Amerikanen hebben duidelijk iets te kiezen, daar zullen Donald Trump en Joe Biden het over eens zijn. In hun tweede debat wisten beide kandidaten hun verschillende standpunten en temperamenten beter over te brengen dan bij de chaotisch verlopen eerste ontmoeting.
"Het was een stuk beheerster", zag correspondent Marieke de Vries. "De heren luisterden naar elkaar, reageerden op elkaar en onderbraken elkaar nauwelijks. Daardoor kon de kijker goed volgen waar de twee inhoudelijk voor staan en waarin ze verschillen."
"Joe Biden presenteerde zich als iemand die president wil worden voor alle Amerikanen. Hij zei dat het karakter van dit land op het stembiljet staat en dat hij een andere toekomst voor zich ziet, dat hij fatsoen en respect terug wil. Trump zette zich neer als een outsider, een zakenman die wil doorpakken. Hij verweet Biden typisch gedrag van een politicus: veel gepraat maar weinig actie."
Bekijk hieronder een samenvatting van het debat in zeven minuten:
Meteen in hun antwoorden op de eerste vraag tekende zich dat onderscheid al af. Gevraagd naar de coronacrisis klonk Trump optimistisch. Hij wees erop dat een vaccin in ontwikkeling is, dat hij de economie voor een lockdown wil behoeden en nota bene zelf het virus heeft overleefd.
Biden waarschuwde juist dat er een donkere winter aan zit te komen door het falende beleid van de president. Hij wendde zich rechtstreeks tot de kijkers om te zeggen dat hij het verdriet van het land begrijpt: een strategie die hij vaker toepaste in het debat, zelfs nadat Trump dat had weggezet als een retorisch trucje.
Biden en Trump zijn het totaal oneens over de corona-aanpak:
Doordat Trump zijn tegenstander dit keer meer liet uitpraten, kon de president hem ook beter op inhoudelijke punten aanvallen. De Vries: "Zo lokte hij Biden uit de tent over de toekomst van de olie-industrie. Toen de Democraat zei dat hij die wilde afbouwen, begon Trump meteen over de oliestaten: 'Texas, let je op? Pennsylvania, let je op?' Dat was een heel slimme debattechniek."
Biden moest ook in de verdediging schieten toen een omstreden drugswet uit 1994 ter sprake kwam. Door die wet werden kleine drugsvergrijpen zwaar bestraft en belandden veel jonge zwarte mannen lang achter de tralies. "Biden moest toegeven dat de wet fout was geweest", zegt De Vries. "Toen hij zei dat te willen aanpassen als hij president wordt, vroeg Trump hem meteen waarom hij dat niet gedaan had toen hij vicepresident was."
Biden bleef overeind
De 77-jarige Biden slaagde er wel prima in het beeld te weerleggen dat de Trump-campagne de afgelopen maanden van hem had geschetst. Hier stond geen seniele, oude man tegenover de kwieke president: Biden bleef strijdbaar en alert. De Vries: "Hij deed het goed. Misschien was hij aan het einde wat moe, maar hij bleef absoluut overeind."
De Vries vond ook dat Biden de aanval van Trump over misstanden in immigratiecentra goed wist te pareren. Naar aanleiding van het nieuws dat advocaten in de VS op zoek zijn naar de ouders van meer dan 500 migrantenkinderen (die op last van de regering-Trump van hun ouders waren gescheiden), benadrukte Trump dat zijn voorganger Obama de kooien had gebouwd waarin migranten werden opgesloten.
"Biden kwam terug en zei dat het Trump was die kinderen bij hun ouders had weggehaald en de administratie niet op orde had. Crimineel noemde hij dat, en indruisen tegen waar het land voor staat."
Beter uit de verf
Omdat beide mannen hun momenten hadden, wil De Vries niet spreken van een winnaar in het debat. "Het kon ook niet veel slechter dan de vorige keer. Maar geen van beiden maakte grote fouten, zo'n moment dat je bijblijft en constant wordt herhaald op alle zenders."
"Joe Biden wist het beeld dat Trumps achterban van hem voorgesteld kreeg bij te stellen. Hij presenteerde zich als een kalm leider waar misschien behoefte aan is. En ook Trump kwam beter uit de verf doordat hij beheerster was."
De verkiezingen zijn over 11 dagen, op 3 november. De Vries benadrukt de lastige positie waar Trump in zit. "Het kan wel eens te laat voor hem zijn. Hij staat al weken achter in de peilingen en het is maar de vraag of dit debat de meningen verandert."