Ophangingen, pleidooi voor lijfstraffen: jaren 90 lijken terug in Afghanistan
Joram Bolle
redacteur Online
Joram Bolle
redacteur Online
Dit keer zou het anders zijn dan de vorige keer dat ze aan de macht waren. Tenminste, volgens woordvoerders van de Taliban. Politieke tegenstanders zouden veilig zijn, de Taliban waren "innerlijk gegroeid" en vrouwenrechten zouden gegarandeerd zijn - maar alles binnen de grenzen van de islamitische wet, zo werd gezegd. Sommige commentaren repten zelfs van een mogelijke Taliban 2.0.
Maar veel berichten die sinds de machtsovername uit Afghanistan komen wijzen meer op een Taliban 1.1. Afgelopen week werden er lijken opgehangen van Afghanen die betrokken zouden zijn bij een ontvoering en omkwamen in een vuurgevecht met de Taliban. Een belangrijke Taliban-leider zei voorstander te zijn van het herinvoeren van lijfstraffen en executies, maar misschien niet uitgevoerd in het openbaar, zoals in de jaren negentig. Eerder werd het ministerie van Vrouwenzaken al omgedoopt in het ministerie van Deugdzaamheid. Vrouwelijke ambtenaren in Kabul mogen niet meer naar hun werk komen.
Toch is er nog veel onduidelijk over de praktijk van het Taliban-regime, zeggen deskundigen, Onder de oppervlakte is er een strijd gaande tussen radicale hardliners, veelal van een oudere generatie, en meer internationaal georiënteerde gematigde Taliban. Gematigd naar Talibanbegrippen dan.
Cultuur van het platteland
De berichten over lijfstraffen, het publiekelijk vertonen van gedode Afghanen, geweld tegen demonstrerende vrouwen en baarden in Helmand die niet meer getrimd mogen worden, verrassen Afghanistankenner Olivier Immig niet: "Dit zijn de culturele gebruiken van het platteland van Afghanistan waar de Taliban hun aanhang hebben. De oudere generatie Talibanleiders kan niet over zijn eigen schaduw heen springen. Dan krijg je dit soort excessen die wij in het Westen niet fijn vinden om te zien."
Ook historicus Willem Vogelsang is niet verbaasd over de berichten: "Talibanleiders kijken naar wat er in hun achterban leeft." Mullah Nooruddin Turabi, die zich afgelopen week uitsprak over het afhakken van handen, vertolkt wat veel Taliban denken, zegt Vogelsang: "De strijders op straat willen zien dat er wat gebeurt."
Martine van Bijlert van het Afghanistan Analysts Network vindt dat we niet te veel moeten afleiden uit de uitspraken van Turabi: "Er is nog geen officieel beleid. Er zijn verschillende meningen binnen de Taliban en er is nog niet uitgekristalliseerd wie er aan het langste eind trekt. Maar het is wel een sterke stroming binnen de beweging." Excessen die nu plaatsvinden, met onder meer wraakacties tegen vijanden, zijn vaak het werk van lokale Talibancommandanten die hun macht willen laten gelden, zegt Willem Vogelsang.
Bestuurskracht
Afghanistankenner Jorrit Kamminga, betrokken bij Instituut Clingendael, denkt niet dat die lokale commandanten onder controle gebracht kunnen worden met officieel beleid. Hij noemt de Taliban een "politiek conglomeraat" van lokale en regionale belangen en invloed.
"Dat betekent niet alleen dat er grote verschillen zullen zijn tussen verschillende lokale groepen, maar ook dat het conglomeraat ieder moment weer uiteen kan vallen", zegt hij. "Het ontbreekt de Taliban volledig aan bestuurskracht en aan de ervaring die nodig is om het land vanuit Kabul te besturen."
De gevluchte oud-minister van Vrouwenzaken, Massouda Jalal, luidt vanuit Nederland de noodklok voor vrouwen in haar thuisland:
Volgens Van Bijlert komt de onduidelijkheid over officieel beleid voor een deel omdat de Talibanleiding moet schipperen tussen verschillende verwachtingen. "Als het gaat om lijfstraffen zal het lastig te verkopen zijn aan delen van de achterban om ze niet uit te voeren en aan de internationale gemeenschap om het wel te doen."
Het is vooral de noodzaak van internationale steun waardoor het beleid nog niet helder is, zegt ook Olivier Immig: "De economie is ineen gestort. Er zal de komende tijd steeds meer hongersnood komen, dat wordt een heel groot probleem." De Taliban realiseren zich, in tegenstelling tot hun vorige periode aan de macht, dat een land niet in isolement te leiden is, aldus Immig: "Het kan dus dat na verloop van tijd de gematigde stroming noodgedwongen meer te zeggen krijgt."
Onderwijs voor vrouwen
Duidelijk is volgens Van Bijlert dat de Taliban niet zo grondig veranderd zijn als van buitenaf wel werd gehoopt: "Voor de Taliban ligt de verandering veel meer in de uitvoering. Zij zien zichzelf als een beweging die geleerd heeft en nu beter weet hoe de wereld werkt." Zo was er in de jaren negentig helemaal geen meisjesonderwijs. Nu is het basisonderwijs voor meisjes weer begonnen en mogelijk binnenkort ook het middelbaar onderwijs. Van Bijlert: "Over zoiets kon in de jaren negentig niet gepraat worden, of alleen binnenskamers. Er zijn dus wel verschuivingen, maar die gaan minder ver of langzamer dan veel mensen hadden gehoopt."
Kamminga is pessimistischer: "Als meisjes uiteindelijk toch naar het voortgezet onderwijs mogen en vrouwen toch op meer plaatsen mogen werken, dan zou je kunnen spreken van een kleine verandering, niet van een verbetering." Wat volgens hem nu nog onduidelijk is, is welke maatregelen tijdelijk zijn en welke blijvend. "Voorlopig lijkt alles erop dat het vooral de verkeerde kant uit gaat."