NOS Wielrennen

Etappe 17: met de zegen van Pogacar krijgen avonturiers weer een kans

Met nog vijf etappes te gaan zijn er nog maar weinig kansen voor renners die dromen van een ritzege in de Tour. Zeker met veelvraat Tadej Pogacar als collega.

De zeventiende etappe van Saint-Paul-Trois-Châteaux naar Superdévoluy, een ski-oord in de Franse Alpen, biedt misschien wel mogelijkheden voor goed klimmende aanvallers. De geletruidrager lijkt in ieder geval zijn zegen te hebben gegeven.

"Ik denk dat de komende twee dagen gereserveerd zijn voor een kopgroep, voor aanvallende renners", sprak de Sloveen na de laatste sprintetappe in de Tour, die werd gewonnen door Jasper Philipsen.

Ook Remco Evenepoel, die stevig op de derde plaats in het klassement staat, zou het prima vinden om vandaag een vluchter te zien winnen. "Misschien wordt het iets tussen de klassementsmannen, maar ik verwacht niet heel veel."

Toegangspoort tot de Alpen

De renners vertrekken woensdagmiddag om 12.45 uit Saint-Paul-Trois-Châteaux, de plaats waar Olav Kooij vorig jaar zijn eerste sprintzege in Parijs-Nice boekte. Op weg naar Gap, in de toeristische boekjes 'de toegangspoort tot de Franse Alpen' genoemd, komen ze de eerste 140 kilometer geen beklimmingen tegen. Al loopt de weg wel glooiend omhoog.

Daarna volgt een drietrapsraket met achtereenvolgens de Col Bayard (tweede categorie), de Col du Noyer (eerste categorie) en de klim naar Superdévoluy, waar na 177,8 kilometer de finish is getrokken.

"De slotklim is best wel gemakkelijk, echt een loper", weet Evenepoel. "De klimmen daarvoor zijn niet makkelijk, maar het zal allemaal wel een beetje sparen worden. Voor zover dat mogelijk is."

De 24-jarige Belg doelt daarmee op de ritten van vrijdag en zaterdag, wanneer er nog twee loodzware Alpenritten op het programma staan. Zondag wordt de Tour de France afgesloten met een lastige tijdrit rond Nice. De etappe van donderdag wordt ook aangemerkt als rit voor de aanvallers.

De slotklim naar ski-oord Superdévoluy is voor het eerst in het Tour-parcours opgenomen. Stef Clement, vanavond te gast in De Avondetappe, bewaart mooie herinneringen aan de klim, die in 2013 en 2016 wel in Critérium du Dauphiné werd bedwongen.

Elf jaar geleden eindigde Clement als vijfde op de klim van 3,9 kilometer à 5,9 procent. Vóór onder anderen viervoudig Tourwinnaar Chris Froome, Alejandro Valverde en Alberto Contador.

"Ik heb daar een hele mooie foto van. Die heb ik wel bewaard. Het was de enige dag in mijn leven dat ik de allerbeste renners van de wereld kon volgen", aldus Clement.

Zie hieronder de bewuste foto van Stef Clement:

  • Stef Clement/NOS
    De foto van Stef Clement
  • Getty Images
    Stef Clement (links) blijft onder anderen Alejandro Valverde (uiterst rechts) en Chris Froome (gele trui) voor

De klim is niet al te lastig, weet Clement. "Het is geen klim waar je als klassementsrenner het verschil kunt maken, maar voor een groep die vooruit rijdt is 'ie wel lastig genoeg. Aanvallers kunnen daar proberen om elkaar eraf te rijden."

"Ik verwacht dat de klassementrenners hun kruit drooghouden voor de vier ritten die daarna nog komen."

Of zou het toch nog kunnen dat Pogacar na twee dagen zonder zege alweer honger heeft gekregen? De geletruidrager, die met een comfortabele voorsprong van 3.09 minuten op Jonas Vingegaard aan de etappe begint, kon na de zestiende rit niks beloven.

"Waarschijnlijk zullen we gewoon controleren in het peloton, maar je weet het nooit."

Geologie in de Tour: drie gesteenten voor verschillende soorten renners

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl