Onderzoek naar zaak Julio Poch op z'n vroegst eind dit jaar klaar
Het onderzoek naar de feiten in de zaak van de Argentijns-Nederlandse piloot Julio Poch is op zijn vroegst eind dit jaar klaar. Dat zegt de leider van het onderzoek, voormalig advocaat-generaal Ad Machielse.
In een brief aan minister Grapperhaus van Justitie schrijft Machielse dat er tot nu toe 10.000 documenten over de zaak zijn verzameld, maar dat die stukken vaak gebrekkig toegankelijk zijn. Ook ontbreken er nog belangrijke documenten.
De onderzoekscommissie wil ook interviews gaan houden met getuigen en betrokkenen, maar vanwege de veiligheidseisen in verband met de coronacrisis neemt dat meer tijd in beslag dan eerst gedacht, schrijft Machielse. "Een zorgvuldige procedure leidt tot een te verwachten oplevering van het rapport in de loop van het vierde kwartaal van dit jaar, behoudens onvoorziene omstandigheden."
Dodenvluchten
Machielse werd begin 2019 gevraagd om te kijken naar de rol die de Nederlandse overheid heeft gespeeld bij de opsporing en vervolging van Poch. De Transavia-piloot werd verdacht van betrokkenheid bij dodenvluchten tijdens de Argentijnse dictatuur. Hij zat acht jaar vast in Argentinië, maar werd in 2017 vrijgesproken.
Minister Grapperhaus heeft nooit een termijn verbonden aan het onafhankelijke onderzoek van Machielse, maar verschillende Kamerleden hebben al geklaagd dat ze het te lang vinden duren.
Dienstrooster
Centrale vraag bij het onderzoek is of Nederland zijn boekje te buiten is gegaan in de zaak. Zo werkten Nederlandse opsporingsambtenaren nauw samen met de Argentijnse autoriteiten. Omdat Nederland geen landgenoten uitlevert aan dat land werd besloten om Poch in Spanje aan te houden toen hij daar landde met een Transavia-toestel. Nederland zou het dienstrooster van de piloot hebben doorgespeeld aan de Argentijnen.
Na zijn vrijlating is Poch een gerechtelijke procedure begonnen tegen de Nederlandse Staat. Hij eist 5 miljoen euro schadevergoeding.