De kans dat er nog overlevenden onder het puin vandaan worden gehaald wordt met het uur kleiner.
NOS NieuwsAangepast

Nederlandse redders gaan door met zoeken, maar sfeer rampgebied slaat om

Zes dagen na de zware aardbevingen lijken ongeloof en shock plaats te maken voor wanhoop in het getroffen gebied in Turkije. De kans dat er nog overlevenden onder het puin vandaan worden gehaald is zeer klein en daarmee groeit de onrust onder de plaatselijke bevolking. De reddingswerkers van de Nederlandse organisatie USAR gaan door met de zoekacties, maar ook zij merken een verandering in de werkomstandigheden.

"De sfeer is anders dan een aantal dagen geleden", zegt USAR-woordvoerder Jop Heinen. Zelf is hij niet aanwezig bij de zoekacties, maar zijn collega's merken op dat de sfeer omslaat. "We zijn vooral met ons werk bezig, maar we zijn daar wel alert op. Het kan zijn dat we eerder stoppen vandaag."

Heinen schetst dat bij overlevenden de hoop afneemt dat hun dierbaren nog levend onder het puin vandaan zullen komen. "Ze zijn dakloos, ze zijn hun familie verloren en de kans dat er overlevenden worden gevonden, is heel klein. Het besef van wat er gebeurd is, begint nu door te dringen."

Hulpteams van het Oostenrijkse leger kondigden eerder vandaag aan hun inzet te staken vanwege toenemende agressie bij de Turken onderling. Daarbij zou ook worden geschoten. Enkele uren later zeiden de Oostenrijkers de operatie te hervatten met bescherming van het Turkse leger. Duitse hulpverleners zeiden alleen nog uit te rukken als er concrete aanwijzingen zijn dat iemand levend kan worden gered.

Volgens de Duitsers is de onvrede onder de bevolking het gevolg van het ontbreken van eerste levensbehoeften:

Duits reddingsteam staak hulp vanwege grimmige sfeer

Ook de Nederlandse USAR-reddingswerkers wachten nu op aanwijzingen dat er nog mensen kunnen worden gered. "Gisteren hebben we nog een jongetje van 8 jaar kunnen bevrijden. Daarom zijn we vandaag ook op pad gegaan", aldus Heinen. "We graven pas als we duidelijke signalen hebben dat mensen nog in leven zijn. Dat kan zijn door klopgeluiden, door de honden die aanslaan of doordat mensen recent nog iets hebben gehoord."

Dat betekent ook dat het team regelmatig slecht nieuws moet brengen aan mensen die zich vastklampen aan de hoop dat hun dierbaren nog gered kunnen worden. "Als we denken dat er geen kans is dat er nog mensen in leven zijn, of het veel te gevaarlijk of ingewikkeld is om te graven - bijvoorbeeld omdat het meer dan 12 uur zou duren - maken we de keuze om ergens anders te kijken. Dat leggen we uit."

Met elk reddingsteam van USAR gaat een tolk mee die beslissingen en situaties kan uitleggen aan de plaatselijke bevolking. Dat is volgens Heinen van groot belang. "We merken dat dat heel fijn is in het contact met families en getroffenen. Daardoor kunnen we keuzes uitleggen en zijn we goed in staat om aan te geven wat er speelt."

Ondanks de toenemende onrust zegt Heinen dat er toch veel begrip en dankbaarheid is. "Mensen zijn dankbaar dat we er zijn, dat we een poging wagen en dat we het uitleggen. We krijgen brood en fruit aangeboden terwijl zij zelf nog maar heel weinig hebben."

In het Turkse Kahramanmaras wordt nog steeds gezocht naar mensen onder het puin. Verslaggever Gulsah Ercetin laat zien hoe velen van hen de dagen doorbrengen op straat, in een tent of in een winkelpand:

Gezinnen slapen in een winkel, een tent of op straat in Kahramanmaras

Het USAR-team houdt bij dit soort operaties een 'uit-en-thuisbeleid' aan van tien dagen. Dat betekent in de praktijk dat de reddingswerkers zeven dagen en nachten hebben om te zoeken. Die periode is bijna voorbij. "Na die tijd is de kans echt verkeken dat je nog iemand levend aantreft", zegt Heinen. "Maar we stemmen het altijd af met de lokale overheid. Het is niet zo dat we direct onze spullen pakken als die fase over is."

Ook op de teamleden van de reddingsorganisatie is de impact groot. "Het is mentaal een heftige missie. We hebben tot nu toe twaalf mensen gered, maar we hebben ook veel verdrietige dingen gezien en gehoord. Elk reddingsteam dat terugkomt krijgt een debriefing. Dit zijn hulpverleners die dit ook gewend zijn vanuit hun reguliere werk, maar het hakt er toch in. We kijken goed naar elkaar om."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl