Orie drukt schaatsliefhebber op het hart: 'Winnen is gewoon niet makkelijk'
Het was het weekeinde van de eerste van Jutta Leerdam, de 21ste van Ireen Wüst en toch weer goud voor Kjeld Nuis op de mijl. En ook van de eerste niet-Nederlandse wereldkampioen op de tien kilometer. De 22-jarige Graeme Fish won in een wereldrecord de langste afstand, waarop tot veler verbazing dit keer geen enkele Nederlander het podium wist te bereiken.
De wereldkampioenschappen afstanden in Salt Lake City zitten erop en leverden de Oranje-equipe zeven wereldtitels op. "Over het algemeen waren er wel een paar dingen die een beetje tegenvallen", antwoordt bondscoach Jan Coopmans op de vraag of hij tevreden is. "Op de sprint bij de mannen hadden we wel iets meer verwacht."
Op de 500 meter was Kai Verbij met de tiende plaats de beste Nederlander. En op de 1.000 meter reed Nuis weliswaar naar het zilver, maar de achterstand op de superieure Pavel Koelizjnikov (ook winnaar van de 500 meter) was dermate groot dat het goud voor de Nederlanders voorlopig buiten bereik lijkt. "Maar op de 1.500 meter winnen we dan toch weer", zegt Coopmans met genoegen.
Bekijk hieronder in de carrousel de zeven Nederlandse gouden medailles:
Nederland sloot de WK af met veertien medailles, het laagste aantal op het belangrijkste toernooi van het seizoen (WK afstanden of Olympische Spelen) sinds 2013. Toen wonnen de Nederlanders in totaal dertien plakken, al moet daarbij worden aangetekend dat de massastart destijds nog niet op het programma stond.
Vorig jaar won Nederland zestien medailles en dat was ook bij de Olympische Spelen van 2018 in Pyeongchang het geval.
'Geen positieve ontwikkeling'
Sven Kramer zei afgelopen weekeinde dat hij er geen voorstander van is dat veel Nederlandse coaches actief zijn in het buitenland en daarmee de concurrentie helpen. Coopmans is het daarmee eens.
"Ik ben er als Nederlandse coach niet blij mee dat we kennis naar het buitenland brengen. Maar we moeten die inbreng ook niet overdrijven. Er wordt ook extra structuur gecreëerd, waardoor het beter gaat. Toch vind ik het voor Nederland geen positieve ontwikkeling."
Jac Orie, hoofdcoach van Jumbo-Visma, vindt het niet zo'n probleem. "Iedereen is er vrij in een Nederlandse coach aan te nemen. Ik vind dat goed voor het schaatsen en de ontwikkeling ervan."
'Heb jij ze gezien?'
Dat Nederland iets minder wint dan de afgelopen jaren, baart Orie geen zorgen. "Je ziet maar hoe dun het is", verwijst hij naar de grens tussen winst en verlies.
"Winnen is gewoon niet makkelijk. Je ziet hoe makkelijk je een afstand verliest. Kijk naar de tien kilometer. Die moesten we afschaffen, want die Nederlanders werden altijd eerste, tweede en derde. Heb jij ze gezien?"
Orie ging ook nog in op het teleurstellende weekeinde van Patrick Roest. In het voorseizoen heerste hij op de lange afstanden, met onder meer baanrecords op de vijf en tien kilometer in Heerenveen. Dit weekeinde was hij geen schim van die ongenaakbare schaatser.
Op de vijf kilometer eindigde Roest nog als vierde, waarna hij werd gediskwalificeerd omdat hij de verplichte band niet om zijn arm had. Een dag later strandde hij op de tien kilometer op de achtste plaats, met als gevolg dat hij door Coopmans uit de opstelling van de ploegenachtervolging werd gehaald.
"Hij was hier niet goed", stelt Orie onomwonden. "Hij was zichzelf niet. Dat zag je meteen aan de manier waarop hij schaatste."
"Ik vond het niet goed en hijzelf ook niet. Er is iets niet goed gegaan. Daar moeten we nog eens goed naar kijken. Het is vaak te complex om te zeggen: het komt hierdoor of het komt daardoor. Dat moeten we rustig gaan bekijken."