NOS Nieuws

Hoe bestrijd je de eikenprocessierups? 'Ga vooral niet zelf aan de slag'

  • Erika de Joode

    redacteur Online

  • Erika de Joode

    redacteur Online

Jeuk, rode bultjes en soms zelfs gezwollen lippen en kortademigheid. De brandharen van de eikenprocessierups zijn nog geen halve millimeter lang, maar kunnen zorgen voor veel narigheid. Doordat het aantal rupsen op sommige plekken in Nederland is verdriedubbeld, regent het klachten. Maar de bestrijding? Die komt traag op gang.

Dat ziet ook Bastiaan Meerburg, directeur van het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen. Vandaag maakte minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit bekend dat haar kenniscentrum waarschijnlijk de centrale vraagbaak wordt voor gemeenten. "Het probleem is dat veel gemeenten te laat zijn begonnen met bestrijden", zegt Meerburg. "Eikenprocessierupsen worden in het algemeen vanaf april actief. De meeste gemeenten hebben pas later actie ondernomen, en niet meteen bij het ontstaan van de plaag."

Bestrijdingsmiddelen zijn er al wel, maar ze mogen nog niet in de markt worden gezet:

'We willen nu doorpakken met ons eikenprocessierups-bestrijdingsmiddel'

Nu zijn er dus eigenlijk al te veel rupsen en lopen veel gemeenten en provincies achter de feiten aan. En ze pakken de rupsenplaag vaak verschillend aan, zegt Meerburg. Hoewel je volgens hem wel ziet dat het opzuigen van de nesten een van de meest gebruikte technieken is.

Welke bestrijdingsmethoden zijn er?

Wat voor technieken worden nu toegepast, en wat zijn de voor- en nadelen? Een greep:

Zuigen en branden

Allereerst dus het wegzuigen van de nesten. Daarbij komen de rupsen met nest en al in een stofzuiger terecht. Een effectieve methode, weet ecoloog Jurriën van Deijk, want in bermen waar deze techniek actief wordt toegepast zitten veel minder rupsen. Van Deijk doet bij de Vlinderstichting onderzoek naar de eikenprocessierups.

"Maar met de nesten haal je bijvoorbeeld ook de natuurlijke vijanden van de rups weg, zoals de sluipwesp en de sluipvlieg", vertelt hij. "Hun larven leven in de nesten van de eikenprocessierups." Hetzelfde geldt voor het wegbranden van de nesten.

Vogels en insecten

Over die natuurlijke vijanden gesproken: die kunnen een belangrijke rol spelen in het bestrijden van de rups. Naast de sluipwesp en de sluipvlieg zijn er bijvoorbeeld bepaalde kevers die wel een eikenprocessierups lusten. Hetzelfde geldt voor koolmeesjes. Met nestkastjes kun je zulke vogels stimuleren om hun nest zo dicht mogelijk bij de rupsen te bouwen.

In Gelderland hebben ze dit voorjaar honderd nestkasten opgehangen om te onderzoeken welk effect die hebben op de aanwezigheid van de eikenprocessierups. Ook onderzoekt de provincie samen met de Vlinderstichting en de Wageningen Universiteit of bloemrijke bermen extra natuurlijke vijanden aantrekken. Beide onderzoeken lopen nog.

Biologisch gif en miniwormpjes

Gif werkt vooral goed bij jonge eikenprocessierupsen. Het wordt op de bladeren van de eik gespoten; als de rupsen van die bladeren eten, gaan ze dood.

De methode met miniwormpjes, kleine aaltjes (ook wel nematoden genoemd), werkt anders. Aaltjes kunnen bij de eikenprocessierupsen naar binnen kruipen via de anus en de mond. Daarbij laten ze bacteriën achter die een darminfectie veroorzaken, waardoor de rupsen doodgaan. Volgens ecoloog Van Deijk is het nadeel van zowel het biologisch gif als de aaltjes dat alle rupsen ermee gedood worden, ook de niet-schadelijke varianten.

Ui en knoflook

Er zijn ook nog allerlei technieken die nog niet officieel op de markt zijn, maar die al wel op kleine schaal worden getest door bestrijdingsbedrijven. Kristiaan van Reel uit het Overijsselse Rouveen gebruikt bijvoorbeeld een mengsel van onder andere ui- en knoflookextract om de eikenprocessierups tegen te gaan.

"Als we een nest inspuiten met ons middel, komt er een soort coating over de rups heen die ervoor zorgt dat de haartjes niet verder kunnen worden verspreid. Vervolgens trekken we het vocht uit de rups, zodat die afsterft. En daarna komt er een rottingsproces op gang, waardoor het nest gaat verteren, inclusief de haartjes."

Van Reel is er klaar voor om zijn middel op grotere schaal toe te passen, vertelt hij. Maar dat gaat niet zomaar: ieder nieuw middel moet aan strenge toelatingseisen voldoen. En dat is een procedure die best lang kan duren, zegt Bastiaan Meerburg van het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD). "De minister gaat erover, maar ik kan me voorstellen dat het in uitzonderlijke situaties fijn is als je snel over bepaalde middelen kunt beschikken."

Wat kun je zelf doen?

Wat nu als je zelf een eik met rupsen in de buurt hebt, en het te lang duurt voordat de gemeente actie onderneemt? KAD-directeur Meerburg en ecoloog Van Deijk zijn eensgezind: don't go there. "Het is echt af te raden om zelf aan de slag te gaan omdat gemeenten de plaag niet kunnen bijbenen", zegt Meerburg. "De rups is een gevaarlijk dier. En als je zelf een gasbrandertje pakt, loop je bijvoorbeeld het risico dat ook in de naaste omgeving allerlei brandharen terechtkomen, door de hoge druk. Dan besmet je een groot gebied rondom de boom."

Ook Van Deijk zegt: "Niet mee aan de gang gaan. Behalve misschien als je jezelf als marsmannetje verkleedt en alles bedekt. Dan zou je een gat kunnen graven en het rupsennest erin verbergen. Na acht jaar zijn alle brandharen weg, een project met een lange adem dus. En bovendien zitten er vaak meerdere nesten op een boom."

Van Deijk voegt toe dat je altijd een bloemperkje kunt aanleggen om de biodiversiteit te vergroten en natuurlijke vijanden van de rups aan te trekken. "Maar in het algemeen zou ik de gemeente gewoon blijven bellen."

  • NOS
    1/5
  • NOS
    2/5
  • NOS
    3/5
  • NOS
    4/5
  • NOS
    5/5

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl