'Door actie hackteam kunnen we echt nieuws van nepnieuws onderscheiden'
Operaties zoals die waarbij veiligheidsdiensten AIVD en MIVD met Russische hackers meekeken toen zij virtueel onder meer het Witte Huis binnendrongen, helpen nepnieuws van echt nieuws te onderscheiden. Dat zegt oud-directeur van de MIVD Pieter Cobelens in Nieuws en Co.
Met deze opmerking doelt hij op Russische inmenging in de Amerikaanse verkiezingen. Die inmenging wordt onderzocht, het Kremlin ontkent, en president Trump noemde het fake news.
Een goed moment om te lekken.
De informatie over de hack kwam via Amerikaanse bronnen uit de diplomatie, politiek en inlichtingenwereld bij de journalisten van Nieuwsuur en de Volkskrant. "In Amerika wordt beter gelekt dan in Nederland", zegt Cobelens daarover. "Juist door dit soort operaties krijg je boven water wat waar en niet waar is. Dus als je had mogen lekken, was dit een goed moment geweest. We hebben allang een koude virtuele oorlog, dat wordt alleen maar erger."
Klein land als supermacht
Volgens de oud-MIVD-baas kan Nederland trots zijn op de actie. "Wat het stiekem leuker maakt, is dat het niet uitmaakt hoe klein je land is; je kunt op dit gebied een supermacht worden." Daarbij helpt het dat Nederland een hoge internetdichtheid heeft en dat kinderen al op school met digitale middelen werken.
Knappe koppen moeten meer betaald krijgen.
Maar wat volgens de oud-MIVD-baas niet goed is geregeld, is het betalen van de mensen die hij 'knappe koppen' noemt. "Wat ze bij de overheid krijgen doet geen recht aan hun kennis en kunde."
Daarom vertrekken ze naar het bedrijfsleven of naar bijvoorbeeld Spanje, Duitsland of Amerika, terwijl Nederland deze mensen volgens Cobelens hard nodig heeft in de 'virtuele wapenwedloop'.