Het leenstelsel ontleed: waar is het geld van afschaffing basisbeurs gebleven?
De beloofde onderwijsinvesteringen bij het afschaffen van de basisbeurs, zijn vooralsnog lager dan gepland, ontdekte NOS op 3. Ook is er onduidelijkheid over de cijfers.
Vanaf 2015 werd de studiebeurs voor iedereen een lening. Met het geld dat dit de overheid opleverde, zouden flinke jaarlijkse investeringen in het hoger onderwijs worden gedaan. Op de lange termijn liepen die volgens toenmalig minister Bussemaker op tot een miljard in 2026.
Studenten kregen dus geen studiebeurs meer, maar profiteerden wel van beter onderwijs op hogescholen en universiteiten, zo was de gedachte.
Check hier wat er met dat geld gebeurt:
Vooral de eerste generatie studenten die de hele studiebeurs moesten lenen, profiteerden nauwelijks van de investeringen. Tussen 2015 tot 2017 ging er in totaal zo'n 280 miljoen echt naar meer kwaliteit van hoger onderwijs, berekende de Algemene Rekenkamer eerder.
Dat was geld dat de hogescholen en universiteiten overigens zelf investeerden. Vanaf 2018 ging de overheid jaarlijks geld beschikbaar stellen. In dat jaar werd er rechtstreeks zo'n 184 miljoen euro aan de onderwijsinstellingen uitgekeerd en in 2019 zo'n 192 miljoen.
13 euro
En even in perspectief: als je deze investeringen deelt door het aantal studenten dat zonder basisbeurs studeerde in de afgelopen vier jaar, dan is dat over die periode gemiddeld een bedrag van 33 euro per student per maand. Deze studenten bouwden wel een studielening op van gemiddeld 15.000 tot 21.000 euro.
Maar niet alleen studenten die hun basisbeurs moesten inleveren, profiteerden van investeringen. Daar hadden bijvoorbeeld ook internationale studenten, studenten die nog wel een basisbeurs kregen en studenten die lenen onder het nieuwe stelsel, baat bij. Bereken je de investering over al deze studenten, dan kom je op een bedrag van 13 euro per student per maand in de afgelopen vier jaar.
De genoemde bedragen die geïnvesteerd zijn in het hoger onderwijs, staan los van de bezuinigingen, die niet direct van het kwaliteitspotje afgaan, maar de opleidingen in de praktijk wel raakten de afgelopen jaren. Wat er aan de ene kant bijkwam, ging er aan de andere kant af. Het gaat dan bijvoorbeeld om algemene kortingen of het doorschuiven van tekorten uit het verleden. En dan kom je bijvoorbeeld in 2018 en in 2019 onder nul uit.
Volgens Bart Pierik van de VSNU, de koepel van universiteiten, is van 'extra' geld in dat licht geen sprake: "We vinden het jammer en betreurenswaardig dat er aan de ene kant wordt bezuinigd, terwijl er aan de andere kant extra geld beloofd is om te investeren in de kwaliteit van het onderwijs. Zeker in het licht van de doelstellingen die we met zijn allen voor het hoger onderwijs hebben geformuleerd. Dat komt de kwaliteit van het onderwijs niet ten goede."
Miljard
Maar is er dan sprake van investeringen die oplopen tot een miljard? Het hoogste netto bedrag dat wij berekenden aan onderwijsinvesteringen is er in het jaar 2026. Dan gaat er, zoals het er nu uitziet, netto zo'n 700 miljoen naar het hoger onderwijs. Na 2026 loopt dat bedrag weer af, naar 620 miljoen in 2035.
Volgens een woordvoerder van het ministerie OC en W staan er in 2026 ook vouchers met een totale waarde van 118 miljoen euro in de plannen, waarmee studenten een geldbedrag krijgen voor een tweede studie later. En dat is ook kwaliteit van onderwijs, zegt hij.
Maar ook als je de vouchers meetelt, wordt het in 2026 waarschijnlijk geen miljard. Dat komt doordat het de regering niet lukte een deal met de NS te maken om studenten goedkoper te laten reizen. Geen deal betekende zo'n 200 miljoen minder per jaar voor dit potje onderwijsinvesteringen.
Minister Van Engelshoven blijft wel proberen alsnog een deal te maken. Eerder schreef zij aan de Tweede Kamer dat dit niet eenvoudig is. Er is al uitvoerig naar gekeken en de kortingen zijn niet eenzijdig af te dwingen bij de vervoerders, schrijft ze.
De minister benadrukt dat ze zich aan de afspraken van het leenstelsel houdt. "Stap voor stap komt er geld beschikbaar. We zitten op koers."
Vergrootglas
Tweede Kamerleden zijn inmiddels klaar met al het geschuif met potjes. Lisa Westerveld van GroenLinks: "Wat ons irriteert is dat door dit kabinet wordt gezegd: wij investeren enorm in onderwijs. Maar aan de andere kant, en dat maakt het zo moeilijk om die onderwijsbegroting goed te doorgronden, merk je dat er telkens weer geld vanaf wordt gehaald. Daardoor krijgen wij de indruk dat we met een vergrootglas moeten zoeken: hoe zit dat nou precies met al die plussen en minnen?"
Dat gevoel deelt Harry van der Molen, Tweede Kamerlid voor het CDA. "Of dat miljard er komt, dat weten we eigenlijk niet. Uit de begroting van het ministerie kan ik het niet halen."
De Landelijke Studenten Vakbond (LSVB) is niet verbaasd dat het miljard volgens ons geen miljard wordt. "Dat hebben we eigenlijk altijd gezegd, maar het is natuurlijk wel schandalig; dat je studenten wel in de schulden steekt, maar dat je niet de kwaliteit van het onderwijs verbetert."