Kabinet komt met noodplannen tegen lerarentekort in grote steden
Het kabinet komt met noodmaatregelen om het lerarentekort in de grote steden aan te pakken. Eind januari liggen die plannen er voor Amsterdam en Den Haag, daarna volgen ook Rotterdam, Utrecht en Almere. De noodmaatregelen moeten de dagelijkse stress van scholen wegnemen, zodat scholen de ruimte krijgen om zich te richten op oplossingen voor de komende jaren, zegt minister Slob van Onderwijs.
In de plannen staat welke scholen het op dit moment het zwaarst hebben en welke maatregelen schoolbesturen nu al kunnen nemen, zegt het ministerie. "Het is onvermijdelijk om het onderwijs anders te organiseren met minder leraren dan we gewend zijn, zonder in te leveren op kwaliteit", schrijft minister Slob van Onderwijs. Er wordt gedacht aan andere lestijden, meer digitale hulpmiddelen of meer 'variatie' in personeel.
De vier grote steden kunnen rekenen op extra geld: die krijgen er de komende vier jaar elk jaarlijks 1 miljoen euro bij om tekorten te bestrijden. Dat geldt overigens niet voor Almere. Ook komt er een investering van 30 miljoen euro in 2020 en 2021 in de regionale aanpak om de tekorten tegen te gaan.
Daarnaast moeten schoolbesturen leraren die in deeltijd werken "actief aanmoedigen" om meer te gaan werken, komen er afspraken over zij-instroom en betere begeleiding van leraren.
Lerarentekort stijgt minder snel
Het lerarentekort in het basisonderwijs loopt intussen minder hard op dan eerder was voorspeld. Over vijf jaar wordt een tekort verwacht van bijna 2000 fte bovenop het lerarentekort van nu. Dat is 1300 fte lager dan eerder was voorspeld, zegt het ministerie.
Slob is blij dat het tekort minder snel stijgt. "Ik zie dat onze aanpak van het lerarentekort werkt, maar ik besef dat dit in veel scholen helemaal niet zo wordt gevoeld. We hebben nog steeds een heel groot probleem, zeker in de grote steden."