Zorgen over geld uit Golfstaten voor moskeeën, maar aanpak is lastig
Nederlandse moskeeën hebben de afgelopen jaren miljoenen gekregen vanuit Saudi-Arabië en Koeweit, onthulden Nieuwsuur en NRC afgelopen maandag. Voor de Tweede Kamer was het aanleiding om opnieuw aan de bel te trekken.
Maar zoals ook de afgelopen jaren vlot duidelijk werd: het aanpakken van buitenlandse geldstromen naar Nederlandse moskeeën is niet eenvoudig. De politiek worstelt er al tijden mee, want eventuele maatregelen stuiten snel op de godsdienstvrijheid.
"Je moet het op een manier doen die effectief is en binnen de rechtsstaat past en dat antwoord hebben we nog niet precies", zei minister Blok van Buitenlandse Zaken gisteren in de Kamer.
Ze mogen donateurs werven of collectes houden. Daarmee is de organisatievrijheid beschermd.
In artikel 6 van de Grondwet staat: "Ieder heeft het recht zijn godsdienst of levensovertuiging, individueel of in gemeenschap met anderen, vrij te belijden, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet."
In de praktijk betekent dat, dat iedereen in Nederland mag geloven wat hij of zij wil, legt universitair docent staats- en bestuursrecht Geerten Boogaard uit. "Je mag dat geloof bovendien uiten, belijdenisvrijheid heet dat. En daar hoort ook organisatievrijheid bij, dat je een kerkje mag beginnen."
De gelovigen mogen zelf weten waar ze het geld vandaan halen om hun gemeenschap draaiende te houden. En daar komen de buitenlandse geldstromen om de hoek kijken. Boogaard: "Die financieringsvrijheid hoort erbij. Ze mogen donateurs werven of collectes houden. Daarmee is de organisatievrijheid beschermd."
Beroep op openbare orde
De overheid kan die geldstromen dus niet zomaar verbieden. Zeker niet alleen voor moskeeën, zegt Boogaard. Want waarom die wel aanpakken en niet de joodse instellingen die geld krijgen uit Amerika of steun van het Vaticaan voor de katholieke kerk? "Een uitzonderingspositie voor moslims levert een extra probleem op. De wetgever moet niet alleen uitleggen waarom hij niet zou ingrijpen in de godsdienstvrijheid, maar ook waarom hij niet discrimineert."
Boogaard: "Ze kunnen het zo formuleren dat de steun een bedreiging voor de openbare orde is, maar dan nog is het erg lastig om het verband tussen die twee te leggen. Dan moet je gaan treden in wat er in de moskee wordt gezegd en dat tast weer de godsdienstvrijheid aan." Vandaar ook de twijfel bij Blok.
Verplichte inzage en geldkraan dicht
Een maand geleden kondigden twee andere ministers, Dekker van Rechtsbescherming en Koolmees van Sociale Zaken, aan dat ze onderzoeken hoe ze "ongewenste invloed" van andere landen kunnen voorkomen.
Een van de mogelijkheden waaraan het kabinet denkt, is om de organisaties te verplichten inzicht te geven in grote donaties die ze ontvangen. Dat is iets waar de Kamer al sinds mei 2016 om vraagt.
De bewindslieden bekijken ook of geldstromen uit onvrije landen wettelijk kunnen worden beperkt. Toenmalig minister Asscher van Sociale Zaken wilde in 2016 niets weten van een verbod van buitenlandse financiering van moskeeën, omdat dat feitelijk zou neerkomen op een verbod van die moskeeën.
Voorlopig is het afwachten waar het kabinet concreet mee komt. Dekker en Koolmees praten de komende tijd met deskundigen en betrokkenen om de mogelijkheden verder uit te werken.