Alle Nederlandse universiteiten en hogescholen doen het: samenwerken met instellingen of wetenschappers uit het buitenland. Maar dat is niet zonder risico's. Vooral China en Rusland blijken geïnteresseerd in de hoogwaardige Nederlandse technologie, zo wordt gewaarschuwd. En daar is Nederland niet voldoende alert op.
De veiligheidsdiensten en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid waarschuwden maandag al voor spionage en diefstal van technologie. De Adviesraad voor Wetenschap, Technologie en Innovatie (AWTI) komt morgen met een dringend advies over 'kennisveiligheid' aan Onderwijsminister Robbert Dijkgraaf: er moet meer bewustzijn komen.
Internationale samenwerking
De Adviesraad sprak met wetenschappers, bestuurders, bedrijven en de overheid. "Men is zich onvoldoende bewust van de toegenomen complexiteit en risico's rond internationale samenwerking, en weet dikwijls niet hoe met die risico's om te gaan", zegt de raad.
Jarenlang is samenwerking met Nederlandse universiteiten, hogescholen en andere onderzoeksinstellingen uit het buitenland juist gestimuleerd en aangemoedigd door de overheid. Zo vertrokken er bijvoorbeeld geregeld onderwijsdelegaties naar China. Ook voor de kwaliteit van wetenschappelijk onderzoek is internationale samenwerking belangrijk.
Maar die samenwerking trekt ook partijen aan die andere plannen hebben met de kennis die ze hier vergaren. Volgens de inlichtingendiensten, die niet alleen waarschuwen voor China maar ook voor Rusland, "beschikken Nederlandse bedrijven, onderwijsinstellingen en kennisinstituten over eigen hoogwaardige kennis en unieke know-how. Dat maakt Nederland een aantrekkelijk doelwit voor spionageactiviteiten."
Incidenten uit het verleden bevestigen dat beeld: zo hadden Russische spionnen toegang tot Nederlandse hightechbedrijven en een kennisinstelling. Er waren er maatregelen tegen Iraanse studenten en onderzoekers in Nederland nodig om te voorkomen dat ze gevoelige informatie lekten naar Iran. En een leerstoel in Groningen werd deels gefinancierd door China. In het contract stond zelfs dat de hoogleraar het imago van China niet mocht beschadigen.
NOS en Nieuwsuur deden recent onderzoek naar Russische spionnen, en achterhaalden hun identiteit en activiteiten:
"Tot voor kort kon je tonnen aan onderzoeksgeld ophalen bij onderzoeksfinanciers als je wilde samenwerken met China", zegt Eppo Bruins, voorzitter van de AWTI. "En daar zaten nauwelijks voorwaarden aan. We waren naïef en hebben nu in sneltreinvaart geleerd dat niet alle samenwerking goed is."
Universiteiten en hogescholen die vragen hebben over kennisveiligheid, kunnen sinds dit jaar terecht bij een overheidsloket. "Daar hebben we nu enkele tientallen keren gebruik van gemaakt", zegt Peter Weijland, programmadirecteur kennisveiligheid bij de TU Delft. "Het gaat vooral om grensgevallen waar wij vanuit de universiteit niet zo gemakkelijk het eindoordeel kunnen geven omdat het bijvoorbeeld om een grijs gebied gaat."
Ook maken de kennisinstellingen gebruik van de Chinese Defence Universities Tracker van de Australische denktank ASPI. "Daar kun je zien in welke mate een Chinese universiteit verweven is met de communistische partij of onderzoek doet voor het Volksbevrijdingsleger", legt projectmanager kennisveiligheid Bart van den Berg van de Universiteit Utrecht uit.
Niet alle luiken sluiten
Helemaal stoppen met samenwerking met China is geen optie. "Het zou niet goed zijn om de muur op te trekken naar China of welk ander land dan ook", zegt Bruins van de AWTI. "Wetenschap en innovatie drijven op open samenwerking. Het is de bedoeling dat je samenwerkt daar waar het kan, en niet samenwerkt daar waar de risico's te groot zijn."
Ook Weijland van de TU Delft benadrukt dat kennisinstellingen andere landen nodig hebben voor wetenschappelijk onderzoek. "Ik zou er dan ook voor willen waarschuwen dat we niet alle luiken zomaar sluiten."