Vier Palestijnen gedood bij Israëlische inval in stad Jenin
Bij een inval van het Israëlische leger in de Palestijnse stad Jenin zijn vandaag zeker vier Palestijnen gedood. Ook zijn er 44 gewonden gevallen, meldt het Palestijnse ministerie voor Volksgezondheid.
Israël bevestigt dat het leger vanochtend bij vuurgevechten in Jenin Palestijnen heeft doodgeschoten. Die zouden gezocht zijn in verband met aanvallen op Israëlische doelen.
Op beelden op sociale media is te zien hoe een konvooi van Israëlische militaire voertuigen de stad op de bezette Westelijke Jordaanoever binnenrijdt. Ook zijn in veelvuldig gedeelde video's vuurgevechten te horen en zijn er rookpluimen te zien boven het vluchtelingenkamp van Jenin.
Zeker twee doden vielen volgens lokale bronnen bij een aanval op een huis in het kamp, dat door Israël onder vuur werd genomen. Een derde man zou door een sluipschutter zijn gedood terwijl hij Israëlische militairen beschoot. Deze man zou in dienst zijn geweest van de Palestijnse autoriteit, die in steden als Jenin een beperkte mate van gezag heeft.
De afgelopen maanden vallen Israëlische militairen vrijwel iedere nacht Palestijnse steden binnen om arrestaties te verrichten. Daarbij werden dit jaar al meer dan 80 Palestijnen gedood. Sommigen van hen waren betrokken bij vuurgevechten met militairen of bij aanslagen, maar ook burgers werden gedood, onder wie vrouwen, een advocaat en de Palestijns-Amerikaanse journalist Shireen Abu Akleh.
De Israëlische invallen werden fors opgevoerd na een reeks terroristische aanslagen eerder dit jaar. Daarbij vielen aan Israëlische kant in totaal 19 doden.
Volgens Israël was de inval van vanochtend bedoeld om twee Palestijnen te arresteren die verantwoordelijk waren voor beschietingen in het gebied en nieuwe aanslagen aan het voorbereiden waren. De afgelopen weken beschoten Palestijnse militanten op de Westelijke Jordaanoever meermaals Israëlische militairen. Zo werd ten noorden van Jenin een Israëlische legerofficier doodgeschoten.
Israël laat in een verklaring weten dat de twee Palestijnen vanochtend het vuur openden op Israëlische militairen en daarop zijn doodgeschoten. Een van de twee is de broer van Raed Hazem, die dit voorjaar bij een terroristische aanslag in Tel Aviv drie Israëlische burgers doodde. Na een klopjacht werd hij de volgende ochtend gedood door de Israëlische politie.
De afgelopen maanden waren zowel de broer als de vader van de dader al meermaals het doelwit van Israëlische invallen, maar tot dusverre wisten ze te ontkomen. Deze maand werd het appartement van de familie gesloopt. Israël heeft als beleid dat huizen van families van vermeende terroristen worden gesloopt, als vergelding en afschrikking, ook als de dader zelf al is gedood of gevangengenomen.
Een woordvoerder van de Palestijnse president Abbas zegt in reactie op de inval van vanochtend dat "de Israëlische bezetting het leven van ons Palestijnse volk blijft geringschatten". Volgens hem zet Israël met de invallen de veiligheid en stabiliteit van het gebied op het spel.
De Israëlische premier Yair Lapid prees juist het optreden van het Israëlische leger. Hij liet weten "niet te zullen aarzelen om op te treden tegen iedereen die de burgers van Israël en onze veiligheidstroepen aanvalt".
Samen met het nabijgelegen Nablus is Jenin een van de steden die het vaakst door Israëlische militairen worden binnengevallen. De stad geldt voor Palestijnen als een bolwerk van verzet tegen de Israëlische bezetting, en wordt door Israël gezien als een broeinest voor terrorisme. Verschillende militante Palestijnse organisaties zijn in en rondom de stad actief.
Ook Al Jazeera-verslaggever Abu Akleh werd dit jaar in Jenin doodgeschoten, terwijl ze verslag deed van een inval in de stad Jenin. Onderzoeken wezen uit dat ze werd gedood door een Israëlische militair. Haar nabestaanden willen dat het Internationaal Strafhof onderzoek doet naar de dood van journalist, lieten ze vorige week weten.