PvdA-leider Lodewijk Asscher noemt de omstreden imam Fawaz Jneid een "griezel, die gaat bepalen wie er wel en niet afvallig is". Hij noemt hem een bedreiging voor de vrijheid van iedereen, en heeft sterke kritiek op de aanpak van minister Ferdinand Grapperhaus.
"Grapperhaus hoort nu om tafel te zitten met de knapste juristen, niet te gaan improviseren, niet de vrijheid van meningsuiting bij het oud vuil te zetten, maar duidelijk te maken dat dit niet onder die vrijheid valt."
Het optreden van de minister van vandaag noemt Asscher slap. "Sorry, hij is de minister van Justitie en Veiligheid. Wat hij had moeten doen, is zeggen dat ze op zoek gaan naar mogelijkheden om hem te stoppen. Niet zeggen: ik kan niks, en tegen de pers zeggen dat de vrijheid van meningsuiting ingeperkt moet worden."
Asscher, die in 2002 promoveerde op de grondwettelijke bescherming van het recht van meningsuiting, wil met de minister en de andere partijen om tafel om zo snel mogelijk een oplossing te vinden voor het probleem.
Aanpakken
Minister Grapperhaus zei vandaag dat hij wil kijken of het strafrecht kan worden veranderd om verwerpelijke uitspraken eerder aan te pakken. Aanleiding zijn de uitspraken van imam Fawaz Jneid, waar vandaag tijdens het vragenuurtje in de Kamer over werd gedebatteerd.
De minister van Justitie en Veiligheid wil de aanpassing van het Wetboek van Strafrecht nadrukkelijk met de Tweede Kamer doen, omdat aanscherping een inperking van de vrijheid van meningsuiting betekent. "Je gaat dus ook mensen die veel minder ver gaan in hun uitspraken in dingen beperken", zei de minister na afloop van het vragenuurtje.
Imam Fawaz Jneid had onder meer de Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb een afvallige moslim genoemd in een preek op internet. De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding Schoof zei gisteren in Nieuwsuur al dat het lastig is om de man strafrechtelijk bij de lurven te pakken.
