De deal die toenmalig officier van justitie Teeven in 2000 met drugscrimineel Cees H. sloot, deugde niet. Dat is de belangrijkste conclusie van de commissie-Oosting, die is ingesteld na het aftreden van minister Opstelten en staatssecretaris Teeven in maart.
De commissie heeft harde kritiek op de inhoud van de deal, die onder meer inhield dat H. een relatief lage boete van 750.000 gulden moest betalen. Daar stond tegenover dat hij 4,7 miljoen gulden terugkreeg van een eerder in beslag genomen bedrag en bovendien een deel van zijn gevangenisstraf niet hoefde uit te zitten. Ook werd de Belastingdienst volgens de commissie ten onrechte buiten de deal gehouden.
Commissie-voorzitter Marten Oosting is vanavond in de studio van Nieuwsuur.
Teeven zei op de dag van zijn aftreden als staatssecretaris nog dat de deal juridisch in orde was en premier Rutte herhaalde dat later in een debat in de Tweede Kamer. Maar volgens de onderzoekscommissie was de deal waarvoor aanvankelijk toestemming was gevraagd een andere dan de afspraken die uiteindelijk werden gemaakt.
Veranderingen ingevoerd
Fred Teeven, nu Tweede Kamerlid voor de VVD, zegt in een reactie op het rapport dat de bestrijding van de zware criminaliteit altijd voorop heeft gestaan. "Het publieke belang diende ik destijds en dat belang blijf ik tot op de dag van vandaag dienen."
De huidige minister van Veiligheid en Justitie, Van der Steur, betreurt "in hoge mate" dat er zo veel is misgegaan. Hij aanvaardt ook de aanbevelingen van de commissie, om dergelijke fouten in de toekomst te voorkomen. Volgens Van der Steur zijn er bij het ministerie al veel veranderingen ingevoerd. Er zal beter worden gearchiveerd, zodat een financiële deal met een crimineel niet meer zoekraakt, en ook komen er duidelijke procedures voor een schikking.
Volgens de top van het Openbaar Ministerie is er daar ook al veel verbeterd. Voor een deel stroken de nieuwe interne richtlijnen al met de aanbevelingen die Oosting doet, zeggen de procureurs-generaal. Waar dat niet het geval is, zal dat alsnog gebeuren.
Kritiek op ministerie
De commissie oordeelt hard over het ministerie van Veiligheid en Justitie, waar informatie niet goed werd overgedragen. Dat leidde ook tot onjuiste informatie aan de Tweede Kamer. Minister Opstelten hield tot het laatst vol dat er niet bijna 5 miljoen gulden, maar een veel lager bedrag aan H. was overgemaakt. Bovendien sloeg hij zelf aan het rekenen met een bedrag dat niet klopte. Volgens hem was er 2 miljoen min een boete van 750.000 gulden overgemaakt, wat een verkeerd bedrag van 1,25 miljoen gulden opleverde.
De Tweede Kamer is door de onvolledige en onjuiste informatieoverdracht op het ministerie van Veiligheid en Justitie, en tussen dat ministerie en het OM, steeds op het verkeerde been gezet, concludeert de commissie-Oosting. Dat begon overigens al ver voor de periode-Opstelten. In 2002 werd in antwoord op Kamervragen al gesproken van het onjuiste bedrag van 2 miljoen gulden.
Goed speurwerk
De commissie gaat uitgebreid in op de gebeurtenissen op 4 maart 2015, toen Nieuwsuur een document toonde waaruit bleek dat de Teevendeal over 4,7 miljoen gulden ging. Dat was vlak voor de Provinciale Statenverkiezingen. VVD-minister Schippers zei destijds dat ze het wel heel toevallig vond dat het bonnetje midden in de campagne opdook. De commissie stelt dat er niets is gebleken van een strategie om de VVD in de campagne een hak te zetten. Volgens de commissie was er sprake van "goed journalistiek speurwerk".