Brancheverenigingen zijn verdeeld over de aanpak om ouderen sneller een boosterprik te geven. Actiz hoopt op meer overzicht nu niet de huisartsen, maar de GGD gaat prikken. Spot vreest juist dat de meest kwetsbare groep achteraan komt te staan.
Mensen ouder dan 80 jaar die naar een GGD-locatie kunnen komen, kunnen vanaf vrijdag 19 november een booster krijgen. Ook instellingen voor ouderen, gehandicapten en de ggz met een eigen medische dienst zijn eerder aan de beurt dan gepland, maakte demissionair minister Hugo de Jonge vandaag bekend.
Uit een Kamerbrief blijkt dat de versnelling van de boostercampagne niet geldt voor de bewoners van kleinere instellingen zonder eigen medische dienst, en voor 60-plussers die thuis wonen en niet zelf naar een GGD-locatie kunnen komen. Beide groepen zullen vanaf januari door mobiele teams van de GGD worden bezocht, zoals ook eerder al het plan was.
Zorgelijk
Andrea Reidsma, bestuurslid van de Vereniging Samenwerkende Professionele Organisaties Thuis- en Woonzorg (Spot), vreest dat de meest kwetsbare groep nu het laatst aan de beurt komt.
"Mobiele ouderen kunnen makkelijk zelfstandig naar de GGD-priklocaties gaan om hun booster te halen. Maar de niet-mobiele groepen, de meest kwetsbare ouderen, die wonen in verpleeghuizen en woongroepen die vallen onder de GGD voor hun booster, kunnen dat niet. Wat gaat er met hen gebeuren?"
Reidsma vindt het zorgelijk dat niet de huisarts maar de GGD de boosterprik toedient. "Als een verpleeghuis geen zogenaamde medische dienst in huis heeft of ze hebben geen artsen waar ze een beroep op kunnen doen om de booster toe te dienen, dan val je als instelling onder het prikteam van de GGD. De GGD heeft nu nog onvoldoende prikkers en de planning is ook nog onbekend."
'Eén aanspreekpunt'
Branchevereniging Actiz, die zo'n 75 procent van het aanbod van ouderenzorg vertegenwoordigt, vindt deze aanpak overzichtelijker dan voorheen, juist omdat de GGD de priktaak van de huisartsen overneemt.
In het voorjaar liep het vaccineren in de verpleeghuizen niet op rolletjes. Toen werden sommige bewoners door in allerijl opgezette huisartsenteams gevaccineerd en anderen door de instelling zelf. Hierdoor zat er soms weken vertraging tussen het vaccineren van bewoners in dezelfde instelling, met uitbraken van het coronavirus tot gevolg.
Actiz-bestuurslid Conny Helder: "Bij de vorige ronde was bij beleidsmakers niet altijd voorzien hoe ingewikkeld de praktijk kan zijn. In een verzorgingstehuis met vijftig mensen had je met veel verschillende huisartsen te maken. Onze hoop is dat het prikken met één aanspreekpunt en heldere eenduidige coördinatie soepeler verloopt."
Eerder onderzochten we waarom die eerste prikronde in Nederland zo traag op gang kwam en waarom de beste vaccins niet bij de kwetsbaarste ouderen terechtkwamen: