Laatste woord voor Willem Holleeder
Willem Holleeder krijgt vandaag nog één keer de gelegenheid om het woord te richten tot de rechtbank. Hij kan kwijt wat hij zelf nog belangrijk acht om te weten.
Daarmee is na meer dan zestig zittingsdagen het staartje van de inhoudelijke behandeling van zijn rechtszaak bereikt. Het Openbaar Ministerie eiste in maart levenslang, omdat Holleeder (mede) opdracht zou hebben gegeven voor vijf liquidaties.
Na vandaag is nog één zittingsdag gepland. Op 9 mei wordt nog gesproken over een arrest van de Hoge Raad over de inzet van kroongetuigen, die ook in de zaak tegen Holleeder een rol spelen. Het arrest, dat eind deze maand volgt, kan van betekenis zijn voor zijn zaak.
Vrijspraak
De advocaten van Willem Holleeder hebben de afgelopen tijd betoogd dat hun cliënt moet worden vrijgesproken. Direct bewijs is er namelijk niet.
In de media is hij neergezet als een psychopaat, zeiden ze. Hierdoor zouden getuigen en zelfs de rechtbank kunnen zijn beïnvloed.
Ze vroegen zich af wat de verklaringen van getuigen überhaupt nog waard zijn, aangezien ze details moesten terughalen over wat zo'n vijftien jaar geleden is gebeurd.
PTSS
De zussen van Holleeder kun je zéker niet op hun woord geloven, benadrukte de verdediging. Astrid en Sonja zouden er belang bij hebben gehad om valse verklaringen af te leggen tegen hun broer. Bijvoorbeeld om te verhullen dat ze hebben meegeprofiteerd van crimineel vermogen.
Door alle ellende die ze in haar leven heeft meegemaakt, zou Astrid ook wel eens kunnen lijden aan een posttraumatische stress-stoornis, opperde advocaat Sander Janssen. Met als gevolg dat ze allerlei narigheid op haar broer projecteert. Het Openbaar Ministerie wees Janssen erop dat hij advocaat is en geen arts.
Touwtjes
Volgens zijn advocaten was Holleeder helemaal niet zo'n factor van betekenis in de Amsterdamse onderwereld als vaak wordt gesuggereerd. Anderen zouden aan de touwtjes hebben getrokken, niet Holleeder.
De criminelen die het wél voor het zeggen hadden, zouden bijvoorbeeld John Mieremet en Stanley Hillis zijn geweest (beiden dood). Volgens de advocaten zouden het evengoed deze mannen kunnen zijn geweest die moordopdrachten uitdeelden. Er waren in die tijd zoveel conflicten in het criminele milieu, dat de vermeende slachtoffers van Willem Holleeder ook door anderen kunnen zijn vermoord, is hun theorie.