Drie jaar geleden waren we allemaal Charlie, maar nu niet meer
Carmen Dorlo
redacteur Online
Carmen Dorlo
redacteur Online
Het is drie jaar geleden dat twee Frans-Algerijnse broers de redactie van het satirische weekblad Charlie Hebdo binnendrongen en twaalf mensen, onder wie de hoofdredacteur, doodden. Het is ook drie jaar geleden dat we massaal steun betuigden aan het weekblad met de hashtag #JeSuisCharlie. De oplage van het weekblad liep op van tienduizenden per week naar miljoenen.
Nu, drie jaar later, zit het blad bijna aan de grond. Zeker 1,5 miljoen euro gaat jaarlijks naar beveiligingskosten. De oplage is weer terug naar tienduizenden per week. Waarom? Bijna niemand meer is Charlie.
"We worden niet meer gesteund door het land", vertelt Charlie Hebdo-journalist Guillaume Erner. "Het land wil dat we engelen zijn, maar wij zijn totaal geen engelen."
Om ongeveer 11.30 uur op 7 januari 2015 wordt de aanslag in Parijs gepleegd. De twee mannen, uitgerust met maskers, kogelwerende vesten en kalasjnikovs, vallen de wekelijkse redactievergadering binnen en schieten op alle aanwezigen. Na de beschieting weten de daders te vluchten per auto, en beginnen een paar dagen later een gijzeling. Bij een politiebestorming worden ze neergeschoten.
Op 7 januari om 11.52 uur wordt de hashtag #JeSuisCharlie voor het eerst gedeeld. De Franse muziekjournalist Joachim Roncin heeft niet door dat hij met zijn tweet misschien wel de meest gebruikte steunbetuiging op sociale media ooit creëert.
#JeSuisCharlie wordt die dag 1,5 miljoen keer gebruikt en de daaropvolgende week 6 miljoen keer. "Het werd een teken van solidariteit", legt correspondent Frank Renout uit. "Een symbool van persvrijheid. Dat was toen het meest voorkomende sentiment."
Ook is het een wake-upcall voor de westerse wereld, gaat Renout verder. "Het werd duidelijk hoe groot het islamitisch extremisme was. Onze ogen werden geopend over de oorlog tussen de westerse wereld en Islamitische Staat."
Die dagen is iedereen Charlie, over de hele wereld. Het solidariteitsgevoel overheerst en iedereen geeft zijn eigen invulling aan de hashtag. Waar het voor de een het opstaan tegen terrorisme is, is het voor de ander vrijheid van meningsuiting. In veel steden in Europa worden betogingen gehouden. Tienduizenden mensen verzamelen zich uit protest tegen de aanslag.
De week na de aanslag kopen zeven miljoen mensen het weekblad. Op de voorpagina van het eerste nummer na de aanslag staan een cartoon van de profeet Mohammed met een traan onder zijn oog en een bordje in zijn handen: Je Suis Charlie.
De gemiddelde verkoopcijfers van het blad gaan gestaag omhoog. Waar voor de aanslag nog 25.000 mensen het blad kopen, is de weekoplage in de weken na de aanslag ongeveer 260.000.
Inmiddels is de oplage weer bijna gelijk: ongeveer 30.000 mensen kopen het blad elke week. Uit een poll van het Franse Instituut voor Publieke Opinie blijkt dat 61 procent van de Fransen zich nog identificeert met het motto Je Suis Charlie. Twee jaar geleden was dat 71 procent.
Volgens Renout komt dat door de politieke correctheid van de Franse bevolking. "Je kan hier niet zomaar zeggen dat je niet meer solidair bent met Charlie Hebdo."
Na Charlie Hebdo vonden ook aanslagen op de 'gewone mens' plaats. Toen was de wereld niet alleen meer gevaarlijk voor journalisten.
"De hashtag stelt niet meer heel veel voor, maar het is logisch dat het verwatert", vertelt Renout. "Het solidariteitsgevoel slijt, maar er zijn ook veel andere aanslagen in Frankrijk geweest. Het is niet meer de orde van de dag." Ook was de aanslag op Charlie Hebdo op journalisten gericht. "Daarna vonden er ook aanslagen op de 'gewone mens' plaats. Toen was de wereld niet alleen gevaarlijk voor journalisten, maar ook voor jou en mij."
En nu loopt het blad op reserves. In de nieuwste oplage bespreekt de hoofdredacteur de problemen. "Is het normaal dat de opbrengst van een krant in een democratisch land voor de helft naar de beveiliging van het kantoor gaat?", vraagt Laurent Sourisseau zich af, doelend op de 1,5 miljoen euro beveiligingskosten.
"Drie jaar in een tinnen blik", staat op de voorpagina van deze editie. Niet alleen gaat het blad ten onder aan de kosten voor beveiliging, ook krijgen de redacteuren meer bedreigingen dan ooit binnen, is te lezen in het artikel met de titel 'De vrijheid van meningsuiting, hoeveel kost die?'.
Het lijkt erop dat de gevolgen van de hashtag zijn uitgewerkt voor Charlie Hebdo. Maar het tekentje is in die drie jaar uitgegroeid tot veel meer. #JeSuisCharlie wordt #JeSuisAhmed (over de islamitische agent die overleed bij de aanslag), #JeSuisHomo, #JeSuisCharleroi, #JeSuisNice, en ga maar door.
Dit creëert ook weer een negatief gevolg. Want waarom 'zijn' we wel allemaal Nice, maar niet Beiroet of Ankara?
Hoe dan ook, #JeSuis is het motto geworden van het tegengeluid. En door dit tegengeluid voelen we ons samen sterk. Of zoals grondlegger van #JeSuisCharlie Roncin zegt in zijn meest recente tweet. "Ik ben en blijf altijd Charlie."