Meningokokken verspreiden zich door de lucht
NOS NieuwsAangepast

De prangende vragen over meningokokken beantwoord

De ouders van de 17-jarige Maurits deden gisteren bij ons hun verhaal. Hun zoon overleed na ruim twee weken aan de gevolgen van de meningokokkenbesmetting. Op sociale media riep het verhaal veel vragen op bij lezers en kijkers.

Een van de vragen die erg leeft, is hoe je voorkomt dat je te laat bent om aan de bel te trekken. Duidelijk is dat een besmetting voor artsen lastig te herkennen is. De tijd tussen besmetting en begin van de ziekte ligt meestal tussen een en drie dagen, maar kan soms tot tien dagen oplopen.

Wat zijn de kenmerken?

"De ziekte heeft een grieperig beeld met hoge koorts, braken en diarree", zegt kinderarts Indra Morsing op de website van het RIVM. "Griep hebben natuurlijk heel veel mensen en het is moeilijk te onderscheiden waarom je in sommige gevallen zo'n ernstige verlopende infectie hebt."

De bacterie kan een hersenvliesontsteking of een bloedvergiftiging veroorzaken. Met hersenvliesontsteking krijg je hoge koorts, heel erge hoofdpijn en een stijve nek. Bij een bloedvergiftiging voel je je ook erg ziek, soms ook suf en zie je rood-blauwe vlekjes op je huid. Dit zijn bloedingen in je lichaam.

De meningokokken is een bacterie die in je bloedbaan of zenuwstelsel terecht kan komen, waardoor je heel erg ziek kan worden. Je lichaam raakt dan in shock, waardoor je organen geen zuurstof meer krijgen. "Dat kan een dodelijke afloop hebben."

Gisteren werd bekend dat bijna een miljoen jongeren een uitnodiging krijgen om zich te laten vaccineren tegen. In onderstaande video leggen we uit waarom dat nodig is:

Waarom bijna een miljoen jongeren zich moeten enten tegen meningokokken

Maurits was wel ingeënt tegen meningokokken type C, maar niet tegen type W. Gisteren werd bekend dat het RIVM met een vaccinatieprogramma begint bij 14-jarigen, omdat jongeren het vaakst drager zijn van de meningokokken W-bacterie. Daarom dragen ze ook het meest bij aan de verspreiding ervan onder andere leeftijdsgroepen. Maar iedereen kan de meningokokkenziekte krijgen, al komt de ziekte het meest voor bij kinderen tot 2 jaar, tieners tussen de 14 en 20 jaar en volwassenen ouder dan 50 jaar.

Hoe kun je het krijgen?

Meningokokken, die vaak in de keel of neus zitten van gezonde mensen, verspreiden zich door de lucht. Door bijvoorbeeld niezen of hoesten kan de meningokok in de neus of keel van een ander terechtkomen.

Ook door zoenen kun je besmet raken, maar het betekent niet dat je daar ziek van hoeft te worden. De bacteriën kunnen weken tot maanden in de neus- en keelholte blijven zonder ziekte te veroorzaken.

De kans dat mensen twee keer dezelfde meningokokkenziekte krijgen, is heel klein. Bij iemand die bijvoorbeeld type C heeft gehad, heeft het lichaam antistoffen tegen dit type gemaakt. Maar de kans bestaat nog wel dat degene ziek wordt van een andere meningokokkentype.

Helpt vaccinatie?

Kinderen tot veertien maanden worden sinds 2002 gevaccineerd tegen meningokokkenziekte. In 2001 kregen bijna driehonderd mensen een infectie door meningokokken C. Sinds deze uitbreiding van het vaccinatieprogramma is dat teruggelopen tot ongeveer tien per jaar.

Tot 1 mei dit jaar was de vaccinatie alleen tegen type C, maar inmiddels is het vaccin uitgebreid, omdat er de laatste jaren steeds meer mensen ziek werden door het type W. Daarom wordt nu gevaccineerd tegen de meningokokkenziekten A, C, W en Y. Een vaccin tegen alleen type W bestaat niet.

Als iemand zo'n vaccin heeft gehad, betekent dat niet dat degene de meningokokkenziekte niet kan krijgen. De kans is wel veel kleiner. Ook andere bacteriën kunnen hersenvliesontsteking of bloedvergiftiging veroorzaken.

Hoe lang zijn vaccins houdbaar?

Vaccins zijn 2 tot maximaal 3 jaar houdbaar. Daarna moet je ze weggooien. In de bewaarperiode moeten ze getest worden op kwaliteitsverlies. Dat gebeurt op 200 punten. Als ze een van die tests niet doorstaan moeten ze weggegooid worden. Het in voorraad hebben van veel vaccins is dus riskant voor farmaceutische bedrijven.

Normaal wordt bij een vaccinatieprogramma een buffer ingebouwd in het aantal vaccins dat besteld wordt. Als er dan een partij van het vaccin afgekeurd wordt, is er toch genoeg om het vaccinatieprogramma niet te vertragen. Nu is er geen enkele reserve.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl