In Oost-Aleppo is het laatste 'ziekenhuis' een ambulance
"We helpen de gewonden overal waar we kunnen. Op straat, in onze huizen, overal. We hebben alleen de ambulance nog over, dus dat is momenteel ons ziekenhuis." Dat vertelt Modar, een verpleger in Oost-Aleppo, tegen de NOS.
Sinds gisteren zijn alle ziekenhuizen in het oostelijk gedeelte van de Syrische stad buiten gebruik. Eerder konden artsen en reddingswerkers de ziekenhuizen weer in bedrijf brengen, maar door een gebrek aan hulpmiddelen en de zwaar beschadigde infrastructuur in de stad is dat onmogelijk geworden.
"We hebben bijna geen medische hulpmiddelen meer, dus we gebruiken alles om ons heen. Ik gebruik mijn kleding om het bloeden van wonden te stoppen", vertelt Modar verder.
De ziekenhuizen zijn niet alleen buiten gebruik door de bombardementen, maar ook door het gebrek aan medicatie en alles wat verder nodig is om gewonden te helpen. "We hebben een tekort aan letterlijk alles."
Onze huizen bewegen door de luchtdruk. De vliegtuigen vliegen boven ons en de bommen vallen naast ons.
De stad wordt de hele dag door bestookt, gaat Modar verder. "We zijn niet veilig. De situatie is heel slecht."
Dat is al dagen zo. Modar vertelde eerder al over de vele vliegtuigen die boven zijn huis vlogen. "Onze huizen bewegen door de luchtdruk. De vliegtuigen vliegen boven ons en de bommen vallen naast ons."
Modar gaf eind oktober nog een rondleiding in het ziekenhuis waar hij werkte. Van dat ziekenhuis is nu nog maar weinig over. Hij vertelde toen al dat het ziekenhuis alle gewonden niet meer aan kon en dat er nog maar één operatiekamer was. "Er kan eigenlijk maar een operatie per keer plaatsvinden. Er zijn veel meer gewonden, dus moeten we simpelere operaties in de ambulancekamer doen."
Toen waren er nog een aantal ziekenhuizen in de stad in bedrijf, en ongeveer dertig artsen, voor de 250.000 inwoners van Oost-Aleppo.