Baggeraar Boskalis dreigt Nederland te verlaten als een nieuwe wet over maatschappelijk ondernemen wordt aangenomen. Het gaat om een wetsvoorstel- waarover de Kamer vandaag een ronde tafelgesprek heeft - met als doel internationale ondernemingen iets te laten doen tegen kinderarbeid, uitbuiting en milieuvervuiling. Maar al ruim voor het indienen van de wet is er felle kritiek. En niet alleen van Boskalis.
Als je toekomstbestendig wil ondernemen, dan betekent het ook dat je daarnaar handelt
SP, GroenLinks, PvdA en ChristenUnie kondigden in 2021 de 'Wet Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen' aan: bedrijven moeten dwangarbeid, moderne slavernij en milieuvervuiling uit hun productieketens bannen. Bedrijven die niet ethisch verantwoord ondernemen, lopen risico op een sanctie. Eind vorig jaar sloten D66 en Volt zich bij dat wetsvoorstel aan.
Als voorbeeld wezen de partijen naar kleding die in Nederlandse winkels ligt, maar in China wordt gemaakt door onderdrukte Oeigoeren: een moslimminderheid in het noordwesten van China, waarvan meer dan één miljoen mensen door de Chinese regering zijn opgesloten in 'heropvoedingskampen'.
Maar ook de ramp bij de Bengaalse kledingfabriek Rana Plaza in 2013 werd genoemd. Toen stortte een acht verdiepingen tellende fabriek in, waarbij 2500 mensen gewond raakten en meer dan 1100 mensen omkwamen. Na deze ramp werd het Bangladesh-kledingakkoord getekend.
Misstanden
In het wetsvoorstel staat dat bedrijven in hun jaarverslag misstanden moeten opschrijven en met een plan van aanpak moeten komen hoe ze die willen oplossen. Toezicht daarop ligt dan bij de Autoriteit Consument en Markt (ACM), die eventueel een sanctie kan opleggen. Maar de ACM kan ook met het bedrijf meedenken over oplossingen voor de misstanden.
Deze rapportageplicht geldt voor alle bedrijven met meer dan 250 werknemers en een omzet van 40 miljoen euro. Ook komt er een zorgplicht, waar ook kleinere bedrijven aan moeten voldoen. Dat houdt in: als een bedrijf vermoedt dat er sprake is van een misstand, moet daar aan gewerkt worden. Elk bedrijf wordt daarmee ook verantwoordelijk voor de handelingen van al zijn toeleveranciers.
De Tweede Kamer spreekt vandaag voor het eerst over het wetsvoorstel. En dus laten tegenstanders zich horen. Peter Berdowski, de topman van baggeraar en maritiem dienstverlener Boskalis, zegt dat de wet hem ondernemen in Nederland onmogelijk maakt.
Ook de Sociaal-Economische Raad (SER) is kritisch, en adviseert om te wachten op wetgeving uit Brussel. Daarnaast zouden er binnen ook binnen sectoren zelf overeenkomsten over gesloten moeten worden, stelt de SER.
De Raad van State heeft op zijn beurt bezwaar gemaakt tegen het voorstel. Volgens het adviesorgaan is de wet "te complex door haar internationale karakter" en is het "onduidelijk welke gedragingen leiden tot het opleggen van een sanctie en welke niet". Het wetsvoorstel is na die kritiek al aangepast. Maar volgens de Raad van State is het beter om te wachten op "toekomstige internationale en Europese wetgeving op dit terrein".
Toekomstbestendig
Maar is een Europese wetgeving, zoals critici adviseren, dan niet beter? "Dat is natuurlijk het allerfijnst", zegt Van der Heijden. "Al moet het dan wel heel snel gebeuren, en de ervaring is dat het nu al jaren op de agenda staat. Als er uiteindelijk Europese regelgeving komt, moeten landen ook een nationale wet maken."
En daar kan Nederland alvast op vooruitlopen, zegt Van der Heijden. "Als Nederland hier al afspraken over kan maken, hebben we onze zaken al op orde als er Europese regelgeving komt. Als je toekomstbestendig wil ondernemen dan betekent het ook dat je daarnaar handelt. Nu wijst iedereen met de vinger naar elkaar. Dat is niet in het belang van mens en milieu wereldwijd."