Rijksuniversiteit Groningen ziet af van nieuw geld uit China voor leerstoel
De Rijksuniversiteit Groningen (RUG) zal de overeenkomst met het Groningen Confucius Instituut niet verlengen. Er komt in de loop van dit jaar geen geld meer uit China om de leerstoel Chinese taal en cultuur te bekostigen. Dat blijkt uit antwoorden van demissionair minister Van Engelshoven op Kamervragen van de VVD en het CDA.
Vorige maand ontstonden in de academische wereld zorgen over het contract tussen de RUG en het instituut, dat door de NOS openbaar werd gemaakt. De bewuste hoogleraar Chinese taal en cultuur is in dienst bij de RUG, maar zijn salaris wordt voor de helft betaald door het Groningen Confucius Instituut. Die organisatie heeft banden met de Chinese overheid.
In het contract staat onder meer dat het de hoogleraar verboden is "het imago van China te beschadigen". Ook zou de hoogleraar zich moeten houden aan de Chinese wet. De overkoepelende organisatie van Confucius Instituten wereldwijd, Hanban, bepaalt of daar sprake van is.
Onwenselijke beïnvloeding uit buitenland
Volgens critici is dat een aantasting van de academische vrijheid. Studenten van de RUG riepen op om de banden te verbreken. Van Engelshoven noemt de buitenlandse beïnvloeding in het onderwijs onwenselijk.
Ambtenaren van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben met de RUG gesproken over de overeenkomst. In dat gesprek heeft de universiteit gezegd het contract met het Groningen Confucius Instituut niet te willen verlengen. Het originele contract trad in 2016 in werking en zou dit jaar verlengd moeten worden. Over de voorwaarden was in 2014 al overeenstemming bereikt.