Opnieuw anonieme graven gevonden bij Canadese internaten
In Canada zijn opnieuw 54 graven gevonden bij twee voormalige katholieke internaten. Het zijn waarschijnlijk graven van inheemse kinderen die tot het einde van de vorige eeuw in internaten werden gestopt, om hen te dwingen zich aan te passen aan de witte Canadese cultuur.
De graven zijn gevonden door de Keeseekoose First Nation, een gemeenschap van oorspronkelijke bewoners van Canada. "Ze zijn van de aardbodem verdwenen, en nooit meer gezien", zegt de leider van de gemeenschap, Lee Kitchemonia, tegen Canadese media. "Dat is het moeilijkste gedeelte."
Hij zegt dat hij blij is dat er nu eindelijk vragen zijn beantwoord, ook al blijven er nog veel vragen over. Nu kan bijvoorbeeld worden uitgezocht of de kinderen verwant zijn aan leden van de gemeenschap.
De ontdekking is gedaan in de provincie Saskatchewan, met behulp van een grondradar. Dat is een techniek waarbij er een beeld van de ondergrond wordt gemaakt. De graven lagen bij de scholen St. Philip's en Fort Pelly, die werden bestuurd door de katholieke kerk en waren geopend van 1905 tot 1913 en van 1928 tot 1969.
Aanpassen aan cultuur
In heel Canada werden 150.000 inheemse kinderen naar 139 internaten gestuurd. De kinderen werden gescheiden van hun familie en het was de bedoeling dat ze zich aanpasten aan de cultuur van de witte bewoners van Canada. Op de scholen werden kinderen mishandeld en vermoord.
Regelmatig worden er massagraven van kinderen bij scholen gevonden. Vorige maand werden er nog vijftig graven gevonden bij een internaat in Brits-Columbia. Die kostschool werd gesloten in 1981.
De Canadese regering heeft haar excuses aangeboden en bood begin dit jaar de inheemse volken omgerekend 28 miljard euro aan ter compensatie van het leed dat hun is aangedaan.