Woensdag uitspraak in hoger beroep turnbond KNGU in zaak-Wevers

Turntrainer Vincent Wevers krijgt woensdag duidelijkheid of de KNGU hem moet voordragen als lid van de begeleidingsstaf van de turnsters tijdens de Olympische Spelen in Tokio. Het hoger beroep van turnbond KNGU in de zaak-Wevers diende maandag bij het gerechtshof in Arnhem. De uitspraak volgt woensdagochtend schriftelijk.

Wevers won op 18 juni het kort geding tegen de KNGU om hem voor te dragen als lid van de begeleidingsstaf. De KNGU kreeg toen de opdracht 'alles te doen wat in haar macht ligt' om sportkoepel NOC*NSF te bewegen de turntrainer een accreditatie voor de Olympische Spelen te geven.

De KNGU had volgens de rechter onvoldoende duidelijk gemaakt dat er zwaarwegende redenen zijn om Wevers te weren. Tegen de trainer, vader van olympisch kampioene Sanne Wevers, loopt nog een onderzoek bij het Instituut Sportrechtspraak (ISR) wegens vermeend grensoverschrijdend gedrag. Met het thuislaten van Wevers wilde de turnbond 'duidelijkheid creëren en onrust binnen de nationale ploeg voorkomen'.

De KNGU maakte zondag de selectie van de vrouwenploeg voor Tokio bekend. Vier van de zes turnsters (Vera van Pol, Sanne Wevers, Lieke Wevers en Naomi Visser) worden door Wevers begeleid. Dat laatste feit onderstreepte Wevers maandag nogmaals in het hoger beroep.

De KNGU, die een turbospoedappel aanvroeg in de zaak, is nog steeds van mening dat Wevers niet in Tokio thuishoort. "We wilden graag dat het hof de uitspraak in het kort geding toetst, omdat deze wat de KNGU betreft op meerdere punten niet juist is", zei directeur Marieke van der Plas van de KNGU al eerder.