Evaluatie leenstelsel: geld lenen is geen drempel om te studeren
Het leenstelsel blijkt geen belemmering te zijn voor middelbare scholieren om naar de universiteit of een hogeschool te gaan. Studenten zijn wel meer en vaker gaan lenen; voor de meeste studenten een gemiddeld bedrag van 25.000 euro. Dat zijn de belangrijkste conclusies in het eindrapport over de gevolgen van de invoering van het leenstelsel in 2015.
Het onafhankelijke onderzoeksinstituut ResearchNed schrijft dat het leenstelsel "gemiddeld genomen" doeltreffend en doelmatig is, dat wil zeggen dat het doel van studiefinanciering bereikt wordt. Het kabinet leent en geeft studenten geld om ervoor te zorgen dat er geen "onoverkomelijke financiële belemmeringen" zijn om te studeren. Die zijn er dus niet, stellen de onderzoekers. "Scholieren uit havo en vwo weten de weg naar het hoger onderwijs nog even goed te vinden als voor de invoering van het studievoorschot."
In het rapport staat ook dat de kennis over het leenstelsel, de aflossingsvoorwaarden en draagkrachtregeling te beperkt is, vooral bij gezinnen met een lager opleidingsniveau. Ook vragen de onderzoekers aandacht voor de doorstroom van mbo naar hbo; daarvan is het niet zeker dat lenen geen belemmering is. En er moet extra gekeken worden naar ouders met een middeninkomen. "Beter zicht is nodig op de impact die de kosten van studerende kinderen hebben op het inkomen van deze groep ouders."
Leenangst
Naar de evaluatie is in Den Haag lange tijd uitgekeken. In de Tweede Kamer is steeds minder steun voor het leenstelsel. Jarenlang waren behalve VVD en D66 ook PvdA en GroenLinks voorstander om de studie van jongeren te financieren met een gunstige lening, in plaats van met een gift uit de staatskas. Het extra geld, zo'n 800 miljoen euro, zou in beter onderwijs worden gestopt; meer docenten en minder overvolle hoorcolleges was de belofte.
D66 heeft vandaag na publicatie van het rapport bekendgemaakt dat ook de regeringspartij van het leenstelsel af wil en aan een "nieuwe studiebeurs" denkt.
Vorig jaar veranderden de PvdA en GroenLinks al van mening en schaarden zich bij de tegenstanders, die al langer bezorgd waren over de toenemende studiedruk en groeiende leenangst. Door de stress over de steeds groter wordende lening zouden studenten extra onder spanning staan om hun studie snel af te maken, er zou geen tijd meer zijn voor nevenactiviteiten en studenten zouden langer thuis blijven wonen, aldus de critici. Uit onderzoek van NOS op 3 bleek ook dat de beloofde onderwijsinvesteringen kleiner zijn dan gepland.
Minister Van Engelshoven van Onderwijs heeft tot nu toe de kritiek op het leenstelsel weersproken. Zij benadrukt dat er gunstige voorwaarden zijn voor het aflossen van de schuld en dat de kwaliteit van het onderwijs met stappen wordt verbeterd. In het regeerakkoord is ook afgesproken dat het leenstelsel blijft bestaan en daaronder hebben de tegenstanders in de coalitie CDA en ChristenUnie hun handtekening gezet. De D66-minister van Onderwijs zegt nu "tevreden" te zijn met de conclusie dat "het studiefinancieringsstelsel bijdraagt aan de toegankelijkheid" van het hoger onderwijs.
Studentenbonden blijven fel tegen het leenstelsel. De LSVb vindt dat het rapport "pijnlijk zichtbaar" maakt dat het leenstelsel leidt tot torenhoge schulden. "De coronacrisis verergert deze situatie alleen maar." Het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) stelt dat de minister de grootste pijnpunten, zoals de hoge schulden en problemen bij studenten uit gezinnen met middeninkomens, onvoldoende erkent.
Stress
De onderzoekers hebben naar eigen zeggen "zijdelings" aandacht besteed aan stress die de studenten ervaren. Zij schrijven: "Eerste voorzichtige resultaten wijzen erop dat lenen als zodanig niet leidt tot stress, maar dat dit veeleer te maken heeft met zorgen over de toekomst (renteontwikkeling, effect op hypotheken, banenkansen)." Er komt nog een RIVM-onderzoek naar de mentale druk onder jongeren.