Meeste toeslagenouders hebben migratieachtergrond, vaak met schulden
Wie zijn de toeslagenouders precies? Lang was die vraag niet goed te beantwoorden. Vandaag kwam het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) voor het eerst met cijfers over de achtergrond van de tot nu toe bekende gedupeerden in de toeslagenaffaire.
Wat opvalt: Surinaamse en Caribische Nederlanders zijn relatief hard geraakt. In de helft van de gevallen gaat het om alleenstaande ouders. En, misschien wel het opvallendst: er zitten veel ouders tussen die in de bijstand zaten toen de Belastingdienst toeslagen begon terug te vorderen. Zij kunnen kinderopvangtoeslag aanvragen als ze in een traject naar werk zitten.
Van elke tweehonderd Surinamers, één geraakt
Het CBS heeft de gegevens van 10.265 gezinnen onderzocht. Van al deze ouders is op 1 april vastgesteld dat zij gedupeerden zijn van de toeslagenaffaire.
70 procent van deze groep ouders is migrant of kind van een migrant. Het gaat met name om Surinaamse Nederlanders (1830 gezinnen), Caribische Nederlanders (1275), Turkse (800), Marokkaanse (615) en Indonesische (165).
Dit laat zien dat bepaalde (migranten)groepen harder geraakt zijn dan anderen:
Caribische Nederlanders relatief vaakst gedupeerd
Hoeveel van totale groep gedupeerd in de toeslagenaffaire | |
Caribische Nederlanders | 1 op 136 |
Surinaamse Nederlanders | 1 op 197 |
Turkse Nederlanders | 1 op 538 |
Marokkaanse Nederlanders | 1 op 681 |
Indonesische Nederlanders | 1 op 2119 |
Nederlanders zonder migratieachtergrond | 1 op 4386 |
Er werd aangenomen dat het in de toeslagenaffaire vrijwel alleen om werkende ouders ging. Uit de nieuwe cijfers blijkt dat een vijfde van de huishoudens juist in de bijstand zat toen zij geraakt werden door de toeslagenaffaire.
Bovendien kwamen de brieven van de Belastingdienst vaak terecht in gezinnen die al worstelden met schulden. Twee derde van de toeslagenouders had al meer schulden dan bezittingen toen de Belastingdienst aanklopte met vorderingen van vaak duizenden euro's.