OVV in coronarapport: effecten ingrijpende maatregelen nog steeds onduidelijk

Er is nog altijd te weinig bekend over de effecten van ingrijpende coronamaatregelen als de mondkapjesplicht en de avondklok, want het kabinet heeft de maatregelen niet grondig geëvalueerd. Dat concludeert de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) in een tweede rapport over de Nederlandse aanpak van de coronacrisis. Het onderzoek gaat over de periode tussen september 2020 en juli 2021, toen het kabinet vergaande en soms omstreden maatregelen invoerde na een relatief rustige zomer.

Zo ging in december 2020 een lockdown in waarbij onder meer scholen, niet-essentiële winkels en sportclubs dicht moesten. Een maand later voerde het kabinet een avondklok in, die uiteindelijk drie maanden zou duren. Verder gold in deze periode een mondkapjesplicht in openbare gelegenheden en ging de vaccinatiecampagne van start.

Effecten nauwelijks geëvalueerd

Volgens de OVV waren de effecten van de ingevoerde maatregelen van tevoren onzeker, maar is nu nog steeds niet duidelijk in hoeverre de maatregelen hebben bijgedragen aan het indammen van de pandemie. Het kabinet heeft de effecten nauwelijks "gemonitord en geëvalueerd", zegt de raad, terwijl het wel regelmatig "met stelligheid" heeft gecommuniceerd over de te verwachten effecten. "Ondanks de onzekere situatie van een grillig verlopende pandemie."

De raad waarschuwt voor het creëren van verwachtingen die niet kunnen worden waargemaakt en adviseert het kabinet om de genomen maatregelen "zo spoedig mogelijk" te evalueren. Daarbij moeten ook eventuele negatieve neveneffecten worden meengenomen, zoals eenzaamheid en huiselijk geweld. Uiteindelijk kunnen bij toekomstige pandemieën dan "betere afwegingen over maatregelen" gemaakt worden.

Ook in het eerste OVV-rapport over de corona-aanpak, dat ging over de eerste maanden van de pandemie, pleitte de raad voor meer inzicht in de effectiviteit van de coronamaatregelen. Toen waren de maatregelen die achteraf als meest omstreden gelden, zoals de avondklok en de sluiting van basisscholen en middelbare scholen, echter nog niet ingevoerd.

Over de vaccinatiecampagne, die in januari 2021 begon, zegt de OVV dat het kabinet te eenzijdig heeft gefocust op het scenario waarin vooral huisartsen de prikken zouden toedienen, net als bij de griepprik. Met het AstraZeneca-vaccin had dat gekund.

Maar uiteindelijk kwam het vaccin van Pfizer eerder op de markt, dat vanwege de grote leveringshoeveelheden en de bewaartemperatuur van -70 graden niet geschikt was voor huisartsenpraktijken. Omdat het kabinet volgens de OVV geen rekening had gehouden met dit scenario, kregen de GGD's pas heel laat opdracht om vaccinatielocaties op te tuigen: in december, terwijl de eerste prik in januari zou worden gezet.

Kwetsbaren

Ook zegt de OVV dat sommige kwetsbaren zich achtergesteld hebben gevoeld tijdens de vaccinatiecampagne, doordat ze buiten de definitie van 'kwetsbaar' vielen die de Gezondheidsraad gebruikt. Het gaat bijvoorbeeld om mensen die wel in aanmerking komen voor de griepprik, maar aanvankelijk geen voorrang kregen bij een coronaprik.

Het kabinet zegt in een reactie op het rapport dat het de bevindingen van de OVV de komende weken zal bestuderen. Daarna volgt "een uitgebreide reactie", schrijven de ministers Kuipers van Volksgezondheid, Helder voor Langdurige Zorg, Yesilgöz van Justitie en Veiligheid en Wiersma voor Primair en Voortgezet Onderwijs aan de Tweede Kamer.

Tweede in reeks

Het rapport van vandaag is het tweede in een reeks van drie. In het eerste deelrapport, dat in februari werd gepubliceerd, oordeelde de OVV hard over de Nederlandse corona-aanpak tussen maart en september 2020. Volgens de raad was Nederland niet voorbereid op een grootschalige uitbraak van een nieuwe infectieziekte en had het kabinet te weinig oog voor de situatie in verpleeghuizen en de thuiszorg.

De OVV was ook kritisch over de communicatie van het kabinet over de coronacrisis. Die was volgens de raad niet transparant en hield te weinig rekening met de onzekerheden die er waren, iets wat ook in het rapport van vandaag wordt aangehaald.

In een reactie op het vorige rapport zei toenmalig Volksgezondheidminister De Jonge dat hij het niet eens was met de conclusies van de OVV. Volgens hem had de raad te weinig oog voor onder meer de samenhang tussen de eerste coronamaatregelen.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl