Post-olympische dip? Tuitert, Wennemars en Hersman hebben weer zin in schaatsseizoen
Precies 250 dagen geleden doofde de olympische vlam in Pyeongchang. De Nederlandse langebaanploeg keerde huiswaarts met zeven gouden, vier zilveren en vijf bronzen medailles.
Vrijdag begint in Thialf het nieuwe schaatsseizoen met kwalificatiewedstrijden voor de eerste wereldbekers. Een zogeheten post-olympisch seizoen. Maar wat betekent dat? Is de druk minder hoog? Kunnen de schaatsers een jaartje bijkomen van de olympische stress? Wordt er langzamer gereden?
"We hebben in elk geval een babyboom", zegt Mark Tuitert. "Kijk maar naar Brent Bergsma, Kae Kramer en Jens Kooiman", wijst de NOS-analyticus naar de zonen en dochter van Jorrit, Sven en Erik-Jan. "Dat gebeurt echt niet in een olympisch seizoen."
Nu al snelle tijden
Volgens commentator Martin Hersman wordt het een seizoen als alle andere. "Niemand is beschermd, we gaan gewoon weer door." Maar volgens Tuitert zijn een olympisch jaar en een na-olympisch jaar nauwelijks te vergelijken. "Het is heel anders, je staat met zo'n andere lading aan de start."
Erben Wennemars is het daarmee eens. "Er is minder druk. Vorig jaar hadden veel schaatsers toch last van stress. Die is er nu niet. Maar vergis je niet: er is echt hard getraind. Sven Kramer reed al 6.10 op de vijf kilometer. Dat doe je niet zomaar even. En Kjeld Nuis reed tijdens een trainingswedstrijd in Inzell op de 1.000 meter harder dan tijdens de Spelen."
Nuis werd, wat Nederland betreft, de koning van de Spelen. Hij pakte de titel op zowel de 1.000 als de 1.500 meter. De grootste verrassingen op de langebaan waren de gouden medailles van Carlijn Achtereekte (3 kilometer) en Esmee Visser (5 kilometer).
Maar ook al hebben ze het hoogst haalbare in de sport bereikt, ze kunnen niet rustig aandoen, zegt Hersman.
Verwend
"Sinds 1998 zijn we verwend op de Spelen; we winnen veel. Je moet nu langer goed presteren voordat mensen je verhaal herkennen. Visser en Achtereekte moeten door. Ze weten: dit was mooi, maar we zijn er nog niet. Vroeger was dat wel zo. Toen Bart Veldkamp (1992) en Yvonne van Gennip (1988) goud pakten, was dat veel bijzonderder."
Wat Schulting deed, zouden meer langebaanschaatsers moeten durven.
Tuitert: "Je moet en wil jezelf bewijzen, ook als je olympisch kampioen geworden bent. Die bewijsdrang slaat eigenlijk helemaal nergens op, want je bent gewoon olympisch kampioen."
Tuitert kan erover meepraten. Ondanks jarenlange hegemonie van Shani Davis op de 1.500 meter pakte hij in 2010 in Vancouver de olympische titel op de schaatsmijl. "Het kan een schaduw voor jezelf zijn. Je hebt het gevoel dat je moet voldoen aan het niveau van een olympisch kampioen. Ik had daar moeite mee."
Backpacken in Azië
Het medicijn tegen de angst en de innerlijke druk? Rust nemen, zegt Tuitert. "Het jaar na mijn gouden medaille had ik wat blessures. Het liep allemaal voor geen meter. Je wilt na de Spelen meteen door. De trainingskampen beginnen half april en je denkt: daar moet ik er weer zijn."
"Maar wat Suzanne Schulting heeft gedaan, vind ik heel goed", haalt hij de Groningse aan die verraste met olympisch shorttrackgoud op de 1.000 meter. "Ze is gaan reizen. Eerst in haar eentje, backpacken in Azië, later met haar vriend. Dat zouden meer langebaanschaatsers moeten durven."
Waar winnaars zijn, zijn ook verliezers. Voor onder meer de mannelijke sprinters liep het olympisch jaar uit op een teleurstelling. Dai Dai Ntab en Michel Mulder misten Pyeongchang, Kai Verbij kwam door een blessure niet verder dan de middenmoot en ook Ronald Mulder pakte geen medaille. Het kwartet van trainer Gerard van Velde zint op revanche.
Nieuwe doelen
Hersman: "Ze hebben een trainer die als geen ander weet hoe moeilijk het is als je de Spelen mist. Die jongens moeten nieuwe doelen stellen, maar weten goed wat daarvoor nodig is."
Ook Tuitert maakt zich geen zorgen. "Bij Verbij en Ntab ging alles goed, tot het OKT. Maar die gasten zijn zo goed. Er zijn dan wel geen Spelen, ze richten zich wel op de grote toernooien. En ik ken Van Velde goed genoeg om te weten: die jongens zijn erop gebrand zich te laten zien."
Daarnaast is Wennemars benieuwd naar Kramer. "Hij zal niet meer zo dominant zijn als de afgelopen tien, twaalf jaar. Kramer zal zeker zijn momenten pakken, maar de nieuwe generatie krijgt kansen hem te verslaan. Iemand als Patrick Roest heeft geen respect meer voor de schaatser Kramer. Vroeger was hij onverslaanbaar, maar die tijd is voorbij."
Rood omcirkeld
Hersman heeft de WK allround (in Calgary) en de wereldbekerfinale (Salt Lake City) alvast rood omcirkeld in de agenda van 2019. Op die ijsbanen, hoog in de Rocky Mountains, kunnen wereldrecords sneuvelen.
"Dat is het doel van Ireen Wüst, want ze reed nog nooit een wereldrecord. Bovendien: Nederland heeft op de klassieke afstanden helemaal geen wereldrecord meer. Dat vind ik voor een land van onze status best gek."
Tel daar de EK sprint en allround op de buitenbaan van Collalbo, de WK sprint in Heerenveen en de WK afstanden in Inzell bij op en je krijgt een prachtig seizoen, concludeert Hersman. "Je merkt het ook bij trainers en schaatsers. Er zijn weleens na-olympische jaren geweest die er minder leuk uitzagen."