberen de miljoenen mensen die dakloos zijn geraakt de komende tijd te voorzien van een veilig onderkomen, water en voedsel. Er komen tonnen aan hulpgoederen aan in het getroffen gebied, maar de verdeling verloopt moeizaam. Volgens Michiel Servaes, directeur van Oxfam Novib en actievoorzitter van Giro555 is het moeilijk om de continue instroom van spullen op de goede plekken te krijgen.
Ook Servaes maakt zich zorgen om de gezondheidssituatie in het getroffen gebied. Op veel plekken is geen stromend water en er zijn nauwelijks sanitaire voorzieningen.
Bij het dorp Tepehan in de Turkse provincie Hatay is door de aardbeving een 50 meter diepe afgrond ontstaan in een veld met olijfbomen. Hij is 400 meter lang en 200 meter breed.
Kerkdiensten
Vandaag zal er in protestantse en katholieke kerken tijdens de diensten veel aandacht zijn voor de slachtoffers in Turkije en Syrië. Eerder al riepen bisschoppen van de katholieke kerk parochies op om dit weekend te bidden en te collecteren "voor de vele slachtoffers van de recente aardbevingen".
Vrijdag luidden bij veel parochies en andere christelijke kerken al de kerkklokken toen het vrijdagmiddaggebed begon in moskeeën, bij wijze van "solidariteit over religieuze scheidsmuren heen".
Ook in protestantse kerken is vandaag veel aandacht voor de natuurramp en wordt er met name geld ingezameld. Hulporganisatie Kerk in Actie steunt lokale kerken in Syrië, die daklozen opvangen en hen voorzien van maaltijden, medicijnen en dekens.
