Siebe Sietsma en Jop de Vrieze
Siebe Sietsma en Jop de Vrieze
Het kabinet zet vandaag een eerste voorzichtige stap in het versoepelen van de maatregelen. Verdere versoepeling is pas mogelijk als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan, zoals uitgebreid testen en grondig contactonderzoek bij iedereen die is besmet. Die taken liggen op het bordje van de GGD's, maar die lijken daar allerminst klaar voor.
Bij zo'n contactonderzoek worden de contacten van een besmet persoon opgespoord, geïnformeerd en in quarantaine geplaatst. Dat is enorm belangrijk, zegt epidemioloog Arnold Bosman die voor de GGD jarenlang contactonderzoeken deed. "Vooral bij een ziekte die je van persoon tot persoon verspreidt, is het, naast een lockdown, de enige manier om het risico van verspreiding klein te houden."
Maar de GGD's in Nederland hebben nog steeds geen instructies gekregen. "Het is onduidelijk hoe ze zich moeten voorbereiden op het loslaten van de lockdown en hoe ze ondersteund gaan worden", zegt Bosman, die vindt dat de aandacht niet langer naar de dweil maar naar de kraan moet gaan. "Vergelijk het met een estafette. Dan moet je nu al volop aan het lopen zijn."
1600 testen per dag
In Duitsland maken ze al wel een tijd serieus werk van de contactonderzoeken. Al sinds het virus in Italië losbarstte. Het Duitse landelijke draaiboek voor pandemieën werd meteen van kracht en werkt inmiddels goed. Een maand geleden plaatste het Duitse RIVM een oproep om vijfhonderd extra 'containment scouts' te werven: er kwamen 11.000 reacties binnen.
De regio Aachen heeft 550.000 inwoners, doet dagelijks 1600 testen en heeft permanent 140 mensen aan het werk. Michael Ziemons is er verantwoordelijk voor het onderzoek. "We hadden al een detailplan klaar, een systeem dat bestond voor tbc-gevallen", zegt Ziemons. "We hebben het systeem nu uitgerold voor grotere getallen."
In Nederland is zo'n plan er niet. Het Outbreak Management Team (OMT) stelt als voorwaarde voor het afbouwen van de maatregelen wel dat er voldoende capaciteit moet zijn voor contactonderzoek. Het OMT adviseert ook dat het ministerie van VWS daarvoor een werkgroep opricht. Maar het ministerie verwijst door naar het RIVM.
En het RIVM zegt dat er op dit moment niet gewerkt wordt aan een plan, maar dat dat mogelijk binnenkort in de politiek wel besproken zal worden. En zolang de GGD's geen instructie krijgen zullen die hun onderzoekscapaciteit niet vergroten, laat GGD-voorman Sjaak de Gouw weten.
Angst voor de dood
Het contactonderzoek is volgens Ziemons niet één-twee-drie op te zetten en het is echt mensenwerk. Veel mensen raken in paniek en hebben de tijd en een goed gesprek nodig om de situatie te kunnen bevatten, legt hij uit. "Je moet alle noodzakelijke informatie verstrekken: wat moet iemand doen."
Dat betekent heel veel vragen beantwoorden. "Mogen ze de hond nog uitlaten, hun kind nog een knuffel geven. Maar mensen vragen ook word ik nu ziek, ga ik dood? Zo ver gaat die angst", aldus Ziemons.
Het eerste en belangrijke telefoongesprek met een contact van een besmette patiënt duurt volgens Ziemons gemiddeld een uur. Duitsland heeft vijf onderzoekers voor elke twintigduizend inwoners.
Als Nederland dat zou aanhouden, zouden er 4250 contactonderzoekers aan het werk zijn. De GGD's hebben nu naar eigen schatting slechts beschikking over enkele honderden tot duizend onderzoekers.
Het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding rekent 16 uur per onderzoek. Al zou dat overdreven zijn; ook bij 8 uur zijn er een paar duizend getrainde contactonderzoekers nodig, die dag in dag uit beschikbaar zijn. Maar die onderzoekers heeft Nederland nu nog niet.
Weinig zicht op overdracht
Elke GGD werkt in Nederland op zijn eigen manier en dat geeft een zeer wisselend beeld, blijkt uit een rondgang van Nieuwsuur: een meerderheid van de GGD's voert nog wel contactonderzoeken uit bij positief geteste patiënten, uitgevoerd door intern opgeleid personeel. Maar alleen om kwetsbare contacten te waarschuwen en niet om de uitbraak te doven.
Andere GGD's laten het contactonderzoek over aan de positief geteste patiënt zelf, die dan zijn contacten moet nalopen en meestal door middel van geschreven informatie moet waarschuwen. Andere GGD's doen helemaal niets meer aan contactonderzoek.
"De instructies zijn niet duidelijk", zegt epidemioloog Bosman, die werkt aan een voorstel om de GGD's te helpen. "Op dit moment heeft brononderzoek letterlijk geen prioriteit. Als meer dan de helft van de contacten onbekend zijn, heb je weinig zicht op de ziekte-overdracht."
Er wordt nu alleen contactonderzoek gedaan bij risicogroepen. Bosman: "Dat is niet de essentie van contactonderzoeken bij het coronavirus. Want je wilt elke infectie indammen. Dus ook mensen die het virus verspreiden maar zich kerngezond voelen, moeten thuisblijven. Anders hebben we zo weer een lockdown."
Hij mist een plan op detailniveau en beaamt dat er veel tijd gaat zitten in de onderzoeken. "Niet iedereen die de instructie krijgt, zal het braaf doen. Daarom is het belangrijk dat mensen elke dag worden gebeld. Vaak twee keer per dag. Over hun temperatuur, hun klachten. Daar gaat echt veel tijd in zitten."