Een concurrent gaat BioNTech en Pfizer helpen bij de productie van hun coronavaccin. Het is een opvallende samenwerking die de vraag oproept waarom farmaceuten niet vaker de handen ineenslaan, zodat iedereen sneller kan worden ingeënt. Zeker nu er leveringsproblemen zijn bij AstraZeneca.
De oplossing is niet zo makkelijk als het misschien klinkt, zeggen experts en de producenten. Met name vanwege patenten ligt zo'n samenwerking erg gevoelig. Zeker voor Moderna en Biontech/Pfizer, die gebruikmaken van mRNA-technologie voor hun vaccin. De coronapandemie is de eerste keer dat die op grote schaal wordt ingezet voor vaccinaties.
'Blockbusters'
"Ze gaan niet zomaar de techniek weggeven waarop ze een monopolie willen hebben", zegt emeritus hoogleraar vaccinatie Ben van der Zeijst. Want deze nieuwe vaccins zijn de 'blockbusters' waar farmaceuten volgens hem op hopen. "Farmaceuten kunnen niet té sociaal worden en te weinig winst maken, dan worden ze aangesproken door hun aandeelhouders."
Dit gegeven maakt het bijzonder dat Sanofi bijspringt voor het vaccin van BioNTech en Pfizer. Na tegenslag bij de productie van een eigen vaccin gaat het Franse bedrijf een deel van het productieproces van de concurrenten uitvoeren in zijn fabriek in Frankfurt.
Je moet niet onderschatten hoe moeilijk het is dit soort technologie over te dragen.
De directeur zegt dat het bedrijf de EU 100 miljoen doses kan leveren voor het einde van 2021. Sanofi krijgt de actieve ingrediënten, de mRNA, aangeleverd van BioNTech. In de fabriek in Frankfurt wordt vervolgens het eindproduct gemaakt.
"Dat is meer dan alleen alles bij elkaar voegen", zegt Pfizerwoordvoerder Jan Willem de Heer. Er komt volgens hem een hoop bij kijken: van het injecteren van het mRNA in kleine vetbolletjes tot aan het 'aftappen' in flacons en bewaren op -70 graden. Het is hoogwaardige technologie die maar weinig partijen veilig en consistent kunnen leveren, stelt hij.
Problemen
Voormalig hoofd vaccins bij het RIVM Van der Zeijst beaamt dat grotendeels. "Je moet niet onderschatten hoe moeilijk het is dit soort technologie over te dragen naar een andere locatie." Zo'n proces kan volgens hem al gauw jaren duren.
"Zelfs bij opschalen binnen dezelfde bedrijven kan het problemen opleveren, zoals bij AstraZeneca." Die producent kampt naar eigen zeggen met vertragingen door problemen bij het productieproces.
'Hebben er veel baat bij'
Sanofi is blij met de samenwerking, denkt hoogleraar gezondheidseconomie Maarten Postma van de Rijksuniversiteit Groningen. De concurrent krijgt waarschijnlijk geen directe toegang tot alle techniek, maar kan ook met de verwerking ervan nuttige ervaring opdoen. "Als je die kennis kunt koppelen aan wat je al hebt, zullen ze daar veel baat bij hebben. Ook in de toekomst bij de ontwikkeling van een ander vaccin."
De woordvoerder van Pfizer zegt dat het bedrijf openstaat om samen te werken als dat kan bijdragen aan de strijd tegen covid-19. Hij verwijst naar een eerdere samenwerking met de farmaceut Gilead om het medicijn remdesivir te produceren.
'Patent loslaten'
"Maar we houden vast aan het patent. Om te voorkomen dat minder betrouwbare partijen met het vaccin aan de haal gaan." En vanwege de investeringen die het bedrijf in de ontwikkeling van het vaccin heeft gestoken.
Een groep hulporganisaties en (oud-)regeringsleiders pleit er juist voor om het patent in dit geval los te laten. Zij benadrukken dat de distributie van de vaccins oneerlijk uitpakt voor armere landen. De inwoners daarvan kunnen veel sneller een prik krijgen als het 'recept' wordt gedeeld met andere farmaceutische bedrijven.
Postma verwacht dat een tussenvorm het hoogst haalbare is, waarbij het patent deels blijft bestaan om de kosten te dekken. "Er moet ook gekeken worden naar de kosten van alle ontwikkelde medicijnen die de markt niet hebben gehaald. Een belangrijk en valide argument is dat er ook veel publiek geld naar de ontwikkeling van coronavaccins is gegaan. Maar daar staat tegenover dat er ook veel geld van bedrijven naartoe is gegaan."