Ronald Plasterk lijkt in voetsporen te willen treden van zijn voorbeeld Joop den Uyl
"Als het land roept, moet je goede redenen hebben om nee te zeggen", zei Ronald Plasterk een paar maanden geleden bij zijn aanstelling als verkenner. En blijkbaar heeft het land nog een keer geroepen, want de mogelijkheid bestaat dat de 67-jarige oud-wetenschapper en voormalige PvdA-minister Mark Rutte gaat opvolgen als minister-president.
Dat hij het wordt is nog niet zeker, maar het is in Den Haag geen geheim dat Plasterk in elk geval de kandidaat is van PVV-leider Wilders.
Als de beoogd premier van het meest rechtse kabinet ooit een voorbeeld heeft gehad, dan is dat juist de premier van het meest linkse kabinet uit de Nederlandse geschiedenis: Joop den Uyl. Als jonge student werd Plasterk mede uit bewondering voor Den Uyl lid van de PvdA, de partij die hem nu mogelijk zal royeren.
Den Haag is voor Plasterk bekend terrein. Hij werd er in 1957 geboren, in een nieuwbouwwijk, en doorliep er zijn schoolcarrière. Veel later keerde hij terug naar de Hofstad als minister. Ook was hij enige jaren Tweede Kamerlid.
In de tussenliggende jaren maakte hij naam in de wetenschap en maakte hij indruk als scherpzinnig columnist in diverse media. In Leiden studeerde hij biologie en promoveerde hij op een proefschrift over genetisch onderzoek naar de platworm. In die studententijd ging Plasterk ook politiek bedrijven: begin jaren 80 was hij een paar jaar Leids gemeenteraadslid voor de PvdA.
Briljant, ondernemend en aansprekend
Plasterk ontwikkelde zich, (in de woorden van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek) tot "een van de meest briljante, ondernemende en aansprekende onderzoekers op het gebied van de moleculaire biologie". Hij bekleedde functies bij allerlei gerenommeerde instituten, maar schortte zijn wetenschappelijke carrière in 2007 op toen de politiek weer aan hem begon te trekken.
In de jaren daarvoor had Plasterk zich al ontwikkeld als uitgesproken (politiek) commentator in zijn columns voor de Volkskrant en in Buitenhof. In aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen van 2006 schreef hij mee aan het verkiezingsprogramma van de PvdA. Dat resulteerde in een ministerschap voor hem in het kabinet-Balkenende IV dat na die verkiezingen gevormd werd.
Opvallend feit: als minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zette Plasterk zich in voor de internationalisering van het universitaire onderwijs. Iets waarover formerende partijen nu kritisch zijn met het oog op het tegengaan van migratie.
Onder Plasterks bewind werden de uit GeenStijl voortgekomen omroep PowNed en het aan De Telegraaf gelieerde WNL toegelaten tot het publieke bestel. Het leverde hem de liefkozende bijnaam 'ome Roon' op van PowNed-verslaggever Rutger Castricum.
Hij nam ook de culturele component van zijn baan serieus; vanwege Plasterks alomtegenwoordigheid op culturele evenementen noemde zijn opvolger Rouvoet (ChristenUnie) hem "minister van Feesten en Partijen". PVV-leider Wilders, toen oppositiepoliticus, had een soortgelijke kwalificatie: minister van IJdelheid. "Tv-show na tv-show erop los brabbelend", voegde hij daaraan toe.
Na de val van het kabinet over Uruzgan werd Plasterk op plek drie van de PvdA-lijst gezet. Eenmaal in de Kamer werd hij financieel woordvoerder, dat was in de tijd van het kabinet-Rutte I (het kabinet dat door de PVV werd gedoogd). Over toenmalig fractiegenoot Frans Timmermans - mogelijk de komende tijd zijn grootste opponent als oppositieleider - zei hij later: "Die heeft een halfjaar niks gedaan."
Tussen de twee gaat overigens geen liefde verloren; de fractie van GroenLinks-PvdA onder leiding van Timmermans stemde onlangs tegen de motie om Plasterk tot informateur te benoemen. En het advies van verkenner Plasterk dat PVV, VVD, NSC en BBB verder moesten gaan praten werd als "onverstandig" gekwalificeerd.
Motie van wantrouwen
Na een paar jaar Kamerlidmaatschap en een mislukte poging om leider van de PvdA te worden, werd Plasterk in 2012 minister van Binnenlandse Zaken in het kabinet-Rutte II. Dat ministerschap wordt algemeen niet gezien als een onverdeeld succes. Plannen om provincies te laten fuseren strandden en het lukte Plasterk ook niet om de Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten in te krimpen.
Zijn positie kwam in gevaar toen bleek dat hij onjuiste informatie had verstrekt over het werk van de Nederlandse geheime diensten. Bijna de hele oppositie steunde een motie van wantrouwen tegen Plasterk, wat niet genoeg was om hem weg te sturen.
Nadat het kabinet de rit had uitgezeten, verliet Plasterk Den Haag om terug te keren in de wereld van de wetenschap. Hij richtte een bedrijf op dat immuuntherapieën tegen kanker ontwikkelt. Met de patenten daarop vergaarde hij miljoenen. Of dat helemaal gegaan is zoals het hoort, is onderwerp van discussie, bleek onlangs uit berichtgeving van NRC. Het Amsterdam UMC doet onderzoek naar de kwestie.
Na zijn laatste ministerschap pakte Plasterk ook een andere rol weer op. Die van columnist, voor De Telegraaf dit keer. In die columns dreef hij de afgelopen jaren steeds verder weg van de PvdA. Hij nam in de krant regelmatig afstand van de standpunten van de partij, bijvoorbeeld op het gebied van klimaat en stikstof.
Overigens meende hij dat hij zelf in de traditie stond van de PvdA van Den Uyl, die het als intellectueel opnam voor de arbeiders. Hij was zelf dus als jong student lid geworden van de PvdA uit bewondering voor Den Uyl. Later begreep hij uit de biografie De Gedrevene dat Den Uyl 'geen heilige' was, maar wel "als intellectueel met succes de brug wist te slaan naar de gewone mensen". "Die ambitie moet de PvdA hervinden om een grote volkspartij te worden", en dat betekende in elk geval: breken met GroenLinks, zo schreef hij in De Telegraaf.
Met zijn mogelijke nieuwe baan lijkt Plasterk definitief afstand te nemen van de PvdA, of de partij in ieder geval van hem. De PvdA heeft namelijk de mogelijkheid om iemand te royeren die in een PvdA-loos kabinet gaat zitten. En dan komt er na 46 jaar een einde aan zijn partijlidmaatschap.
'Wisseling van de wacht'
In zijn laatste column, een dag na de verkiezingen, schreef Plasterk dat hij het "heel gezond" vindt dat er "zo af en toe een politieke wisseling van de wacht plaatsvindt". Hij vond dat "recht moet worden gedaan aan de politieke uitslag" en benadrukte dat PVV, NSC, BBB en VVD samen een ruime meerderheid hebben. "De formatie is niet enorm ingewikkeld en hoeft niet lang te duren", schreef Plasterk.
Het is waarschijnlijk de toon van Plasterk, en mogelijk een toevallige ontmoeting op Bonaire, die ertoe hebben bijgedragen dat Wilders hem vroeg als verkenner en later als informateur. Bij zijn aanstelling roemde de PVV-leider hem om zijn "vele politieke ervaring" en zijn "hele creatieve geest". Ook zou Wilders alle vertrouwen hebben in Plasterks loyaliteit.
En hoewel het in de formatie niet echt boterde tussen NSC-leider Pieter Omtzigt en Plasterk, bestaat dus de kans dat die laatste toch minister-president wordt.
En zo evolueert Ronald Plasterks loopbaan uiteindelijk mogelijk in het premierschap. In een interview met de KRO kort nadat hij minister was geworden in 2007 zei Plasterk dat zijn carrière hem grotendeels is overkomen. "Ik heb nooit zo veel plannen gemaakt. Dingen gebeuren, en op een gegeven moment blijkt iets het geval te zijn." Of hij er werkelijk zo in staat is de vraag; het is ook mogelijk dat het premierschap voor de ijdele Plasterk de jarenlang verhoopte bekroning van zijn carrière is.