Een 'game-changer' en 'zeer hoopgevend', zo werden de afgelopen weken verschillende nieuwe snelle testmethoden voor het coronavirus geïntroduceerd. Met een beetje geluk hoef je binnenkort slechts een kwartiertje te wachten in de teststraat en kan je, bij een negatieve test, meteen weer aan het werk of naar de winkel.
Maar hoewel de nieuwe tests veelbelovend zijn, is er nog flink wat werk te doen willen ze de maatschappij van het slot halen, zegt gezondheidseconoom Jochen Mierau. "Er worden in een sneltreinvaart tests ontwikkeld, maar de regulering blijft achter. Ik denk dat het ministerie van Volksgezondheid daar echt een inhaalslag moet maken", zegt Mierau.
Want je kan in theorie allerlei toepassingen voor sneltests bedenken, van zorgpersoneel tot docenten en bij de supermarkt of de huisartsenpost, maar voor gebruik in de praktijk moet wel wet- en regelgeving komen. "Je wil eigenlijk algemene regels van hoe je de tests wil inzetten en onder welke voorwaarden. Dat moet je niet per test willen bekijken."
Richtlijn voor minimale betrouwbaarheid
Daarnaast moet er worden vastgesteld wat de minimale betrouwbaarheid van nieuwe tests moet zijn. "De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft al scores vastgesteld waar alle tests volgens hen aan moeten voldoen", vertelt Mierau. "Maar de Nederlandse overheid moet daar nog een richtlijn voor bedenken."
Daarom schrok de gezondheidseconoom naar eigen zeggen een beetje toen minister Hugo de Jonge zei dat er al wordt nagedacht over toepassingen van sneltests. De minister ziet bijvoorbeeld mogelijkheden voor een snelteststraat voor mensen in vitale beroepen of voor mensen die positief naar voren komen uit de bron- en contactonderzoeken.
Voor- en nadelen van de snelle testen
In Nederland kan elke fabrikant in principe zijn tests verkopen zonder dat er goedkeuring voor nodig is, maar de sneltests die in de Nederlandse publieke sector zullen worden gebruikt (zoals de GGD-teststraten) worden wel eerst gevalideerd door onderzoekers. Ze zijn daarbij vergeleken met de standaard PCR-test voor corona.
Hoewel er dus nog geen Nederlandse richtlijn is voor de betrouwbaarheid van sneltests, zijn de drie nieuwe tests die gebruikt gaan worden wel gevalideerd en door onderzoekers betrouwbaar genoeg bevonden. Het gaat om de LAMP-test van TNO, de sneltesten van de bedrijven Abbott of BD en de blaastest van het Leidse bedrijf Breathomix.
Wat zijn de voor- en nadelen van deze testen? We zetten het hieronder op een rij:
"Als de blaastest echt goed werkt kan dat een enorme boost geven. Je kan denken aan allerlei blaastestlocaties in de buurt waar mensen even langs kunnen gaan", zegt Mierau. Die moeten dan wel allemaal worden aangesloten op een informatiesysteem. "Bij een positieve uitslag wil je wel zeker weten dat dit ook gemeld wordt bij de GGD en deze persoon meteen naar huis gaat, in quarantaine."
Als de sneltesten op grote schaal ingezet kunnen worden, kan een negatieve testuitslag wel degelijk een 'ticket' zijn naar restaurant of theater. "Ook daar moet je dus over nadenken. Mag je met een negatieve test inderdaad weer naar je werk, de winkel of zelfs een restaurant? Is een blaastest daar ook goed genoeg voor, of alleen de snelle PCR-test? En wanneer moet de test zijn afgenomen?"
De gezondheidseconoom ziet wel degelijk een zonnige toekomst voor de sneltest, maar binnen de juiste kaders. "Ik denk dat vooral de zorg en dan het onderwijs zitten te springen om deze tests. Ik kan me heel goed voorstellen dat je de horeca open kan gooien voor mensen die een negatieve test kunnen laten zien. Wel moet je dan natuurlijk goed borgen dat er niet mee kan worden gesjoemeld."