Coronaregels massaal aan de laars gelapt bij eerste voetbalduel met publiek
Na maanden afwezigheid mocht er sinds woensdag eindelijk weer publiek in de Nederlandse voetbalstadions. De Brabantse derby in de eerste divisie, TOP Oss-FC Den Bosch, beet vrijdagavond het spits af. Wel zaten er voorwaarden aan de rentree van het publiek en daar werd niet aan voldaan.
Zo mocht het stadion maar voor een derde gevuld worden en moesten de bezoekers anderhalve meter afstand van elkaar houden. Met name dat laatste werd niet nageleefd in Oss. De supporters in het Frans Heesen Stadion zaten (te) dicht op elkaar.
Ook achter een van beide doelen stonden tientallen fans, met name de fanatieke supportersschare van de thuisploeg, naast elkaar.
'Stadionspeaker gaat omroepen'
Een woordvoerster van TOP Oss kondigde voor de wedstrijd aan dat alle 1.500 bezoekers bij de ingang van het stadion te horen zouden krijgen dat ze anderhalve meter afstand moeten houden. "En de stadionspeaker gaat dit ook omroepen als dat nodig is", zei ze.
De gemeente Oss gaat evalueren of "dit in lijn is met de landelijke maatregelen", zei een woordvoerder na afloop van de wedstrijd over de fans die geen afstand hielden. Hij benadrukte dat er "heel goede afspraken" waren gemaakt met TOP Oss. "De club heeft zich daar keurig aan gehouden."
TOP Oss sloot duel met FC Den Bosch af met een 2-1 overwinning. Justin Mathieu en Lion Kaak maakten de doelpunten voor de thuisploeg. Niels Fleuren passeerde bij een voorsprong van 1-0 zijn eigen doelman van TOP Oss.
Zaterdag en zondag worden er nog vijf wedstrijden in de eerste divisie gespeeld. De eredivisie ligt dit weekeinde stil vanwege de vele interlands buiten Europa.
Peter Bijvelds, directeur van TOP Oss, reageerde na afloop van de wedstrijd tegen FC Den Bosch over de terugkeer van het publiek: "Ik sta hier een klein beetje met een dubbel gevoel. Aan de ene kant ben ik heel blij dat er weer mensen in het stadion mogen komen, en anderzijds hadden we wel op meer gehoopt en meer verwacht."
Luister hieronder naar de rest van de reactie van Bijvelds: