Kabinet kijkt naar extra geld om lerarentekort te verlagen
Het kabinet is bereid te bekijken of er volgend jaar eenmalig extra geld kan worden uitgetrokken om het lerarentekort in het basisonderwijs aan te pakken. Bij de Algemene Politieke Beschouwingen vroeg een groot deel van de Kamer daar gisteren om. Premier Rutte zei vandaag dat het kabinet er de komende weken naar kijkt hoe hoog het bedrag moet zijn, en dat daarmee de knelpunten moeten worden opgelost. Hij wilde zich niet vastleggen op cijfers.
Maar de premier zei ook dat werkgevers en werknemers in het basisonderwijs nu eerst een cao moeten afsluiten. "Want er is al geld voor verbetering van de salarissen uitgetrokken; als het lerarentekort urgentie heeft, is het logisch dat het geld voor de sector niet op de plank blijft liggen."
De linkse oppositie is blij dat het kabinet erkent dat er meer geld nodig is, maar wil het niet bij eenmalige oplossingen laten. Bovendien vallen oppositiepartijen over het verband dat Rutte legde met de cao.
Gemeenten en provincies
In het debat zei Rutte verder dat het kabinet met gemeenten en provincies gaat overleggen hoe schommelingen in de inkomsten kunnen worden tegengegaan. Gemeenten klaagden deze week dat ze de komende jaren veel geld tekortkomen. Dat zou ermee te maken hebben dat het systeem nu zo is ingericht dat hun budget wordt bepaald door het bedrag dat het kabinet in een jaar uitgeeft. En het kabinet besteedt nu minder dan vooraf gedacht.
Gisteren vroegen de regeringspartijen ChristenUnie en D66 het systeem te veranderen, waardoor gemeenten bijvoorbeeld meer geld overhouden voor zwembaden en bibliotheken.
Rutte zei daarover vandaag dat het kabinet wil kijken hoe schommelingen in 2020 en 2021 kunnen worden "voorkomen of gedempt". Hij sprak over een "noodverband". En voor de verdere toekomst werkt het kabinet aan een nieuwe systematiek, die de gemeenten meer stabiliteit moet bieden. Het is de bedoeling dat dat systeem in 2022 ingaat.
Jeugdhulp
Rutte zei te kunnen leven met een voorstel van GroenLinks om "expertisecentra" op te richten voor gespecialiseerde jeugdhulp aan jongeren met complexe problemen. Het idee is dat verspreid door het land centra komen met onder één dak faciliteiten uit verschillende disciplines. Daardoor moeten deze jongeren eerder en beter worden geholpen.
Proces tegen Wilders
Tot woede van PVV-leider Wilders wilde Rutte niet ingaan op vragen over bemoeienis van ambtenaren van het ministerie van Justitie met de strafzaak over de "minder Marokkanen-uitspraken". Wilders vindt dat Rutte nog voor de verdere behandeling van die zaak moet zeggen wat hij ervan vindt.
Maar de premier verwees naar de eerdere antwoorden van minister Grapperhaus daarover en zei verder dat het niet verstandig is zich nu in een lopende strafzaak te mengen. Hij is het met de Kamer eens, die in meerderheid een debat wil afwachten tot de rechter zich heeft uitgesproken. "Ik wil politieke beïnvloeding voorkomen", zei Rutte.
Brede middengroepen
Op kritiek van de linkse oppositie dat het kabinet niet genoeg doet om de lage inkomens tegemoet te komen, antwoordde Rutte dat het kabinet ervoor heeft gekozen om de middeninkomens het meest van de lastenverlichting te laten profiteren. "We kiezen niet voor nivellering, maar als er geld te besteden is, geven we dat zoveel mogelijk uit aan de groep ergens tussen de 25.000 en 70.000 tot 80.000 euro, de brede middengroepen."
In het debat zei Rutte verder dat hij voorzichtig wil zijn met het opnieuw dreigen de winstbelasting niet te verlagen. Het kabinet stelde de aangekondigde verlaging van winstbelasting voor grote bedrijven voor volgend jaar uit, omdat de ondernemingen in de ogen van de ministers de lonen te weinig verhogen.
In de Kamer gingen stemmen om dat dreigmiddel ook voor de periode daarna boven de markt te laten hangen. Maar Rutte denkt dat de lasten van bedrijven ten opzichte van de burger al behoorlijk toenemen en dat daar nu een "balans" in is bereikt.
Debat op hoofdlijnen
Aan het slot van zijn antwoord aan de Kamer zei de premier sympathie te hebben voor het idee van GroenLinks-leider Klaver om meer debatten op hoofdlijnen te houden. En hij had ook waardering voor de woorden van Klaver om bij politieke debatten minder in winnaars en verliezers te denken: "Zijn woorden spraken me aan en ik hoorde het ook terug in de sfeer van gisteren."
De premier voegde eraan toe dat hij het helemaal niet erg vindt dat Nederland zoveel partijen heeft. "Ik geloof dat mijn eigen partij voor een kiesdrempel is, maar ik niet. Het toppunt van democratie zou zijn dat hier 150 partijen zitten. Uiteindelijk is de vraag wat de intentie is om met elkaar tot iets te komen."