Na jaar onderhandelen nieuwe cao voor uitzendkrachten
Het verschil in loon tussen uitzendkrachten en vaste werknemers bij bedrijven wordt minder en er komt meer zekerheid op werk voor uitzendkrachten die flexibel inzetbaar zijn. Ook wordt de opbouw van het pensioen voor uitzendkrachten verbeterd.
Dat staat in afspraken tussen vakbonden FNV, CNV en De Unie en de vereniging voor uitzendondernemingen ABU. Er werd een jaar over de nieuwe cao onderhandeld.
De koepel van ruim 1300 kleinere uitzendbureaus NBBU doet niet mee aan de nieuwe afspraken. De ABU, die wel meedoet, vertegenwoordigt zo'n 500 uitzendconcerns, waaronder de grote uitzendbedrijven.
Advies
De nieuwe arbeidsovereenkomst valt niet los te zien van het advies van de Sociaal-Economische Raad (SER) afgelopen zomer aan het kabinet. In dat advies zijn bonden en werkgevers het eens over het veranderen van de positie van de uitzendkracht. Die zou alleen mogen worden ingezet in piekperiodes en bij ziekte voor een periode van maximaal drie jaar. Nu is dat nog vijf en een half jaar.
In de nieuwe cao-afspraken wordt de duur van het eerste tijdelijke contract teruggebracht van anderhalf naar één jaar. De periode van een contract voor bepaalde tijd gaat van 4 naar 3 jaar. De optelsom van een tijdelijk contract en een contract voor bepaalde tijd mag dus maximaal 4 jaar bedragen, in de richting dus van de 3 jaar uit het SER-advies.
"Veel wat er in het SER-advies staat, moet wettelijk worden geregeld. Dat kost tijd. De nieuwe cao-afspraken lopen erop vooruit", zegt Karin Heynsdijk, bestuurder van FNV Flex. Het is de bedoeling dat in volgende cao's de verschillen tussen vast werk en uitzendwerk nog kleiner worden gemaakt, in afwachting van wat er wettelijk gaat worden geregeld.
Ook voor de organisatie van uitzendbureaus ABU speelde het SER-advies een belangrijke rol in de cao-onderhandelingen. "We zijn op weg naar toekomstige regulering van de arbeidsmarkt. Daarvoor heeft de SER een schets geleverd. Wij willen over de verdere uitwerking meepraten. Daarom is een cao-akkoord met de bonden die aan het SER-advies meewerkten belangrijk", zegt ABU-directeur Jurriën Koops.