De Surinaamse schrijfster Astrid Roemer is in opspraak omdat ze het opneemt voor Desi Bouterse in de zaak over de Decembermoorden, enkele maanden voor zij de Prijs der Nederlandse Letteren krijgt. Het Comité Herdenking Slachtoffers Suriname is verbijsterd, en roept de Nederlandse Taalunie op "openlijk stelling te nemen tegen de anti-democratische en anti-rechtsstatelijke uitlatingen" van Roemer.
Op haar Facebook-pagina schreef Roemer vorige week dat "onze Surinaamse gemeenschap Desi Bouterse hard nodig heeft gehad om zelfbewuster te worden. Merci Man". Roemer weigert Bouterse al langer een moordenaar te noemen. "Ik begrijp dat mensen dat niet prettig vinden", zegt ze tegen Nieuwsuur. "Maar ik ben geneigd om Desi Bouterse te geloven als hij zegt: ik heb geen burgermoorden gewild. Ik geloof hem."
Bouterse werd door de Surinaamse Krijgsraad in 2019 tot twintig jaar cel veroordeeld voor zijn rol als toenmalig legerleider in de Decembermoorden. Hij stond terecht voor betrokkenheid bij het martelen en vermoorden van vijftien politieke tegenstanders in december 1982.
Kijk hieronder naar een terugblik op de Decembermoorden in Suriname.
"Ik was geschokt en verbijsterd door de uitspraken van Roemer", zegt jurist Lilian Gonçalves-Ho Kang You, lid van het Comité Herdenking Slachtoffers Suriname. Haar man is een van de slachtoffers van de Decembermoorden. "Ik wist eigenlijk niet wat ik zag en hoorde. Ik kijk er vooral van op dat ze zegt dat er geen bewijs is voor de uitspraak dat Bouterse een moordenaar zou zijn. Er is een vonnis, uitvoerig gemotiveerd. Ik was bij die zitting. Het is evident dat hij is veroordeeld voor medeplichtigheid aan moord."
"Dat vonnis beslaat 116 pagina's, gebaseerd op 56 bewijsmiddelen", zegt advocaat Gerard Spong. "Uit haar opmerkingen blijkt dat ze geen kaas heeft gegeten van het recht. Bouterse is veroordeeld voor het medeplegen van moord, dat betekent dat je strafrechtelijk aansprakelijk kan zijn, ook al heb je zelf geen uitvoeringshandeling verricht."
Spong is net als Gonçalves verbijsterd, zegt hij tegen Nieuwsuur. "Ze is niet goed snik, het is alsof je kort na de Tweede Wereldoorlog een literaire prijs uitreikt aan een NSB'er." Hij en oud-Journaal-lezeres Noraly Beyer hebben de Belgische koning verzocht de prijs niet aan Roemer uit te reiken. Ook gaat Spong de commissie van de Taalunie vragen om de prijs niet uit te reiken.
"Het is niet aan mij, maar de mensen die deze prijs uitreiken moeten deze uitspraken wel in overweging nemen", zegt Gonçalves. "Ik kan de brief van de heer Spong wel begrijpen. Door het uitreiken van zo'n prijs kan je de indruk wekken dat je achter de uitspraken over deze kwestie staat. Ik roep de koning en de Nederlandse regering op dat heel zorgvuldig nog eens te bekijken."
Ik ben geneigd te zeggen dat hij na zoveel jaren geen gevangenisstraf zou moeten krijgen, gezien zijn inzet voor de dekolonisatie van Surinamers.
Het Comité Herdenking Slachtoffers Suriname schrijft in een brief aan ministers Slob en Van Engelshoven en de Nederlandse Taalunie: "van een laureaat van de Prijs der Nederlandse Letteren verwachten we solidariteit met de martelaren van het vrije woord en niet met hun beul. We doen een dringend beroep op u openlijk stelling te nemen tegen de anti-democratische en anti-rechtsstatelijke uitlatingen van de laureaat van de Prijs der Nederlandse Letteren 2021. Wij betreuren het dat de lange nacht van straffeloosheid in Suriname haar schaduw heeft geworpen over een emancipatoire moment in de geschiedenis van de Prijs der Nederlandse Letteren."
De Taalunie laat aan Nieuwsuur weten kennis te hebben genomen van de uitlatingen van Astrid Roemer en dat de prijs is toegekend vanwege de waarde en het belang van Roemers literaire werk.
Een verkeerd voorbeeld
Roemer blijft in een telefoongesprek met Nieuwsuur bij haar uitspraken. "Ik vind de uitspraak (van de Krijgsraad, red.) heel erg politiek. Men mag theoretisch hem verantwoordelijk achten voor wat zijn manschappen hebben gedaan, maar dat betekent niet dat hij verantwoordelijk is of dat hij moordenaar genoemd kan worden. Ik ben geneigd te zeggen dat hij na zoveel jaren geen gevangenisstraf zou moeten krijgen, gezien zijn inzet voor de dekolonisatie van Surinamers."
Gonçalves en Spong maken zich zorgen over de effecten van haar uitspraken. "Suriname heeft een jonge bevolking die niet echt op de hoogte is van dit soort zaken", zegt Gonçalves. "En dan horen ze dit van een zeer gerenommeerde schrijfster die een bijzondere prijs krijgt. Ik vind dat deze uitspraken, vooral voor jongeren, niet kunnen. Het is fout en je geeft daarmee een verkeerd voorbeeld."
"Het zal geen invloed uitoefenen op de leden van de Krijgsraad", denkt Spong. "Hoe het aanslaat bij de bevolking is wat anders. Het zal bij de achterban van Bouterse op applaus kunnen rekenen. Maar veel Surinamers zullen ook zeggen: laat die mevrouw zich beperken tot haar eigen vak. Ik denk niet dat veel mensen nu zullen zeggen, wat is die Bouterse opeens een toffe peer. Maar door bewondering voor hem uit te spreken verhoog je zijn credibility in Suriname. Elke poging daartoe vind ik zo fout als maar kan."