Hoe de rest van Nederland juist méér toeristen wil (en waarom dat lastig wordt)
Joris Zwetsloot
redacteur Online
Joris Zwetsloot
redacteur Online
Nederland heeft een haat-liefdeverhouding met toerisme. Op dezelfde dag dat bekend werd dat de sector steeds belangrijker wordt voor onze economie, heeft weer een stad genoeg van de hordes bezoekers. Na Amsterdam en trekpleisters als de Zaanse Schans, Giethoorn en Kinderdijk, vindt nu ook Haarlem dat de leefbaarheid onder druk staat.
Maar dat is slechts een kant van het verhaal. Aandacht voor de lokale problemen laat onderbelicht dat de rest van Nederland staat te springen om meer bezoekers. En die gaan komen: verwacht wordt dat het aantal toeristen de komende tien jaar gaat verdubbelen.
Buiten de al bekende knelpunten is Haarlem de eerste en enige plek die dat vervelend vindt, zegt het Nederlands toerismebureau NBTC Holland Marketing, dat met alle deelregio's in contact staat. In de rest van Nederland wordt alleen maar gesproken over hoe men een groter deel van de taart kan pakken.
Gebaande paden
Het codewoord van NBTC is spreiding. Verleid de toerist ook eens andere regio's te ontdekken en ontlast daarmee de toeristische trekpleisters. Marketing en betere voorzieningen gaan dat klusje klaren, aldus NBTC in zijn Perspectief bestemming Nederland 2030. Maar volgens toerisme-expert Stephen Hodes is dat toekomstbeeld niet meer dan een fata morgana.
"Spreiding gaat nooit lukken", zegt Hodes. "Maar een heel klein groepje mondiale toeristen wijkt af van de gebaande paden. Het gros van de bezoekers dat naar Amsterdam komt, blijft minder dan twee dagen in Nederland." Die gaan hun kostbare tijd niet ergens anders besteden, wil hij zeggen. "Bovendien is het aanbod in de rest van Nederland niet te vergelijken met wat Amsterdam te bieden heeft."
Vorig jaar probeerde de provincie Drenthe al een bus vol Chinese touroperators te verleiden om naar Drentse attracties, zoals het monumentendorp Orvelte, te komen:
Hodes' bewering wordt ondersteund door de cijfers. Hoewel spreiding al sinds 2015 een speerpunt is van NBTC, blijft Amsterdam al jaren onverminderd populair. Van alle overnachtingen die de afgelopen jaren in Nederland werden geboekt, was rond de 32 procent in Amsterdam, blijkt uit eigen berekeningen met cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het marktaandeel van de stad is de afgelopen zes jaar zelfs iets gestegen.
Zelfs Rotterdam, na Amsterdam de drukst bezochte stad van Nederland, slaagde er ondanks aanprijzingen door de vermaarde Lonely Planet nauwelijks in meer marktaandeel te vergaren. Ja, de stad profiteerde van de toenemende toeristenstroom: het aantal hotelovernachtingen verdubbelde de afgelopen zes jaar, aldus cijfers van het CBS. Maar vergeleken met de totale groei van hotelovernachtingen werd de taartpunt van Rotterdam de afgelopen zes jaar slechts 0,6 procentpunt groter.
Mediahype
Toeristen afsnoepen van Amsterdam wordt dus erg lastig. Dat zegt ook Shelly van Winden, die als onderzoeker werkt bij MarketingOost, het bureau dat de negen Hanzesteden op de kaart moet zetten. "Mensen die naar Amsterdam komen voor een vrijgezellenfeest of toeristen die trekpleisters afstruinen om hun bucketlist af te vinken, willen we niet per se hier. Die kun je ook niet verleiden."
Van Winden noemt het spreidingsverhaal een mediahype. MarketingOost richt zich op een hele andere groep dan "de zuiptoerist": bezoekers uit buurlanden. Geen gek idee, aangezien verreweg de meeste toeristen afkomstig zijn uit Duitsland (ruim 4 miljoen), België en het Verenigd Koninkrijk (beide bijna 2 miljoen). Om voor deze groep aantrekkelijker te zijn, zetten de negen oude Hanzesteden, waaronder Deventer, Zwolle, Zutphen en Kampen, hun historie als handelsverbond nu in als handelsmerk.
Strijd tegen het water
Duitsers zijn, naast Nederlanders, ook een belangrijke doelgroep voor Unesco werelderfgoed Schokland. Het oude eiland, inclusief museum, ligt in de drooggelegde Noordoostpolder en vertelt het verhaal van de verbeten strijd tegen het water. In het landschap zijn nog de verhoogde terpen te zien die de vissers bouwden om de Zuiderzee te bedwingen. Het ligt op een half uur rijden van Giethoorn, maar trekt slechts een fractie van de bezoekers.
Directeur Marcel Jansen van cultuurbedrijf Noordoostpolder zou het dorp net als Giethoorn maar wat graag terugzien in de reisgidsen en "de lijstjes". "Wat je kan beleven in Schokland - de rust, het contrast tussen de terpen en het strakke poldergebied - zie je pas als je er bent. Dat is een handicap", zegt Jansen.
Met een verbouwing van het museum en evenementen, zoals deze zomer een kunstroute, heeft hij de bezoekersaantallen van het museum in vijf jaar met ongeveer een derde opgehoogd naar 35.000 man. Het dorp zelf trekt jaarlijks zo'n 100.000 man, met name dagjesmensen, want een gedroomde camping is er nog niet.
Grootste wens? Een bushalte
De grootste wens van Jansen is een bushalte. De dichtstbijzijnde staat kilometers verderop en ontvangt slechts een keer per uur een bus. "Als je de drukte wil ontvluchten moet je naar Schokland komen, en zo blijft het voorlopig echt wel."
Schokland toont aan: gekeken naar toeristenstromen gaat het allemaal om het perspectief. Initiatieven die plaatselijk verschil maken, zijn op het totaal gezien gerommel in de marge, beaamt expert Hodes. "In Zwolle of Kampen kan het de economie helpen, maar het zal nooit de problemen in Amsterdam oplossen."