De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) komt deze week met een nieuwe richtlijn voor het gebruik van sneltests. Deze coronatests moeten de laboratoria en de GGD's ontlasten. Wereldwijd brengen grote farmaceuten verschillende supersneltests op de markt. Een oplossing voor alles zijn ze niet, zegt viroloog Chantal Reusken. "Maar ze kunnen wel degelijk de druk van het testen afhalen. Daar zijn ze heel nuttig voor."
Reusken, viroloog bij het RIVM en onder meer betrokken bij testbeleid, testcapaciteit en testinnovatie, schrijft mee aan de WHO-richtlijn. "De boodschap zal onder meer zijn dat sneltests uitgebreid moeten worden, gevalideerd in de beoogde context voor gebruik."
Ze bedoelt daarmee dat de tests kunnen helpen als er bijvoorbeeld een uitbraak is in een verpleeghuis en er snel een duidelijkheid moet zijn of het om corona gaat. "Kijken hoe wijd verspreid de besmettingen zijn. Maar daarna moet je alsnog de reguliere PCR-tests doen voor een definitieve bevestiging."
Ze noemt het een twee-staps-systeem. "Dit geldt eigenlijk voor alle situaties in duidelijk geïdentificeerde settings waarin een uitbraak vermoed wordt. Dan kun je al een eerste snelle actie ondernemen ter voorkoming van verdere besmettingen in afwachting van de definitieve resultaten met betrouwbare testen", zegt Reusken.
OMT-advies
Ook viroloog Marion Koopmans zegt dat de sneltest een goede aanvulling kan zijn op de huidige PCR-test. "Maar er is nog veel onduidelijk over de betrouwbaarheid van de tests. Op dit moment worden er wel zo'n 800 verschillende sneltests aangeboden aan de WHO. Daar wordt op dit moment het kaf van het koren gescheiden. Iedere producent is heel positief over de werking van de tests, maar er is genoeg reden om daar kritisch naar te kijken."
Het is volgens de viroloog heel belangrijk om te weten onder welke omstandigheden tests goed werken. "Werken ze ook goed bij mensen zonder klachten?" Het OMT komt binnenkort met een advies over de inzet van sneltesten en hoopt dan ook hierover wat te kunnen zeggen. OMT-lid Koopmans wil nog niet op dat advies vooruitlopen.
Volgens Reusken kunnen sneltests ook nuttig zijn in situaties waar PCR-testen niet voorhanden zijn. "Bijvoorbeeld in plattelandsgebieden in Afrika. In afwachting van definitieve uitslagen die dan dagen op zich kunnen laten wachten, kun je dan vast op basis van zo'n antigeentest bijvoorbeeld starten met infectiepreventie en controle-maatregelen."
Koopmans: "Met de sneltest zou je kunnen zeggen: hoogpositief getest dan voorrang bij bron- en contactonderzoek. Daarmee zou je sneller bron- en contactonderzoek kunnen doen."
De betrouwbaarheid van de sneltests blijft voorlopig nog een probleem, zegt Reusken. De sensitiviteit is meestal heel laag en komt vaak niet boven de 50 procent uit. Sommige fabrikanten - zoals Roche - claimen een sensitiviteit van 96 procent, maar dat moet volgens Reusken eerst nog onafhankelijk uitgezocht worden.
Gouden standaard
"Fabrikanten testen vaak vooral onder ernstig zieke mensen met duidelijke symptomen. Dat zal gunstig uitpakken voor de sensitiviteits-percentages", zegt Reusken. "Het is interessant om te weten of de test ook werkt bij mensen die geen symptomen of zeer milde symptomen hebben. Wat de WHO waarschijnlijk gaat doen, is een ondergrens voor sensitiviteit van sneltests voor gebruik in specifieke situaties aangeven, bijvoorbeeld 70 tot 80 procent."
Verschillende laboratoria in Nederland wordt wekelijks gevraagd naar hun resultaten. Reusken: "De PCR-tests vormen de gouden standaard. In de proefopzetten waarin de waarde van de sneltests nu onderzocht wordt, worden de sneltests naast de PCR-testen uitgevoerd." Dit gebeurt alleen met toestemming van de degene die getest wordt.
De sneltests zullen in Nederland pas beschikbaar zijn als ze aan alle eisen voldoen. Reusken: "En er moet een robuuste aanlevering zijn. Belangrijkste is dat ze eerst moeten bewijzen dat ze voldoende accuraat zijn."