Met tientallen collega's in een kleine lift naar beneden, dan met dezelfde grote groep in een krap treintje door de mijnschacht naar de werkplek, om daar, diep onder de grond, dicht op elkaar te werken in nauwe gangen.
In de Poolse kolenmijnen is afstand houden onmogelijk. Zo'n 20 procent van alle Poolse coronabesmettingen vond plaats in de mijnen. Vanwege acuut gevaar werd in juni de productie van twaalf mijnen gestaakt.
Sommige experts pleiten ervoor om dit moment aan te grijpen om de hele kolenindustrie op te doeken. Maar inmiddels draaien de mijnen weer op volle toeren en zijn de meeste kompels aan het werk. Ziekenhuizen vrezen voor een nieuwe besmettingspiek.
Meeste mijnwerkers asymptomatisch
"Wij produceren 50.000 ton steenkool per dag, volgens plan", zegt Artur Dyczko, directeur van kolenbedrijf JSW, bij Katowice. "Voor mij is belangrijk dat we onze contracten nakomen, om de financiële veiligheid van onze werknemers te waarborgen."
En met de medische veiligheid van de medewerkers zit het volgens hem ook goed. Bij binnenkomst worden kompels met ontsmettingsmiddel besproeid en van iedereen wordt de temperatuur gemeten. Als die te hoog is, gaat een alarm af:
Helemaal waterdicht is het systeem niet. De directeur geeft toe dat hij niet weet of zijn medewerkers asymptomatisch zijn; zonder klachten, maar wel besmettelijk. "Die zekerheid heb ik niet. We vinden het belangrijk om de situatie constant in de gaten houden. En dat doen we ook. Maar ik ben geen arts, ik werk bij een mijn."
Van de mijnwerkers die besmet zijn geweest, hadden de meesten geen klachten, bleek na grootschalig testen. In het regionale ziekenhuis is men dan ook ongerust over de situatie. Juist al die besmettingen zonder ziekteverschijnselen noemt medisch-directeur Wladywslaw Perchaluk gevaarlijk. "Ik ben wel bezorgd over de versoepeling. De beslissing om de mijnen weer open te doen is natuurlijk aan de gezondheidsdienst. Daar beslist de mijndirectie over."
Ook de vakbond vreest dat het aantal besmettingen opnieuw op gaat lopen en de mijnen weer stil worden gelegd. "Dan valt het doek, dan gaan firma's failliet", zegt vakbondsvoorzitter Rafal Jedwabny.
Verlieslijdend en milieuvervuilend
De Poolse president Andrzej Duda zit ermee in z'n maag. Naast de gezondheidsrisico's levert het openhouden van de mijnen ook economische problemen op. De mijnen zijn namelijk zwaar verlieslijdend. Daarnaast moet volgens Europese klimaatregels het kolenverbruik snel naar beneden.
Maar het land is voor de energievoorziening erg afhankelijk van kolen: tachtig procent van de stroom wordt ermee opgewekt. Bovendien zijn juist de mijnwerkersfamilies een belangrijke achterban voor Duda. Hun stemmen heeft hij hard nodig om opnieuw gekozen te worden als president.
En de industrie en de vakbonden zien sluiting van mijnen natuurlijk ook niet zitten. "Een mijnwerker werkt nu eenmaal onder gevaarlijke omstandigheden", zegt JSW-directeur Dycko. "Brand, explosies van methaangas, verzakkingen: voor ons is het coronavirus nog een gevaar erbij dat we de baas moeten worden. Ik vertrouw erop dat we versterkt uit deze coronatoestanden gaan komen."
Ik denk dat dit min of meer het einde wordt van de Poolse kolenindustrie.
Maar door de economische en nu de medische omstandigheden lijkt het onvermijdelijk dat de mijnindustrie inkrimpt, zegt Joanna Mackowiak-Pandera, directeur van denktank Forum voor Energie. "Al voor het coronavirus was de economische situatie van de mijnindustrie erg moeilijk."
"En dat hele coronadebat en het enorme aantal besmettingen roepen grote twijfels op over de toekomst van de kolenindustrie. Ik denk dat dit min of meer het einde wordt van de Poolse kolenindustrie."
Dat is de grote vrees van vakbondsleider Jedwabny. "Ik denk dat sommigen deze situatie willen aangrijpen om de Poolse mijnbouw kapot te maken. Er zijn veel mensen die daar belang bij hebben. Maar wij geven het niet op. En ik denk dat wij deze strijd gaan winnen."