Atypische Prinsjesdag: straks kan alles gewoon weer anders zijn
Het koffertje ligt klaar op het ministerie van Financiën, de koetspaarden hebben geoefend op het strand en de hoedjes kunnen bijna op. Alles lijkt vandaag te wijzen op een 'normale' Prinsjesdag, maar met een demissionair kabinet ligt dat toch iets anders.
Op Prinsjesdag presenteert de regering haar plannen voor het volgende jaar. Die staan in de Troonrede, die door de koning wordt voorgelezen in de Ridderzaal. De financiële uitwerking van de plannen is te vinden in het bekende 'derde dinsdag in september'-koffertje van de minister van Financiën. Het gaat om de Miljoenennota en de rijksbegroting, waarin staat hoeveel geld ieder ministerie volgend jaar krijgt. Ook vind je in de Miljoenennota hoe het gaat met de Nederlandse economie en hoe de overheidsfinanciën er in het algemeen voor staan.
Normaal gesproken debatteert de Tweede Kamer gedurende de twee dagen na Prinsjesdag over de kabinetsplannen die op dinsdag zijn gepresenteerd: de Algemene Politieke Beschouwingen.
Maar dit jaar gaat alles een beetje anders. Het huidige kabinet van VVD en PvdA is sinds de verkiezingen demissionair: het regeert wel door en behandelt de 'lopende zaken' die nodig zijn om de boel draaiende te houden. Zo is er altijd geld nodig voor bijvoorbeeld het openbaar vervoer, infrastructuur en de politie. Maar het kabinet maakt geen nieuwe plannen waarvoor extra geld nodig is. Dat is straks namelijk aan een nieuw kabinet, waarover VVD, CDA, D66 en ChristenUnie nu onderhandelen.
Echt nieuwe plannen en maatregelen zullen we vandaag in de Troonrede en Miljoenennota dus weinig tegenkomen. Waarom gaat Prinsjesdag dan toch door? Het antwoord is eenvoudig: omdat dat in de Grondwet staat. Volgens artikel 65 moet de regering haar plannen ieder jaar op de derde dinsdag van september (of een bij wet te bepalen eerder tijdstip) via de koning openbaar maken.
Schaken
Het demissionaire kabinet-Rutte II heeft daarom gewoon een begroting voor volgend jaar gemaakt. Maar de VVD onderhandelt tegelijkertijd over een nieuw kabinet, met nieuwe plannen en financiële wensen. VVD-onderhandelaar Zijlstra noemde die dubbele pet eerder 'simultaan schaken'. Zijn partij moet de huidige kabinetspartner PvdA tevreden stellen, maar ook rekening houden met de wensen van CDA, D66 en ChristenUnie.
Deze zomer werd duidelijk een potje schaak gespeeld. De PvdA eiste dat leraren in het basisonderwijs er volgend jaar geld bij zouden krijgen. Maar de VVD moest dat ook bespreken met CDA, D66 en ChristenUnie, want zo'n salarisverhoging voor leraren zou een nieuwe maatregel zijn waarvoor extra geld nodig is. Inmiddels is al uitgelekt dat de basisschoolleraren er volgend jaar inderdaad geld bij krijgen, namelijk 270 miljoen euro. Dat betekent dat de vier partijen die nu over een nieuw kabinet onderhandelen met dat plan hebben ingestemd.
De rest van de begroting zal 'beleidsarm' zijn, dat wil zeggen: er worden zo min mogelijk nieuwe maatregelen in opgenomen. Bovendien ligt de begroting nog niet helemaal vast. De Tweede Kamer behandelt de begroting namelijk altijd als wetsvoorstel. Dat betekent dat er op verzoek van de Kamer nog onderdelen kunnen worden gewijzigd.
Het gaat om een begroting van 270 miljard euro, dat gaan wij echt niet ineens allemaal anders doen
En dan zijn er nog de vier partijen die nu aan het onderhandelen zijn over een nieuw kabinet. Als VVD, CDA, D66 en ChristenUnie er straks uit zijn, presenteren zij hun eigen plannen in een regeerakkoord met een bijbehorend financieel beeld. Volgens CDA-onderhandelaar Buma zal het nieuwe kabinet nog 'een heleboel wijzigingen' hebben op de Miljoenennota van het demissionaire kabinet.
Ook Segers (ChristenUnie) denkt dat er zeker nog wijzigingen zullen komen. Premier Rutte verwacht echter dat er van de Prinsjesdagbegroting veel overeind blijft: "Het gaat om een begroting van 270 miljard euro, dat gaan wij echt niet ineens allemaal anders doen."
Geen dubbel werk
Wat er straks allemaal anders zal worden (of juist niet), blijkt als het nieuwe kabinet straks zijn plannen presenteert in een regeringsverklaring. Daarover volgt dan een debat in de Tweede Kamer. Om die reden gaan de Algemene Politieke Beschouwingen dit jaar niet door. Dat debat gaat immers ook over de plannen voor volgend jaar. Door de Algemene Beschouwingen dit jaar af te blazen, hoeft de Tweede Kamer niet twee keer in korte tijd te debatteren over de hoofdlijnen van het kabinetsbeleid.