Rudi Lubbers en het gevecht van zijn leven
Hij zei het niet alleen zelf, volgens Times Magazine wás Muhammad Ali het ook: de grootste sporter aller tijden. En in 1973 stond 'The Greatest' in de boksring tegenover een Nederlander: Rudi Lubbers. En die hield het zelfs twaalf ronden lang vol.
Documentairemaker Bart Nijpels ging voor het programma Andere Tijden Sport op zoek naar die Nederlander. Na een lange speurtocht kwam hij uit in Bulgarije, waar de nu 73-jarige Lubbers een teruggetrokken bestaan leidt.
"Hij bleef in de ring overeind, maar hij is door het leven geveld", constateerde Nijpels.
"Rudi Lubbers is de zoon van een kermisexploitant. Hij kreeg begin jaren zestig bij toeval in Amsterdam een keer bokshandschoenen aangereikt en niet veel later was hij Nederlands kampioen zwaargewicht. Dat was hij acht jaar lang onafgebroken", legt Nijpels uit.
"Hij deed twee keer mee aan de Olympische Spelen, in 1964 en 1968. Maar vooral: hij is de enige Nederlander die ooit tegen Muhammad Ali heeft gebokst."
Hoe kwam die partij tot stand?
"Het verhaal gaat dat de entourage van Ali hem een keer heeft zien boksen. Waarschijnlijk was dat in januari 1973, toen Lubbers in Londen bokste tegen Joe Bugner om de Europese titel. Lubbers verloor die partij op punten, maar hij maakte wel indruk."
"Bovendien was Lubbers een relatief kleine man", vervolgt Nijpels. "Hij was een kop kleiner dan Ali en tien kilo lichter. Nu was het zo dat Ali moeite had om te boksen tegen kleine tegenstanders. En hij moest revanche nemen op de kleine Joe Frazier, die hem in maart 1971 had geklopt. Dus een partij tegen Lubbers paste mooi in Ali's voorbereiding op zijn komende partij tegen Frazier."
"De partij werd in het Indonesische Jakarta gehouden. Ali had zich al een tijdje bekeerd tot de islam. Het was mooi om de partij te laten plaatsvinden in het grootste moslimland ter wereld. Bovendien was het saillant dat hij tegenover iemand stond die uit het land kwam van de voormalige koloniale bezetter."
Hoelang hield Lubbers stand tegen Ali?
"Hij bleef overeind! Sterker, hij gaf Ali goed partij, het was meer dan overeind blijven. Hij raakte hem zelfs een paar keer. Ook dat was bijzonder, want Ali was nauwelijks te raken. Er zijn maar weinig boksers die dat voor elkaar kregen, eigenlijk alleen Ken Norton en Joe Frazier."
"Ali was zo beweeglijk. Vandaar de bekende spreuk die hijzelf altijd verkondigde: float like a butterfly, sting like a bee. Your hands can't hit what your eyes can't see."
"De grootste verdienste van Lubbers in die partij was hoe knap hij zich verdedigde", aldus Nijpels. "En het dus volhield. Het ging niet makkelijk, maar hij hield het wel vol. Een mooie uitspraak komt van Ruud ter Weijden, die destijds commentaar deed bij de partij: 'Tijdens de pauzes was het in de hoek van Ali rustig, maar in de hoek van Lubbers was het alsof je net de deur naar de spoedeisende hulp opendeed'."
Hoe is het nu met Lubbers?
"Hij is 73 jaar oud en leeft een teruggetrokken, zwervend bestaan", zag Nijpels. "Ik ben bijna een jaar bezig geweest om hem te achterhalen. Hij leeft tegenwoordig in Bulgarije, aan de Zwarte Zee. In een busje met zijn partner Ria."
"We wisten ongeveer waar hij zou moeten wonen en we reden naar dat plaatsje toe. Op een gegeven moment zagen we een zwerverachtige man zitten met een tasje. We zeiden tegen elkaar: jongens, dat is hem. Hij begroette ons hartelijk en we zijn een kopje koffie gaan drinken."
"In december zijn we terug geweest. Toen hebben we met hem de partij nog eens bekeken. Dat was mooi om te zien. Hij moedigt zichzelf nog aan. Kom op, Rudi."
Hoe is hij in Bulgarije terechtgekomen?
"Hij wil niet meer in Nederland wonen, omdat hij daar volgens hem bekendstaat als drugssmokkelaar. Hij is namelijk twee keer veroordeeld geweest voor het handelen in drugs. Hij heeft ook twee keer in Portugal in de gevangenis gezeten. Hij heeft het zelf altijd ontkend."
"Hij is zeer verbitterd dat de Nederlandse overheid hem niet heeft geholpen. Hij is een teleurgesteld man. Je zou kunnen zeggen dat het leven niet vriendelijk voor hem geweest is."
"Maar praat met hem over boksen en hij leeft op. Hij kan nog uitgebreid vertellen over elke partij die hij ooit gebokst heeft. Hij weet ook nog precies te vertellen waarom Ali hem had uitgekozen. Ali zocht een bokser, geen vechter. En hij was echt een technische bokser."
Partijen Muhammad Ali 1972-1976
Tegenstander | Winnaar | ||
Februari 1973, VS | Joe Bugner | Ali | |
Maart 1973, VS | Ken Norton | Norton | |
September 1973, VS | Ken Norton | Ali | |
Oktober 1973, Indonesië | Rudi Lubbers | Ali | |
Januari 1974, VS | Joe Frazier | Ali | |
Oktober 1974, Zaïre | George Foreman | Ali | Rumble in the jungle |
Maart 1975, VS | Chuck Wepner | Ali | |
Mei 1975, VS | Ron Lyle | Ali | |
Juni 1975, Maleisië | Joe Bugner | Ali | |
Oktober 1975, Filipijnen | Joe Frazier | Ali | Thrilla in Manilla |
"Hij had nu nog boksleraar moeten zijn; daar was hij heel goed in geweest. Maar het liep anders. Hij is in de ring overeind gebleven, maar door het leven geveld."
Lubbers was opmaat voor 'Rumble in the jungle'
In zijn eerste partij na de ontmoeting met Lubbers versloeg Ali zijn aartsrivaal Joe Frazier in New York. En meteen daarna volgde, nog in hetzelfde jaar, het legendarische gevecht om de wereldtitel tegen George Foreman in Zaïre. Een partij die de boeken inging als 'The rumble in the jungle'.