'Protest tegen Hongaarse lhbti-wet speelt Orbán juist in de kaart'
Chiem Balduk
Redacteur online
Chiem Balduk
Redacteur online
West-Europese politici komen woorden tekort om het Hongaarse verbod op lhbti-voorlichting voor minderjarigen te veroordelen. De wet is "verkeerd" (bondskanselier Merkel), "verschrikkelijk en onacceptabel" (demissionair premier Rutte) en "schandalig" (voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen).
De verontwaardiging is onterecht, vindt de Hongaarse premier Viktor Orbán. De nieuwe wet is volgens hem bedoeld om jongeren te beschermen, zonder rechten van lhbti'ers af te pakken. In een interview met het Duitse persbureau DPA stelt hij dat de bescherming van minderheden nergens zo goed geregeld is als in Hongarije, ongeacht de nieuwe wetgeving.
Hij maakt daarbij een vergelijking met de communistische periode: "Toen werden homoseksuelen vervolgd, nu beschermen we ze juist." Vrijheid van het individu is het grootste goed, zegt Orbán. "Die grondhouding is de erfenis van onze strijd tegen de dictatuur."
De Hongaarse ambassadeur in Nederland, András Kocsis, spreekt in een opiniestuk op The Post Online over een "goed georganiseerde hysterie" en "linkse campagne" tegen zijn land. De vermeende hetze zou onderdeel uitmaken van een richtingenstrijd in Europa, waarbij West-Europa Hongarije een "post-nationale en post-christelijke wereld" zou willen opdringen.
Nationalistische held
De golf van verontwaardiging en afkeuring speelt Orbán juist in de kaart, denkt de Hongaarse historicus Ferenc Laczó van de Universiteit van Maastricht. "Door de kritiek uit het buitenland kan hij zichzelf neerzetten als eenzame, nationalistische held die de strijd aangaat met de links-liberale Europese mainstream."
Bij die 'cultuuroorlog' maakt hij behendig gebruik van de geschiedenis, zoals het 'verjagen' van het communisme, waar Orbán in 1989 bij betrokken was. "Zo claimt hij te weten wat vrijheid en soevereiniteit inhouden, in tegenstelling tot het Westen", aldus Laczó.
De ophef komt Orbán goed uit, met het oog op de parlementsverkiezingen van 2022, benadrukt Laczó. Die lijken voor het eerst in lange tijd spannend te worden, doordat vrijwel de gehele oppositie zich verenigd heeft in een front tegen Orbáns rechts-conservatieve Fidesz-partij. In peilingen gaan de twee kampen nek aan nek.
Onderdeel van die coalitie is het rechtse Jobbik, dat juist een voorstander van de wet is. "Daarom moet je deze wet ook zien als een politiek-strategische manoeuvre, waarbij de oppositie verdeeld raakt en Fidesz in het middelpunt van het debat", analyseert Laczó.
Niet alleen in Europa
Desondanks denkt Laczó dat Orbán de Europese weerstand rond de anti-homowet heeft onderschat, van Duitse bedrijven en voetbalclubs tot centrumrechtse politici. "Hij moet ervoor zorgen dat hij zichzelf en zijn land niet verder marginaliseert binnen de EU, want Hongarije blijft sterk afhankelijk van Europese steun en subsidies."
Daarbij moet worden opgetekend dat Orbán zeker niet alleen staat in Europa. Een verklaring waarin de Hongaarse lhbti-wetgeving wordt veroordeeld, werd ondertekend door een deel van de EU-lidstaten, waaronder Nederland.
Landen als Polen en Roemenië vinden zo'n verklaring niet nodig. Ook Oostenrijk en Griekenland schaarden zich aanvankelijk niet achter de veroordeling, maar kwamen daar na kritiek vandaag op terug. Deze impliciete steun uit Centraal- en Oost-Europa kan Orbán gebruiken in zijn cultuurstrijd met het Westen.
De krachtige reactie van de EU is relatief uitzonderlijk.
Die strijd wordt mogelijk uitgevochten bij het Europees Hof van Justitie. Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, wil "alle macht gebruiken om ervoor te zorgen dat de rechten van alle EU-burgers worden gegarandeerd." De Hongaarse wetswijziging is volgens haar discriminerend en een schending van de fundamentele waarden van de EU.
Wat kan de EU doen?
De krachtige reactie is relatief uitzonderlijk, zegt historicus Michiel Luining, die aan de Universiteit Antwerpen onderzoek doet naar Europees recht en Midden-Europa. "Voorheen was de kritiek vaak dat de Commissie niet optrad tegen Hongaarse wetten."
In dit geval ziet het ernaar uit dat er sprake is van aantasting van twee sterke Europees-juridische pijlers: het non-discriminatieprincipe en de gemeenschappelijke interne markt. Dat laatste omdat bedrijven worden bemoeilijkt in hun werk: content met lhbti'ers tonen wordt beperkt.
Hongarije zal als tegenargument aanvoeren dat het als autonoom land over zijn eigen wetten gaat, verwacht Luining. "Ook zal worden verwezen naar het EU-verdrag waarin staat dat de nationale identiteit van lidstaten zoals vastgelegd in de grondwet wordt beschermd." In de Hongaarse grondwet staat opgenomen dat de 'traditionele familiewaarden' worden beschermd; daarmee wordt de nieuwe lhbti-wet verantwoord.
Zo'n eventuele inbreukprocedure kan één tot twee jaar duren. Mocht Orbán een nadelige uitspraak negeren, kan een dwangsom volgen. De botsing tussen Hongarije en West-Europa zal dus niet snel voorbij zijn, vreest historicus Ferenc Laczó. "De confrontatie blijft, ook in de toekomst."